‘Vlamingen zijn kleine rebellekes’
Antoon De Proft trok naar Silicon Valley, zijn zoon Max volgde hem bijna dertig jaar later.
Antoon De Proft (51, ex-ICOS Vision Systems) begon zijn carrière bijna dertig jaar geleden in Silicon Valley. Zijn zoon Max (25) ging twee jaar geleden zijn heil zoeken in datzelfde mekka van de technologie-industrie. “In Amerika willen bedrijven de wereld veroveren, hier gaat de ambitie vaak niet verder dan de landsgrenzen.”
Vader en zoon De Proft hebben iets met computerchips. Als jonge ingenieur begon Antoon De Proft in 1984 vanuit Silicon Valley te werken voor het toen nog erg kleine ICOS Vision Systems, een Vlaamse producent van inspectiesystemen voor chips.
Het bedrijf, oorspronkelijk een spin-off van de KU Leuven, is ondertussen in handen van het Amerikaanse KLA-Tencor. Zijn zoon Max werkt al bijna twee jaar bij Ozmo Devices, dat chips ontwikkelt voor communicatie tussen een draadloze muis of toetsenbord met een computer. Dat bedrijf is opgericht door de Belgische expats Katrijn Vleugels en Roel Peeters.
Ingenieurs zoals u beiden slepen een wat saaie reputatie met zich mee.
De Proft: “In de perceptie van de mensen is dat een zeer enge studie, waar de beroepskeuze beperkt is en je ergens een gele bouwvakkershelm moet dragen. In de praktijk is het net omgekeerd. Mensen met ons profiel vind je overal terug, ook in kaderfuncties of commerciële functies. Mijn zoon en ik zijn generalisten. Ingenieursstudies geven je de meeste mogelijkheden achteraf.”
U hebt in de VS en in Azië gewerkt. Kunnen we iets van hun aanpak leren?
De Proft: “Dankzij onze brede opleidingen zijn wij bijzonder goed in improviseren. Vlamingen zijn zeer creatief en denken voor zichzelf. Het nadeel is dat wij ons minder goed in groeiende organisaties laten inpassen. We zijn allemaal kleine rebellekes. Dat bemoeilijkt het doorgroeien van bedrijven. In de Angelsaskische wereld hebben ze die operationele uitmuntendheid toch beter onder de knie. Individueel zijn ze minder creatief, maar ze passen beter in grote structuren. Dat gaat een beetje samen met hun ambitie. Als je de wereld wil veroveren, moet je operationeel ook top zijn.
“Chinezen zijn dan weer erg pragmatisch. Dat is ook een van de redenen waarom het communisme daar zolang standhoudt. Ze schikken zich in alles. Een werkloze Chinees, dat zie je niet. Ik heb van in het begin in het succes van China geloofd.”
De Proft: “Chinezen hebben die ongebreidelde kapitalistische ambitie gekoppeld aan een sterke collectieve structuur die hun op dit moment geen windeieren legt. Ze beseffen wat ze wel en wat ze niet kunnen. Voor het ontbrekende gaan ze 100 procent.”
Kunnen we daar nog mee concurreren?
De Proft: “We mogen niet vergeten dat we slechts met 10 miljoen zijn. In China is dat een stevige provinciestad. België kan daarom niet overal kampioen in zijn. Kijk eens naar het Vlaams Instituut voor Biotechnologie of naar het Leuvense onderzoekscentrum imec. Alleen al bij dat laatste werken er 2000 toponderzoekers, die van over heel de wereld naar hier komen. Soms hebben we een veel te groot gedacht van het buitenland. We denken dat daar enkel genieën rondlopen. Niets is minder waar. De gemiddelde kwaliteit ligt hier zelfs hoger. We moeten realistisch zijn en keuzes maken.”
Stijn Fockedey
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier