Stefaan De Baets vertrekt naar PwC: boswachter wordt stroper
Bij de OESO werkte Stefaan De Baets mee de regels uit die de G20 wil invoeren om agressief geschuif met winsten naar belastingparadijzen te ontmoedigen. Nu het werk erop zit, wisselt hij het geweer van schouder. Hij wordt belastingadviseur bij PwC.
Stefaan De Baets verlaat na meer dan vier jaar de OESO, om vanaf begin 2016 adviseur te worden bij PwC België. De internationaal vermaarde expert in transfer pricing (de kostenverrekening binnen multinationals) werkte bij het Centre for Tax Policy & Administration van de OESO aan het Base Erosion and Profit Shifting-project (BEPS). Dat vormt sinds begin oktober de basis van de strategie van de G20 tegen agressieve fiscale structuren. Zo’n structuur is transfer pricing, waarbij winsten worden toegewezen aan belastingparadijzen.
“Mijn werk bij de OESO zit erop”, zegt De Baets. “Het kader voor de uitwerking van correcte belastingstructuren ligt op tafel. De overheden moeten die nu concretiseren, net als alle multinationale ondernemingen. Bij PwC kan ik op het terrein meewerken aan de uitvoering.”
Monsieur Dix Pourcent
De arbeiderszoon uit Sint-Agatha-Berchem startte in 1989 bij het ministerie van Financiën, na een opleiding economie en talen aan het Hoger Rijksinstituut voor Technisch Onderwijs en een korte carrière bij de Nationale Delcrederedienst. Hij werd in 1996 afgevaardigde bij het Comité voor Fiscale Zaken van de OESO, om mee te werken aan regels over transfer pricing.
“Er bestond wel regelgeving, maar vaak bepaalde de fiscale ambtenaar met de losse hand hoeveel procent van de winst van een bedrijf als lokaal werd beschouwd”, stelt De Baets. “Zo werkte bij Financiën in Antwerpen Monsieur Dix Pourcent, naar het percentage dat hij klassiek aan België toewees.”
De discussie over transfer pricing kwam in een hogere versnelling toen de Amerikaanse overheid in 1994 in een groenboek gedetailleerde en dwingende regels invoerde om artificiële winstverschuivingen tegen te gaan. De Amerikaanse belastingdienst was het bijvoorbeeld beu dat farmaproducenten hun patenten op geneesmiddelen in de klinische testfase voor een appel en een ei verkochten aan hun dochteronderneming in Puerto Rico. Daar werd er amper belasting op betaald, zodra ze in een latere fase massaal winsten produceerden.
“Ook ik werd toen op dat dossier geplaatst”, herinnert Isabel Verlinden zich. Zij leidt de internationale transfer-pricingpraktijk van PwC leidt en overtuigde De Baets om over te stappen naar het consultancybedrijf. “Als pioniers kruisten onze wegen al snel. Het werd een lange professionele relatie. We waren het niet altijd eens, maar er was wederzijds respect. De Baets, de architect van de gestrengheid, ligt aan de basis van de Belgische fiscale praktijk in transfer pricing.”
Op de vingers getikt
De Baets heeft ook een Europese achtergrond. In 2003 werd hij lid van het Joint Transfer Pricing Forum, dat de Europese Commissie adviseerde om de wirwar van tegenstrijdige regels in de lidstaten te beperken en te stroomlijnen. De vertegenwoordigers van de lidstaten wezen hem later aan als vicevoorzitter. Hij beheerde de internationale dossiers op het kabinet van de nummer twee van de federale overheidsdienst Financiën, Jean-Marc Delporte. Die heeft een socialistische signatuur, maar De Baets drukt erop dat hij “geen politieke kleur” heeft.
In 2011 solliciteerde hij voor een baan bij de OESO, die door de G20 was gevraagd om actiepunten tegen agressieve BEPS-structuren uit te werken. “De hoofddoelstelling was binnen een strikte juridische context een werkzaam economisch kader uit te werken”, zegt hij. Hij combineerde die taak met die van waarnemer van de OESO bij het Joint Transfer Pricing Forum. “En dan volgen natuurlijk politieke onderhandelingen, want er zijn binnen die context altijd fiscale winnaars en verliezers.”
Waarom keert hij trouwens niet terug naar zijn vroegere werkgever, Financiën? “Ik heb zo veel bagage die ik beter kan omzetten in vruchtbare activiteiten bij PwC”, repliceert De Baets. Zal hij als gewezen boswachter nu het werk van de stropers van de Big Four vergemakkelijken en voortaan de overheid geld kosten, in plaats van te zorgen dat er meer geld binnenstroomt? “Doen ze dat bij de Big Four?” lacht hij. “Nee, ernstig: een dossier klopt of het klopt niet. Veel speling zit er niet op. Ik wil bedrijven in mijn adviezen vooral meer rechtszekerheid geven, zodat ze achteraf niet op de vingers worden getikt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier