INTERNET (3). Zonder grenzen

Robert Van Apeldoorn redacteur Trends-Tendances

E-mail of elektronische post is de populairste funktie van het Internet. De mogelijkheden zijn veel krachtiger dan ze lijken…

Voor de overgrote meerderheid van de gebruikers blijft het Internet op de eerste plaats een systeem voor wereldwijde elektronische post. In tegenstelling met e-mail (elektronische post) in organizaties en bedrijven, hoeven de gebruikers niet vooraf in het systeem opgenomen te zijn. Het volstaat dat men het adres van de korrespondent kent, waar hij zich ook bevindt.

In de Verenigde Staten en schoorvoetend in Europa geraakt de vermelding van het elektronische adres op het naamkaartje ingeburgerd. Onder het telefoon- en faxnummer staat dan iets in de trant van a. peeters vub. ac. be (fiktief). Dat adres draait rond het teken. Ervoor komt de naam van de gebruiker in zijn lokale systeem. Erna staat het “domein” dat het systeem identificeert dat de boodschap verstuurt. Deze kode moet omgekeerd worden gelezen : be voor België, ac voor akademische sektor en vub voor Vrije Universiteit Brussel. Bedrijven of organizaties kunnen hun naam in het domein laten voorkomen.

De elektronische post via het Internet heeft het voordeel dat hij weinig middelen vraagt. Men hoeft niet over een erg krachtige computer of een supermodem te beschikken om deze eerste stap in de wereld van het Internet te zetten. Sommige toegangsleveranciers, zoals Infoboard Telematics of Eunet (voor de toegangsmogelijkheden tot het Internet, zie Trends van 20 maart jl., blz. 112), bieden abonnementen aan met uitsluitend e-mail, soms gekombineerd met toegang tot newsgroups.

FUNKTIES.

De basisfunkties van e-mail op het Internet zijn identiek aan die van de interne systemen (CC : Mail, QuickMail…). Om te beginnen kan de gebruiker dezelfde post naar verscheidene personen sturen zonder iets te kopiëren, met behulp van de “carbon copy”-funktie (CC). Hij kan ook met de “reply”-funktie op een bericht antwoorden zonder het adres van zijn korrespondent te kennen. Met “forward” wordt een ontvangen boodschap, eventueel aangevuld met kommentaar, naar een derde doorgestuurd. Last but not least kan een bestand worden gekoppeld aan een e-mailbericht. Als de korrespondent over de nodige programma’s beschikt om de ontvangen bestanden te lezen, opent het systeem interessante mogelijkheden : spreadsheets, teksten, beelden en zelfs geluiden of programma’s kunnen worden verstuurd. Sommige programma’s bevatten ook een adressenboekje.

De elektronische post van het Internet wordt een konkurrent van de fax en de telefoon. Eén van haar voordelen is de lage prijs, wat niet gezegd kan worden van de e-mailsystemen van de telekommunikatiebedrijven (X-400) die niet rechtstreeks werken.

De korrespondent hoeft niet aanwezig te zijn om boodschappen te ontvangen. Men kan zijn elektronische postbus van op eender welke plaats raadplegen, op voorwaarde dat de Internet Service Provider (ISP) over de nodige inbelpunten beschikt.

DE MINIMALE FORMULE.

Hoe kan men met e-mail werken ? Alles hangt af van het soort van aansluiting dat men neemt. Bij een shell account varieert de software van elementaire programma’s met opdrachtregel (dus zonder grafische vensters), bijvoorbeeld bij Infoboard Telematics, tot sympatiekere dialoogprogramma’s, bijvoorbeeld bij Compuserve, dat met vensters werkt. De basismogelijkheden zijn echter dezelfde.

Bij IP-toegang, die de gebruiker alle mogelijkheden van het Internet biedt, moet men zelf de software kiezen en installeren. Het meest courante mail-programma heet Eudora, bestaat in versies voor pc en Mac en is gratis (op voorwaarde dat men toegang heeft tot het Net). Het zit zelfs vaak bij boeken over het Internet.

EEN ADRES VINDEN.

E-mail gaat echter niet vanzelf. Het eerste en niet geringste probleem is het vinden van een adres. De eenvoudigste manier is natuurlijk… het te vragen of het over te nemen van een boodschap die men heeft ontvangen. De andere manieren zijn minder zeker. Aangezien het Internet niet gecentralizeerd is, zijn er geen nationale of internationale lijsten van elektronische adressen. De bestaande gidsen zijn erg onvolledig.

