Réginald Moreels blikt terug op een leven vol inzet: ‘Engagement kan niet zonder revolte’
Ook al is hij een ondernemer die in Noord-Kivu een gezondheidscentrum bouwt, chirurg Réginald Moreels blijft in de eerste plaats toch een kind van mei ’68. Want ook als ondernemer is hij sterk geëngageerd en wil hij iets betekenen voor zijn medemens. Over dat levenslange engagement schreef hij een boek. “Engagement is jezelf in pand geven voor een zaak waar je in gelooft.”
Réginald Moreels is een groot liefhebber van kloosters en abdijen. In de groene zuidelijke rand van Brugge treffen we hem in de Sint-Andriesabdij van Zevenkerken, de plek waar hij af en toe een kleine werkkamer huurt. In alle rust schreef hij hier aan Engageer u, zijn tiende boek. “Op lezingen of bij toevallige ontmoetingen vragen mensen mij steeds vaker: ‘Dokter, waarom doe je dit nog?’ Met die ‘nog’ verwijzen ze natuurlijk naar mijn biologische leeftijd (Moreels is 73, nvdr). Dus ik dacht: voor ik ga, moet ik dat nog eens proberen op te schrijven. Voor mezelf ook.”
Een leven zonder geld of op de rand van de armoede, vind ik diep onrechtvaardig. Maar te veel geld hebben en daar niets nuttigs mee doen, is onfatsoenlijk
Moreels kwam uit bij een mengeling van idealisme, avonturiersgeest, nuttig willen zijn en gezonde nieuwsgierigheid naar mensen en al wat nieuw is. “Je spirituele engagement, de manier waarop je in het leven staat, is een eeuwig onvoltooide zoektocht naar zingeving: wat doe ik, waarom doe ik dit?”, zegt hij. “Je kunt die vraag niet elk dag stellen, maar het zorgt wel voor een richting in je leven.”
U hebt gewerkt als chirurg en was een van de oprichters van Artsen Zonder Grenzen in ons land. Dan zit het engagement verwerkt in uw werk. Kan iedereen dat?
RÉGINALD MOREELS. “Er zijn natuurlijk ook mensen die zich engageren voor een concrete zaak naast hun werk. Voor de voedselbank bijvoorbeeld, voor vluchtelingen, of voor het milieu. Dat is even waardevol, dan heb je ook een doel in je leven. Maar voor mij was het beroep van arts, en zeker dat van algemeen chirurg, een soort roeping. Het Frans heeft een mooie uitdrukking voor engagement, die we in het Nederlands of Engels niet kennen: se donner en gage, jezelf in pand geven voor een zaak, met alle successen en tegenslagen die erbij horen. Dat werd de rode draad in mijn leven. Maar je kunt niet leven zonder doel. Voor mij is onverschilligheid negatief.”
Kun je een baan ook zonder engagement invullen?
MOREELS. “Ik denk het wel. Maar als je een zeker talent voor iets hebt, bijvoorbeeld om arts te worden, en je doet dat alleen voor het geld, dan heb ik daar weinig achting voor. Geld kan natuurlijk een legitieme, motiverende factor zijn om een beroep uit te oefenen, maar het kan nooit het doel op zich zijn. Je moet een ander doel nastreven. Dat kan heel eenvoudig ook zijn: goed zorgen voor je gezin. Een leven zonder geld of op de rand van de armoede, vind ik diep onrechtvaardig. Maar te veel geld hebben en daar niets nuttigs mee doen, is onfatsoenlijk.”
U werkt nog altijd enkele maanden per jaar als chirurg in Beni in Noord-Kivu. U bouwt daar een groot gezondheids- en opleidingscentrum. Eigenlijk bent u een ondernemer geworden.
MOREELS. “Ja, ik beschouw het project Unichir zeker als een soort onderneming. De bouw is nu twee jaar aan de gang, we stellen daar gemiddeld zeventig mensen per dag aan het werk. Binnenkort wordt de eerste eenheid geopend, later volgen er nog twee. Eenmaal open worden er natuurlijk ook andere banen gecreëerd, in de gezondheidssector. Waar ik al jaren een hekel aan heb, is dat antagonisme tussen de ondernemerswereld en de wereld van humanitaire organisaties. De ondernemers zouden de gieren zijn die alleen op geld uit zijn, en de humanitaire organisaties worden geleid door witte raven die alleen het beste voorhebben met de mensen. Dat is totaal in strijd met de werkelijkheid, want er zijn ook gieren bij die humanitaire organisaties en witte raven bij de ondernemers. Ik heb vrij veel contacten met ondernemers die mijn projecten sponsoren, en ik heb het ondernemen leren kennen via mijn oudste zoon Dimitri. Hij heeft in Beni-Mutwanga een zaak die handelt in fairtrade cacao, koffie, chocolade, chi, vanille en papaïne.
