Internet krijgt pit

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Spaas Kaarsen gebruikt Java en netwerkcomputers om zijn informatica te vereenvoudigen.

Het is hoogseizoen bij Spaas Kaarsen in het Limburgse Hamont. Drie shifts draaien de klok rond om de pieken van Kerstmis en Pasen op te vangen. Doorheen de stampende fabriek drijft het ” stimulating” parfum van Spaas’ nieuwste Aromatherapie-creatie.

Aan de productielijn voor de gegoten Festilux-kaarsen, staan een splinternieuw computerscherm en een printer naast een zwarte doos. Het is één van de nieuwe datacaptatieposten waarmee Spaas een beter overzicht wil houden op zijn productie. De zwarte doos is een netwerkcomputer.

Herinner u de hype uit 1996 toen netwerkcomputers door de tegenstanders van Microsoft en Intel naar voor werden geschoven onder het motto van lagere “totale gebruikskosten”, vergeleken met pc’s. Het is nog altijd een argument waar informaticaverantwoordelijke Herman Gerits van Spaas gevoelig voor is. “Bij mijn vorige werkgever ( nvdr – een krant) waren we met twaalf om de pc’s en de servers te beheren. Het was kolossaal duur,” zegt hij.

Productieplanning ad interim

Maar bij Spaas speelden niet alleen de onderhoudskosten. Spaas had een probleem met zijn productieplanningspakket, Mfg/Pro van het Amerikaanse QAD, waarvoor het twee jaar geleden ettelijke miljoenen frank betaalde. “Mfg/Pro is heel goed wat logistiek en afhandeling op de werkvloer betreft, maar de gegevens moeten dan wel worden ingevoerd door mensen die daarin een grondige opleiding hebben gehad.” Bij dat laatste knelt het schoentje voor Spaas, omdat kaarsen een erg seizoensgebonden product zijn met omzetpieken rond Pasen en vooral Kerstmis. Om de productieschommelingen op te vangen, werkt Spaas (160 mensen, 1 miljard frank omzet) met tijdelijk personeel. Gerits: “Je kan het niet maken om die interims een opleiding te geven in Mfg/Pro. Zij moeten een eenvoudig systeem hebben om te melden hoelang ze aan een order hebben gewerkt en hoeveel stuks zij hebben geproduceerd.”

Kwam daarbij dat Spaas problemen ondervindt met het maatwerk dat door het Nederlandse filiaal van Largotim bovenop de Mfg/Pro-toepassing is geschreven (en dat meer heeft gekost dan de toepassing zelf). Afgezien van de noodzaak om de 580 programma’s van die maatapplicatie Jaar-2000-conform te maken, valt het onderhoud van de Mfg/Pro-modules waarop het maatwerk ingrijpt ook buiten het standaardonderhoudscontract van QAD. Dat er een nijpend tekort is aan specialisten in Mfg/Pro is geen hulp.

Pc’s zonder ventilator

De ervaringen met pc’s en Visual Basic uit het verleden indachtig, ging Herman Gerits alternatieven bekijken. Pc’s in de productiehal waren sowieso een probleem, vreesde Gerits, omdat de ventilator stof en paraffine zou aantrekken. “Een pc zou het hier niet lang uithouden.” Karaktergebaseerde schermen of grafische X-terminals – terminals zonder eigen intelligentie – waren een alternatief, maar niet bepaald toekomstgericht.

Een vijfdaagse Java-cursus

bij Sun Microsystems leidde tot een verwijzing naar JCS International, dat als proof of concept een eenvoudige toepassing in Java schreef: een programma bovenop een Progress-database dat in het magazijn uitmaakte waar de paletten best konden worden gestockeerd. De pc werd bediend via een aanraakscherm.

Dat werkte, maar in de productiehal zouden geen pc’s, maar netwerkcomputers (nc’s) komen. “Netwerkcomputers hebben geen ventilator. Het is gewoon een gesloten doos,” wijst Herman Gerits naar de zwarte IBM Network Station 1000. Sun greep naast de bestelling omdat zijn JavaStations een Sun-server vereisen, terwijl Spaas best tevreden is over de IBM RS-6000 server waarop het hele bedrijf draait.

In tegenstelling tot de beloften bij de lancering van de nc, twee jaar geleden, kost de Network Station 1000 (weliswaar het topmodel uit de reeks) vandaag niet minder, maar ongeveer evenveel als een pc. Daartegenover staat dat de machines effectief veel goedkoper zijn in onderhoud. De Network Stations verbruiken ook minder dan 40 watt. “Ze blijven continu aanstaan,” zegt Gerits. Dat de server ‘s nachts tijdens de backup een uur de verbinding afsluit, is geen probleem. “Zo’n Network Station leeft op zichzelf. Alleen het booten ( nvdr – opstarten) gebeurt vanop de server. Ik installeer ze op vier à vijf minuten. Als er iets fout mee moest gaan, ben ik op vijf minuten terug aan het werk.” Hij verwijst als contrast naar een Windows 95-pc in de administratie die net is vastgelopen. “Begin maar te zoeken. Daar ben je een dagje mee zoet.”

Alle begin is moeilijk…

Het schrijven van de inputmodule zelf in Java had alles van pionierswerk. Toen Herman Gerits een jaar geleden met het project begon, bestonden er nog geen ontwikkelingsomgevingen voor Java zoals nu. Sun verwees hem door naar Stephan Janssen van JCS International, een Java-adept van het eerste uur, die onder meer ervaring opdeed bij het Zaventemse FICS. Er moest letterlijk nog “met de hand” een code worden geschreven. “Het heeft veel geld gekost. Met Visual Café van Symantec doe je dat nu op pakweg een derde van de tijd,” zucht Gerits.

De toepassing zelf zal geen prijs winnen voor esthetiek. Er wordt geen toetsenbord gebruikt. Wel – in afwachting dat de driver voor het aanraakscherm wordt geïnstalleerd – een muis. Door het aanduwen van vlakken op het scherm wordt de machine geïdentificeerd en het aantal eenheden doorgegeven. Dat gebeurt niet rechtstreeks in Mfg/Pro. De informatie wordt omgezet in een “sim”, een simulatie van wat de invoer via het toetsenbord zou zijn geweest. Het is de sim die naar Mfg/Pro op de server wordt doorgestuurd. “Er is geen rechtstreekse invoer. Op die manier blijft het onderhoudscontract ongeschonden,” verklaart Herman Gerits. Binnen vijftien tot twintig seconden drukt de printer een bevestiging af, die dan op het palet wordt gekleefd.

Ook in de administratie

“De volgende stap is om hier een grafische productierapportering achter te steken, zodat de productiechefs mooi gepresenteerd kunnen zien hoeveel er geproduceerd is in welke shifts, hoelang de stilstanden zijn geweest, hoe er omgesteld is geweest.”

Het zal niet bij deze productietoepassingen blijven. Spaas heeft de smaak van het Internet te pakken en bekijkt hoe de pc’s in de administratie kunnen worden vervangen door nc’s en de e-Suite-kantoortoepassing van IBM/Lotus. Een elektronische catalogus is in voorbereiding. Het Internet moet de vertegenwoordigers helpen bij het doorgeven van hun bestellingen en de opvolging van de voorraden. De acht depots van Spaas zijn nu via dure ISDN-lijnen met de hoofdzetel verbonden. “Wij gaan die vervangen door een firewall ( nvdr – een netwerkbeveiliging) en één vaste verbinding met een Internet service provider, zodat ook onze klanten eventueel bestellingen kunnen ingeven,” betoogt Gerits.

Hoe die toepassingen

concreet zullen worden uitgewerkt, ligt nog niet vast. Spaas is op zoek naar hulpmiddelen, die ook over een paar jaar nog zullen bestaan. Progress Software, de leverancier van de database en vierdegeneratietaal waarmee Mfg/Pro is geschreven, werkt zelf aan een omschakeling naar Java. Dankzij de overname van Apptivity, vorig jaar, verwierf het een Java-ontwikkelingsomgeving die door een reeks analisten erg hoog wordt ingeschat voor bedrijfstoepassingen. “Maar Apptivity is voor onze toepassing tamelijk duur,” zegt Herman Gerits. “We hebben nog geen beslissing genomen.”

BRUNO LEIJNSE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content