INTERAKTIEVE TELEVISIE. U vraagt, wij tonen

Robert Van Apeldoorn redacteur Trends-Tendances

De interaktiviteit is de toekomst van de televisie. Een experiment in Orlando bewijst de mogelijkheden van het medium, maar de investering ligt nog altijd hoog. Toekomstlessen voor Telenet Vlaanderen.

De interaktieve televisie bestaat, maar je moet wel de deur uit om hem te vinden. Ongeveer 400 gezinnen in Orlando (Florida) testen het systeem sinds december vorig jaar. Op het einde van dit jaar zal de groep tot 4000 worden uitgebreid. Deze bevoorrechte kijkers krijgen een heel ander aanbod dan de 11,5 miljoen “gewone” abonnees van kabeldistributeur Time Warner Cable. Wanneer ze hun televisie aanzetten, zien ze een kleurige carrousel, die ze met behulp van een nogal indrukwekkende maar erg intuïtieve afstandsbediening kunnen laten draaien. In die carrousel volgen de rubrieken elkaar op : spelletjes, interaktief winkelen, de interaktieve bioskoop (video op verzoek). Wie een film wil bekijken, kan vandaag kiezen uit 60 verschillende aanbiedingen. Op het einde van het jaar worden het er 120, allemaal te bekijken tegen een prijs van 2,95 dollar. Evenveel als in de buurtvideoteek, maar zonder de last van de verplaatsing.

Met eenzelfde gemak kiest de kijker de rubriek shopping. Met behulp van de afstandsbediening kiest men in de interaktieve kataloog het kledingstuk dat men wil. Aankopen worden bevestigd met een kredietkaart.

Het is niet de enige test die in de VS plaatsvindt, maar wel de meest spectaculaire. “Het verschil is dat Orlando voor zover ik weet de enige plaats is met echte klanten, die betalen wat ze kopen, in plaats van personeelsleden van een kabelmaatschappij, ” zegt Ed Birss, de voorzitter van Interactive Digital Solutions (IDS). Deze vorig jaar gestarte joint venture van AT&T, computerleverancier Silicon Graphics en Time Warner Cable wil twee vliegen in één klap slaan : enerzijds moet Orlando het vertrekpunt worden van de Full Network Service, de interaktieve televisie dieTime Warner vanaf 1999 op al zijn netwerken wil aanbieden, anderzijds moet de test dienen als uitstalkast voor het koncept en het materiaal, die men aan andere netwerken hoopt te verkopen in de VS, Japan, Europa en misschien zelfs België.

Wie wil betalen ?

Momenteel is het nog niet mogelijk om ekonomische besluiten te trekken uit het experiment in Orlando. “De grote technische problemen zijn opgelost, ” meent Ed Szurkowski, direkteur van het Interactive Delivery Lab van AT&T Network Systems (New Jersey). “We kunnen zonder problemen programma’s op verzoek uitzenden naar duizenden mensen tegelijk, zelfs naar heel Manhattan. Maar iedereen wacht tot de prijs van de infrastruktuur daalt. ” Tussen haakjes, een aansluiting kost tussen 1000 en 2000 dollar geen peulschil dus. Nog altijd weet men niet of kijkers wel een dermate hoge prijs voor interaktieve televisie zullen willen betalen. De keuze van Orlando is trouwens geen toeval. Het is een rijke streek. En dat geldt ook voor de andere plaatsen waar de interaktieve televisie zich ontwikkelt, zoals Long Island, de sjieke voorstad van New York, waar kabeldistributeur Cablevision een eerste schijf van 20.000 aansluitingen wil installeren.

Time Warner Cable wil in ieder geval het gamma van de aangeboden diensten zo groot mogelijk te maken. Naast de al genoemde diensten zijn er ook plannen voor nieuws op verzoek, interzonale telefonie (1), verzending van medische beelden (voor dokters), muziek op verzoek, sport op verzoek, onderwijs op afstand, thuisbankieren en videokonferenties (voor de zakenwereld). De onderliggende teorie : door meer diensten aan te bieden, zal de interaktieve televisie onmisbaar worden, en zal het mogelijk worden de investeringen af te schrijven.

België heeft geen haast.

Voor België, met zijn 3,5 miljoen abonnees, zou de investering in het gunstigste geval oplopen tot meer dan 100 miljard frank. Dit bedrag verklaart waarom de 35 kabelmaatschappijen van ons land, met hun jaarlijkse omzet van meer dan 10 miljard frank, niet staan te springen om mee te doen. De droom van de interaktieve televisie lijkt wat op de fabel van La Fontaine over de kikker die zo groot wou zijn als een os…

Weinig kabelmaatschappijen hebben trouwens plannen voor interaktieve televisie. Aangezien het meestal om intercommunales gaat, die volledig of gedeeltelijk uit gemeenten zijn samengesteld, beschikken ze over weinig investeringsmiddelen. Daarnaast worden ze gekonfronteerd met de toenemende konkurrentie vanwege de satelliettelevisie.

De privé-kabelmaatschappijen hebben dan weer andere objektieven. Coditel bijvoorbeeld richt zijn energie op het verkrijgen van een licentie voor het tweede GSM-telefoonnet, een operatie die winstgevender lijkt.

Telenet Vlaanderen.

Maar dan verschijnen Telenet Vlaanderen en Titan op het toneel. Beide groepen, ten noorden en ten zuiden van de taalgrens, willen de waaier van diensten die de kabel aanbiedt, uitbreiden. In het geval van Telenet Vlaanderen is het eerste doel het leveren van telefoonverbindingen via de kabel. Het projekt voorziet dat de 21 Vlaamse kabelmaatschappijen (en iedereen die wil meedoen) technisch in staat zullen zijn om interaktieve televisie aan te bieden, maar Telenet zelf zal niet in de eigenlijke diensten investeren. “Als bedrijven in dit domein willen investeren, zullen we hen een heel interessant tarief aanbieden, ” zegt Guido Declercq, de direkteur van Telenet Vlaanderen.

Aan Franstalige kant is dat onderwerp niet aan de orde. Titan beperkt zich namelijk tot het testen van de digitale televisie en de nieuwe diensten die deze mogelijk maakt. Er wordt ook onderzocht hoe men met smart cards de toegang kan kontroleren. Titan werkt in Luik aan een eerste testprogramma voor ongeveer 2000 abonnees, waarbij met behulp van een IBM-server onder meer interaktieve televisie zal worden aangeboden. Aan commerciële projekten wordt echter nog niet gedacht.

En dan is er nog Belgacom. Het telekommunikatiebedrijf houdt zich niet a priori bezig met interaktieve televisie, maar de technische vooruitgang en de evolutie van de Europese reglementeringen openen een deur naar die nieuwe wereld. Het is nu immers mogelijk om via een gewone telefoonlijn videobeelden van behoorlijke kwaliteit te versturen, vergelijkbaar met die van een VHS-videocassette (2 megabits per sekonde). Deze techniek draagt de naam ADSL.

Belgacom zal het systeem uittesten bij een groep van 50 kijkers (allemaal personeelsleden van het bedrijf) in Brussel. “Het is op de eerste plaats een technische proef, ” vertelt Alain Denef, de multimedia-verantwoordelijke van Belgacom. “Wij proberen de nodige know-how te vergaren. ” Vandaar ook de naam van de operatie : Tectris. De tweede faze, die van de commerciële studie, is voor volgend jaar voorzien en zal Comtris heten.

Bijna video op verzoek.

België zal met andere woorden braaf wachten tot de interaktieve televisie zijn kinderziekten achter de rug heeft en de schaalekonomie haar werk heeft gedaan. Dat betekent echter niet dat er niets zal gebeuren. Zowel Telenet Vlaanderen als kabelmaatschappijen zoals Coditel denken in eerste instantie aan de semi-interaktiviteit van bijna video op verzoek (NVOD : near video on demand). De kijker kan hier een beperkte keuze maken uit gekodeerde programma’s, bijvoorbeeld een recente film of een sportevenement. Hij betaalt geen maandabonnement zoals bij FilmNet, maar koopt elke uitzending die hij bekijkt. Het voordeel van de techniek is dat ze minder investeringen vergt en de konkurrentie met de satelliet mogelijk maakt.

De totale interaktiviteit is in feite de laatste stap van een technische evolutie die de televisie nu al beïnvloedt : de digitalizering. De nieuwe technologie heeft reeds haar stempel gedrukt op de muziek, waar het vinyl vervangen is door de cd (met gedigitalizeerd geluid). Hetzelfde kan met televisiebeelden. De digitalizatie heeft verschillende interessante gevolgen. Ten eerste verbetert de kwaliteit. De gebruikers van de vroegere mobilofoniesystemen die overgestapt zijn naar GSM kunnen daarvan meespreken. Een tweede gevolg is de mogelijkheid om de signalen te komprimeren. Kompressie van videosignalen houdt in dat men alleen de veranderingen tussen de opeenvolgende beelden verstuurt. Bij wijze van uitzondering is de audiovisuele wereld het eens geworden over één enkele universele kompressiestandaard, de MPEG2-norm. Volgens de overeengekomen normen zal deze MPEG2-kompressie de mogelijkheden van een analoog kanaal met zes tot acht vermenigvuldigen. Dat betekent dat een net dat nu 35 numerieke kanalen aanbiedt, meer dan 210 digitale kanalen zou kunnen brengen. Hierdoor zou het weer mogelijk zijn om “getrapte” uitzendingen aan te bieden : een identiek programma kan op verschillende kanalen worden herhaald, telkens een half uur later, zodat de kijker niet langer aan een uurschema gebonden is.

Het toppunt van de technologie wordt het opslaan van films, nieuws en alle andere gewenste programma’s op servers. Een keer deze gedigitalizeerd zijn, kan men de videobeelden in computers bewaren en vanop afstand over het net opvragen. En dat is nu net het principe van interaktieve televisie.

ROBERT VAN APELDOORN

(1) De telefonie is in de VS onderverdeeld in maatschappijen die de verschillende staten met elkaar verbinden (AT&T, MCI, Sprint…) en plaatselijke maatschappijen (Nynex in New England, Pacific Bell in Californië). De huidige deregulering zal deze verdeling echter doen verdwijnen.

(2) Titan (Television Interactive Terminals and Associated Networks) groepeert de RTBF, RTL Tvi, Canal+ België, de kabelmaatschappijen, Belgacom, Philips, Gillam, Alcatel Bell SDT, SEE, IBM, de UCL, de ULB, de ULG, de FUNDP en Audiopresse.

HET NAVIGATIESYSTEEM VAN DE INTERAKTIEVE TELEVISIE IN ORLANDO Je kiest je menu met behulp van de carrousel.

ED SZURKOWSKI (AT&T NETWORK SYSTEMS)”De grote technische problemen zijn opgelost. Het is alleen de vraag wat de kijkers voor de nieuwe diensten willen betalen. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content