Het gaat de slechte kant uit met het stressniveau van de gemiddelde Belgische werknemer. Dat is de conclusie van HR-dienstenverlener SD Worx na een enquête bij 2.500 werkenden.
Iets meer dan 30 procent van hen geeft aan stress van een “onaanvaardbaar niveau” te ondervinden op het werk, in 2009 was dat nog 26,5 procent.
SD Worx voert sinds 2009 elk jaar dezelfde enquête uit. Werknemers kunnen op een schaal van 1 tot 10 aangeven hoeveel stress ze ondervinden op het werk. De 30,8 procent werknemers die stress van een “onaanvaardbaar niveau” ondervindt, vulde een score van 1 tot 5 in, legt onderzoeker Lorenzo Andolfi uit. “Er zijn dus wel nuanceverschillen in die categorie. Als we kijken naar de extréém slechte scores, dan gaat het om ongeveer 7 procent van de ondervraagden”, aldus Andolfi.
Niet alleen de tijdsdruk en de hoeveelheid werk spelen hierin een grote rol. Voor bijna 65 procent van de ondervraagden is ook de mate waarin de leidinggevenden oog hebben voor het menselijke aspect een bepalende factor.
Te weinig energie
Het gaat niet alleen de slechte kant uit met het stressniveau: het aantal werknemers dat aangeeft voldoende energie te halen uit hun job, is gevoelig gedaald van 79,1 tot 73,7 procent. Opvallend is dat directie- en hogere kaderleden beduidend meer energie halen uit hun job, dan arbeiders. Dat komt volgens Arnolfi omdat het energiepeil sterk samenhangt met de algemene jobtevredenheid, de groeimogelijkheden en de erkenning die men krijgt. Die drie elementen zijn meer aanwezig naarmate het functieniveau stijgt.
SD Worx heeft intussen een app gelanceerd, om het stress-en energieniveau van werknemers te meten. De resultaten van de “Pulse” app worden anoniem doorgegeven aan de managers binnen het bedrijf. “Zo komen leidinggevenden te weten waar de risico’s hoog zijn en waar bijsturing nodig is, en kunnen landurig verzuim of burn-outs worden voorkomen”, klinkt het in een persbericht. (Belga/NS)
