De werkloosheidsgraad van de eurozone bedroeg in maart 11,8 procent, die van de Europese Unie, met de 28 lidstaten, 10,5 procent.
De werkloosheidsgraad van de eurozone bedroeg in maart 11,8 procent. Dat is een status quo tegenover februari, maar een lichte daling ten opzichte van de 12 procent in maart 2013. In de Europese Unie, met de 28 lidstaten, gaat het om een werkloosheidsgraad van 10,5 procent, tegenover 10,9 procent een jaar eerder.
Dat heeft het Europese statistiekbureau Eurostat (pdf) bekendgemaakt.
De werkloosheid onder mensen jonger dan 25 jaar in het eurogebied kwam in maart uit op 23,7 procent.
Voor België noteerde Eurostat een werkloosheidsgraad van 8,5 procent in maart, tegen 8,3 procent een jaar eerder.
Rangschikking van alle 28 EU-landen (cijfers van maart tenzij anders vermeld)
1. Oostenrijk – 4,9 procent
2. Duitsland – 5,1 procent
3. Luxemburg – 6,1 procent
4. Denemarken – 6,5 procent
5. Tsjechië – 6,7 procent
6. Malta – 6,8 procent
7. Verenigd Koninkrijk – 6,8 procent (cijfer van januari)
8. Nederland – 7,2 procent
9. Roemenië – 7,2 procent
10. Estland – 7,8 procent (cijfer van februari)
11. Hongarije – 7,9 procent (cijfer van februari)
12. Zweden – 8,1 procent
13. België – 8,5 procent
14. Finland – 8,5 procent
15. Polen – 9,6 procent
16. Slovenië – 9,7 procent
17. Frankrijk – 10,4 procent
18. Litouwen – 10,8 procent
19. Letland – 11,6 procent
20. Ierland – 11,8 procent
21. Italië – 12,7 procent
22. Bulgarije – 13,1 procent
23. Slowakije – 13,9 procent
24. Portugal – 15,2 procent
25. Kroatië – 17,3 procent
26. Cyprus – 17,4 procent
27. Spanje – 25,3 procent
28. Griekenland – 26,7 procent (cijfer van januari)
