‘Terugkeren naar oude landbouwmethoden is geen optie’: koolstofcredits worden verdienmodel voor regeneratieve boeren

Op de Poolse Krakow City Farm verbouwen vrijwilligers groenten via regeneratieve landbouw, geïnspireerd door permacultuur. | Bron: Omar Marques/Anadolu Agency via Getty Images

Terwijl de landbouw onder druk staat om te verduurzamen, biedt een onverwachte kans boeren een nieuw verdienmodel. De Nederlander Bart van Beuzekom heeft een methode ontwikkeld waarmee boeren in de regeneratieve landbouw zowel ecologisch als financieel kunnen floreren. “Het is niet genoeg om te zeggen dat we duurzame landbouw willen. We moeten er economisch een succes van maken.”

Bart van Beuzekom, econometrist van opleiding, kent de wereld van de financiële producten als geen ander. Bij BlackRock werkte hij met toxische financiële instrumenten zoals CDO’s, producten die bestaan uit een pakket van verschillende schulden. Hij doorzag al snel dat het systeem inherent gebrekkig was. “Het werd duidelijk dat het hele systeem gebaseerd was op een stempeltje en een regeltje van de Europese Centrale Bank”, herinnert hij zich. “En dan blijkt dat een mechanisme waarvan iedereen weet dat het niet werkt, inderdaad niet werkt.” Die realisatie bracht hem ertoe de financiële sector achter zich te laten en zich te richten op iets wat volgens hem meer impact had: regeneratieve landbouw.

“Bij regeneratieve landbouw staat de bodemkwaliteit centraal, waarbij gewasrotatie en de keuze van gewassen een cruciale rol spelen”, legt onderzoeker Koen Willekens van ILVO uit. “Het gaat hierbij om een circulaire benadering van landbouw, die erop gericht is nutriënten maximaal binnen het systeem te houden en externe inputs, zoals kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen, te verminderen. Daarnaast streeft regeneratieve landbouw ernaar de weerbaarheid van het systeem tegen ziekten en plagen te vergroten.”

Extra inkomstenbron

Zijn interesse in regeneratieve landbouw begon na een crowdfundingproject voor een boerderij in de Amazone – en de kortfilm ‘Life in syntropy, waarin de voorbeeldboerderij die ze gingen imiteren te zien is – waar hij de voordelen zag van landbouwmethoden die de bodemgezondheid verbeteren. “Op de voorbeeldboerderij transformeerden ze 500 hectare woestijn in een tropisch regenwoud. Het systeem produceerde drie keer zoveel cacao als de buurman en ook bananen, hout en andere gewassen. De biodiversiteit nam sterk toe, er werd veel koolstof opgeslagen en waar vroeger geen water was, stromen nu zeven beekjes. De boerderij verschafte zelfs de buren water. Waarom doet niet iedereen dit?”

Van Beuzekom gaf zijn baan bij een Nederlandse multinational in Rio de Janeiro op, keerde terug naar Nederland en gebruikte zijn kennis om een businessmodel voor regeneratieve landbouw te ontwikkelen. Hij pachtte land in Waddinxveen en Portugal en experimenteerde met noten- en graanteelt.

“Wat je precies doet, maakt niet zoveel uit”, weet Van Beuzekom uit ervaring. “Of je nu kiest om peren- en appelbomen te planten, vee op een andere manier te weiden, cover crops (bedekkingsgewassen, nvdr) te gebruiken, of een andere vorm van landbouw te bedrijven, zoals akkerbouw of stedelijke landbouw – het kan allemaal. Als je bijvoorbeeld pruimen lekker vindt en je vrienden willen altijd pruimen van je kopen, plant dan alsjeblieft pruimen. Zorg er wel voor dat je verschillende planten onder en boven de pruimen hebt om de biodiversiteit te bevorderen, wat weer helpt om water vast te houden of zelfs water toevoegt. Gebruik regeneratieve landbouwtechnieken die passen bij jouw situatie, maar doe vooral wat voor jou werkt.”

Bedrijven die hun CO2-uitstoot willen compenseren, kopen op de koolstofmarkt gecertificeerde ‘credits’ van boeren zoals Van Beuzekom, die hiermee betaald worden voor hun ecologische inspanningen. De Nederlander merkte echter dat de koolstofmarkt vaak ontoegankelijk is voor kleine boeren vanwege de hoge kosten voor certificering en de minimumgrootte die certificeerders van hun bedrijf eisen. Om dit probleem aan te pakken, lanceerde hij dit jaar het platform Scature. Scature, wat staat voor “scale” en “nature”, helpt kleine boeren om hun koolstofopslag te certificeren en verbindt hen met bedrijven die hun credits willen kopen, waardoor ze een extra inkomstenbron krijgen.

‘Als we de natuur volledig haar gang laten gaan, vrees ik dat we met voedseltekorten te maken zullen krijgen, omdat de natuur vaak gewassen voortbrengt waar wij niets aan hebben’

Xavier Gellynck (UGent)

Natuur als vijand

“Regeneratieve landbouw legt de nadruk op het behoud en het verbeteren van de kwaliteit van de bodem, het ecosysteem en alle organismen die daarin leven, inclusief bacteriën, schimmels en nutriënten”, stelt landbouw- en voedingseconoom Xavier Gellynck (UGent). “In de conventionele landbouw redeneren we te vaak op korte termijn en maken we gebruik van chemische middelen om problemen op te lossen.”

Wie kan iets tegen bodemgezondheid en biodiversiteit hebben? “Het is niet zo dat de natuur vanzelf al onze problemen zal oplossen”, betoogt Gellynck. “Dat is een misvatting. De natuur kan, provocerend gezegd, een vijand zijn in plaats van een vriend, wanneer het gaat om voedselproductie. Als we de natuur volledig haar gang laten gaan, vrees ik dat we met voedseltekorten te maken zullen krijgen, omdat de natuur vaak gewassen voortbrengt waar wij niets aan hebben. Dat zijn doorgaans onkruid en andere planten die niet bijdragen aan onze voedselvoorziening.”

Daarom moeten we de natuur en haar hulpbronnen enigszins naar onze hand zetten, zegt de landbouweconoom. “Ik gebruik het woord ‘manipuleren’ liever niet, omdat dat een negatieve connotatie heeft. Maar we moeten wel erkennen dat landbouw altijd een strijd is geweest om gewassen zoals tarwe te domesticeren. Dit proces heeft duizenden, zo niet honderdduizenden jaren gekost om te komen waar we nu zijn. Het optimum in termen van bodemkwaliteit kan afwijken van het economische optimum”, beklemtoont Gellynck.

Dat de landbouw altijd sterk heeft ingezet op maximale productiviteit, “vaak met hoge inputs zoals kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen”, is voor Koen Willekens, onderzoeker aan het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), geen reden om het zo te blijven aanpakken. “Dat heeft geleid tot problemen zoals pesticidenresiduen en nitraatuitspoeling, vooral in Vlaanderen, waar de sector nog steeds wordt teruggefloten door Europa”, stipt Willekens aan. “De focus verschuift nu naar systemen die minder afhankelijk zijn van externe inputs. Regeneratieve landbouw kan economisch voordelig zijn doordat het de behoefte aan die inputs, zoals kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen, vermindert en de bodemkwaliteit verbetert. Dat kan leiden tot een hoger rendement voor de boer, zelfs als de opbrengsten iets lager zijn.”

‘HAK in Nederland kiest voor 100 procent biologische groenten’

Koen Willekens (ILVO)

HAK

De Europese Unie ziet regeneratieve landbouw als een belangrijke strategie tegen de nefaste gevolgen van de klimaatverandering en biedt subsidies om de overgang te ondersteunen. “Er is een duidelijke hernieuwde interesse in die landbouwpraktijken”, merkt Nele Jacobs, woordvoerder van ILVO, op. “De Europese regelgeving creëert een top-downdruk op voedingsbedrijven om duurzaamheid in hun toeleveringsketen te waarborgen, wat de regeneratieve landbouw ondersteunt.”

“Er is een verschuiving gaande in de landbouwmethoden, waarbij reguliere landbouwmethoden langzaam opschuiven naar regeneratieve landbouw”, ziet ook Koen Willekens. “Die overgang is geen plotselinge verandering, maar eerder een proces dat plaatsvindt in verschillende stappen. Deze stappen omvatten keuzes op het gebied van bodembewerking, de keuze van gewassen en bemestingspraktijken.

“We bevinden ons momenteel in een trial-and-errorfase in de overgang naar regeneratieve landbouw,” vervolgt Willekens, “waarbij zowel onderzoek als praktijkexperimenten plaatsvinden. Hoewel er al veel vooruitgang is geboekt op alle aspecten van eens slimmer bodembeheer, met name bemesting, bodembewerking en keuze van gewassen, blijft aanvullend onderzoek nodig om nieuwe technieken en gewascombinaties te verfijnen.

“Sommige bedrijven hebben al succesvol regeneratieve praktijken geïmplementeerd en profiteren hiervan”, weet Willekens. “Andere worden gestimuleerd door zowel een bottom-upbeweging vanuit boeren als een top-downdruk vanuit voedingsbedrijven en Europese regelgeving, die eisen dat de toeleveringsketen duurzamer en sociaal verantwoord wordt. Voorbeelden zoals HAK in Nederland, dat kiest voor 100 procent biologische groenten, en initiatieven zoals het House of Agroecology in België, tonen een groeiende interesse in die duurzame landbouwvormen.”

Technologie speelt een cruciale rol in het ondersteunen van nieuwe, duurzame landbouwpraktijken. Volgens Willekens moet de bodemkwaliteit bekeken worden vanuit een chemische (voedingsstoffen), biologische (biodiversiteit) en fysische (bodemstructuur) invalshoek. “Vooruitgang op die gebieden vereist een diversificatie van gewassen en het gebruik van mengteelten en groenbedekkingsgewassen om het ecosysteem veerkrachtiger te maken en externe inputs te verminderen”, legt hij uit.

‘Regeneratieve landbouw is in de eerste jaren een investering. Je maakt kosten omdat je kennis opbouwt door te experimenteren’

Bart van Beuzekom (Scature)

Derde van landbouw regeneratief

“We moeten duurzame landbouw financieel rendabel maken via de koolstofmarkt, maar dat begint met vertrouwen in de methoden”, legt Van Beuzekom uit. “Onze aanpak is simpel: we kunnen precies meten hoeveel koolstof in de bodem zit, zowel bovengronds met satellietdata als ondergronds met grondmonsters. Dat zorgt ervoor dat we echt weten hoeveel koolstof uit de lucht wordt gehaald, zonder afhankelijk te zijn van complexe modellen die vaak niet werken. Helaas is de koolstofmarkt gewend aan uitgebreide rapporten van honderden pagina’s, wat onpraktisch is voor kleine boeren die nauwelijks genoeg verdienen. Het geld zou moeten gaan naar die boeren die minder dan vijf hectare land hebben en verantwoordelijk zijn voor ongeveer 80 procent van ons voedsel. Zij hebben onze steun nodig.

“Regeneratieve landbouw is in de eerste jaren een investering”, werpt de bezieler van Scature op. “Je maakt kosten omdat je kennis opbouwt door te experimenteren. Als er iets fout gaat, draagt de boer de kosten. Koolstofkredieten geven boeren financiële ademruimte om die experimenten aan te gaan en hun methoden te verbeteren. Dat kan boeren helpen om duurzamer te worden, zonder dat ze financieel in gevaar komen.”

De idealist in de econometrist: “Ik streef ernaar tegen 2030 een derde van de landbouw regeneratief te maken”, besluit Van Beuzekom. “Dat is geen gemakkelijke taak, maar als we de doelstellingen van Parijs willen halen, is het noodzakelijk. De oplossingen zijn er al, we moeten ze alleen toepassen. Het gaat erom positieve verhalen te vertellen en te laten zien dat een duurzame landbouwsector niet alleen mogelijk is, maar ook noodzakelijk. Terugkeren naar de oude landbouwmethoden is geen optie.” Gellynck sluit af: “Het is niet genoeg om te zeggen dat we duurzame landbouw willen. We moeten er economisch een succes van maken.”

Scature

Er zijn momenteel zeventien boeren aangesloten bij Scature. Het bedrijf is in gesprek met meerdere coöperaties om zijn netwerk uit te breiden. In Nepal werkt het bijvoorbeeld samen met Green Intelligence, een coöperatie met dertig boeren, en met Agroforestry Carbon, waar 500 boeren bij zijn aangesloten. In totaal praat Scature met coöperaties die samen 160 boeren vertegenwoordigen. Het is ook in gesprek met organisaties zoals Solidaridad, die werken met 41.000 boeren, van wie 15.000 regeneratief werken. Hoewel Scature nu niet actief op zoek is naar meer boeren, richt het zich op bedrijven die willen investeren in klimaatneutrale leveranciers binnen hun keten door middel van koolstofcredits.

Koolstoflandbouw vs. regeneratieve landbouw

“Koolstoflandbouw en regeneratieve landbouw zijn allebei uitingen van eenzelfde trend naar een meer klimaatbewuste landbouw, waarbij de bodem centraal staat”, merkt koolstofexpert Greet Riebbels (ILVO) op. “Genoeg koolstof in de grond staat over het algemeen gelijk aan een goede bodemkwaliteit en vormt de motor van een rijk bodemleven. De praktijken die in beide toegepast worden, zijn dan ook grotendeels gelijk: gebruik van stabiele organische bemesting zoals compost, verbreden van de gewasrotatie, maximale bodembedekking, enz. In regeneratieve landbouw wordt daarenboven expliciet gestreefd naar minimaal gebruik van chemische gewasbescherming. Dat is minder de focus in koolstoflandbouw.”

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content