Men kan ook via e-mail een dienst raadplegen die Knowbot Information Service (KIS) heet. Eén van de adressen waar u de dienst kunt bereiken is kis cnri. reston. va. us, en de boodschap die u moet sturen is erg kort :

query

(voornaam naam)

quit

Nog een andere manier is het raadplegen van het Usenet, de tematische diskussiegroepen van het Internet. Er zijn er meer dan 7000. Als een korrespondent heeft deelgenomen aan een “newsgroup”, kunt u zijn adres terugvinden op een server van het MIT, in de VS. Om dat te doen stuurt u de volgende boodschap naar mail-server rtfm. mit. edu :

send usenet-addresses/naam van de gezochte persoon

quit

De derde oplossing is alleen bruikbaar als u het domein van de gezochte persoon kent. U stuurt dan een boodschap naar zijn netwerkbeheerder om te vragen of hij het gewenste elektronische adres kent. Dat verzoek, gericht aan postmaster domain, zou er als volgt kunnen uitzien (desnoods in het Engels) : “Ik denk dat u een gebruiker op uw net hebt die Jan Peeters heet. Kunt u hem deze boodschap doorgeven : Jan, kun je me je e-mail adres sturen ? ” Als Jan Peeters op het net van de VUB zit, stuurt u het verzoek naar postmaster vub. ac. be. De netwerkbeheerder zal er in principe op reageren.

Uit dergelijke zoekfunkties blijkt hoeveel verder de elektronische post gaat dan een eenvoudig berichtensysteem. Ze is ook een instrument om bepaalde databanken te raadplegen. Elke bezitter van een elektronisch adres kan bijvoorbeeld officiële dokumenten opvragen bij het Witte Huis. Het volstaat een boodschap te sturen naar publications whitehouse. gov met het verzoek “send index”. U krijgt dan snel een lijst en kunt de gewenste dokumenten opvragen (“send file nummer van het bestand”).

ABONNEMENTEN.

Een andere krachtige funktie zijn de verzendlijsten (listserv). Wie een e-mail adres op het Internet heeft, kan zich abonneren op servers die gespecializeerd nieuws verspreiden over de meest gevarieerde onderwerpen, van de bescherming van de walvis tot de juristen in Vlaanderen. Andersom maakt deze techniek het mogelijk een identieke boodschap (bijvoorbeeld een gewijzigde prijslijst) naar een groot aantal gebruikers te sturen zonder uren voor het scherm te zitten. De inschrijving kan automatisch gebeuren, door middel van een verzoekje (subscribe voornaam naam) te sturen naar het volgende adres : naam van de lijst-request domein van de server van het abonnement. Om het abonnement te schrappen, doet u hetzelfde met de opdracht unsubscribe.

Er bestaan nog andere manieren om zich op lijsten te abonneren. Wie er meer over wil weten, verwijzen we naar de gespecializeerde, meestal in Amerika uitgegeven boeken over het Internet. Erg nuttig is “The Internet by E-Mail” van Clay Shirky, uitgegeven door Ziff-Davis Press.

DE KOMMUNIKATIE BEVEILIGEN.

Dan blijft er nog het vraagstuk van de veiligheid. Het eerste gevaar is dat van de virussen : alle freeware-programma’s die gebruikt worden om met een pc het Internet te bereiken, moeten eerst door de virus-checker. Hetzelfde geldt voor alle bestanden die van het Net werden gesponsd.

De e-mail op het Internet is niet veilig voor indiskrete lezers. Het wordt dan ook steeds gebruikelijker de post te koderen. Het meest courante programma om dat te doen heet PGP (Pretty Good Privacy), werd in de VS ontwikkeld door Paul Zimmerman en mag in teorie niet worden uitgevoerd. Een tip voor wie dit wondertje van kodering wil proberen : u kunt het via e-mail downloaden. Hoe ? Stuur een boodschap met de volgende opdrachtregels naar het adres mailserv nic. funet. fi :

ENCODER uuencode

SEND pub/crypt/pgp23scrA. zip

SEND pub/crypt/pgp23A. zip

Of stuur één enkel woordje naar ftpmail decwrl. dec. com : “help”. Kijk 24 uur later in uw postbus.

ROBERT VAN APELDOORN

EEN DOKUMENT NODIG VAN HET WITTE HUIS ? Stuur een berichtje naar publications whitehouse. gov.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content