De eurozone telde eind mei 28.000 werklozen minder dan in april. Toch blijft de werkloosheidsgraad stabiel op 11,6 procent, blijkt uit cijfers van het Europees statistiekbureau Eurostat.
De eurozone telde in mei 18,552 miljoen werklozen. Dat zijn er 636.000 minder dan in dezelfde maand vorig jaar. De eurozone kampte toen met een werkloosheidsgraad van 12 procent, tegenover 11,6 procent eind mei van dit jaar.
De verschillen binnen de eurozone blijven evenwel groot. Terwijl Griekenland en Spanje worstelen met een werkloosheidsgraad van boven de 25 procent, ligt dat van de Duitse locomotief op 5,1 procent. Oostenrijk telt met 4,7 procent werklozen het laagste werkloosheidspercentage van de eurozone.
In vergelijking met een jaar geleden daalde de werkloosheid in eenentwintig lidstaten van de Europese Unie, steeg ze in zes en bleef ze stabiel in Oostenrijk. De grootste afname werd geregistreerd in Hongarije (van 10,5 to 7,9 procent tussen april 2013 en april 2014), Portugal (van 16,9 tot 14,3 procent) en Ierland (van 13,9 tot 12 procent). De grootste toename werd geregistreerd in Luxemburg (van 5,8 tot 6,3 procent), Italië (van 12,1 tot 12,6 procent), Finland (van 8,1 tot 8,5 procent) en Nederland (van 6,6 tot 7,0 procent).
Desastreus blijft de werkloosheid onder jongeren (-25 jaar). Vooral in Griekenland (57,7 procent) en Spanje (54 procent) tiert de jeugdwerkloosheid welig.
Een kentering is niet meteen in zicht. Volgens berekeningen van de Europese Commissie neemt de werkloosheid binnen de eurozone heel langzaam af van het huidge percentage van 11,6 procent, tot 11,4 procent volgend jaar.
“Terwijl de werkloosheid in de eurozone geleidelijk is afgenomen in vergelijking met het piekniveau van 2013, blijft het werkloosheidscijfer ontstellend hoog en komt daar op korte termijn geen verandering in”, aldus Howard Archer, analist bij IHS. (Reuters/BO)
