De werkloosheidsgraad in de eurozone bleef in juni stabiel op 9,9 procent van de actieve bevolking. Dat blijkt uit een rapport van het Europees statistisch bureau Eurostat.
De werkloosheid in de eurozone bedraagt net als in mei 9,9 procent tegenover 10,2 procent in juni 2010. In de volledige Europese Unie (EU) bedraagt de werkloosheidsgraad 9,4 procent, evenveel als in mei. In juni 2010 was dat 9,7 procent.
Volgens de berekeningen van Eurostat waren er in juni in totaal 22,5 miljoen mannen en vrouwen werkloos in de Europese Unie, van wie 15,6 miljoen in de eurozone. In vergelijking met mei daalde het aantal werklozen met 38.000 in de EU, en met 18.000 in de eurozone.
Oostenrijk telt met 4 procent de laagste werkloosheidsgraad, gevolgd door Nederland (4,1 procent) en Luxemburg (4,5 procent). Spanje noteert de hoogste werkloosheidsgraad (21 procent), voor Litouwen (16,3 procent in het eerste kwartaal van 2011) en Letland (16,2 procent in het eerste kwartaal). Ons land behoort met 7,4 procent bij de betere leerlingen van de klas.
In juni 2011 neemt de werkloosheid in de eurozone onder de jongeren (-25 jaar) licht af van 20,5 tot 20,3 procent tegenover juni 2010. Het laagste aantal werkloze jongeren vind je in Nederland (7,1 procent), Australië (8,2 procent) en Duitsland (9,1 procent), het hoogste aantal in Spanje (45,7 procent), Griekenland (38,5 procent), Slovakije (33,3 procent) en Litouwen (32,6 procent).
Uit cijfers van Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) blijkt dat de werkloosheid in Vlaanderen in juli voor de elfde maand op rij gedaald is. De werkloosheidsgraad daalde met 7,7 procent tegenover vorig jaar. Op dit moment zit 7,2 procent van de beroepsbevolking in Vlaanderen zonder werk. Omgerekend telde Vlaanderen eind juli 211.524 niet-werkende werkzoekenden, of een daling met 17.615 (7,7 procent) tegenover juli 2010.
(BO)