“Ik vind meer en meer dat de manier waarop landen met hoge inkomens de landen met lage inkomens helpen, wat we met een slecht woord ‘ontwikkelingssamenwerking’ noemen, gebaseerd zou moeten zijn op sociaal ondernemerschap. Uiteraard niet volgens een neoliberaal kapitalistisch model, daar ben ik geen voorstander van, maar wel met een ethische, sociale, duurzame manier van ondernemen.”
En dan mag zo’n project zoals Unichir ook winst maken?
MOREELS. “Ik heb altijd gezegd dat het project twee poten moet hebben: een profit- en een non-profitdeel. Het non-profitdeel zou volgens ons businessplan na zes jaar zelfvoorzienend moeten zijn. Maar daarnaast moet er een kleine profiteenheid komen, om met de winst van dat deel de rest van het expertisecentrum te financieren. Eerst hadden we gedacht dat te doen met de verkoop van medicijnen, maar daarvan zijn nu al een paar projecten in de regio. Het is niet meer nuttig dat ook aan te bieden. Nu proberen we misschien iets te doen via Close the Gap van Olivier Vanden Eynde, die zorgt voor IT en computers in Afrika.”
Het is absoluut onaanvaardbaar dat mensen in een rijk land als het onze op straat moeten slapen
Er zit in uw boek veel boosheid om het onrecht in de wereld en dat daar zo weinig aan wordt gedaan.
MOREELS. “Hoe dan ook gaat engagement voor mij niet zonder revolte, zonder verontwaardiging. Alleen als je ook echt iets aan een situatie wilt veranderen, als je revolteert tegen het bestaande onrecht, is het voor mij totaal engagement. Anders blijf je steken in banale liefdadigheid. Met Unichir zetten we een gezondheidsexpertisecentrum neer in een conflictgebied. In Noord-Kivu zijn al 7 miljoen doden gevallen, er zijn 6 miljoen ontheemden. Het is een van de grootste vergeten conflicten van deze wereld. Dus bouw ik niet alleen dat centrum, ik probeer ook de nationale en internationale opinie wakker te schudden. Ik heb geen mandaat of zo, maar ik kan wel proberen mensen te alarmeren. Ik ben tot bij de paus geraakt voor een privé-audiëntie van twintig minuten, en dan kun je toch spreken met een wereldleider. Ik heb in de oorlogsgebieden waar ik heb gewerkt voor Artsen zonder Grenzen gezien dat de Vaticaanse diplomatie kan werken, dus heb ik er bij de paus op aangedrongen ook daar de diplomatie te activeren. Dat is misschien een pietluttige bijdrage, maar ik vond dat ik dat moest doen.”
Want als u het niet doet, en iedereen redeneert zo, dan verandert zelden iets. Het individuele engagement moet volgens u altijd samengaan met revolte tegen structurele ongelijkheid?
MOREELS. “Precies. Als je gaat helpen in een voedselbank, zou je met de andere mensen die daar helpen ook een initiatief moeten nemen om die ongelijkheid weg te werken. Een petitie, of invloed uitoefenen op je gemeentebestuur. Dat zie je ook in milieu-activisme: je kunt proberen iets te doen aan de verontreiniging én je kunt actie ondernemen om de verontreiniging te voorkomen. En die acties mogen spectaculair zijn, zolang het maar geweldloos is. Ik ben een aanhanger van de Ghandi-strategie, de actieve geweldloosheid, en dat is iets anders dan volledig pacifisme waarbij je alles laat passeren. Er moet burgerlijke ongehoorzaamheid zijn. Als bepaalde zaken niet door de beugel kunnen, moet je soms burgerlijk ongehoorzaam zijn om sociaal rechtvaardig te zijn. Voor mij zijn wetten maar een middel, ze zijn veranderlijk en tijdelijk. Wetten zijn niet per definitie ethisch, dus soms moet je daar tegen ingaan.”
Kan het bedrijfsleven daar een rol in spelen? Kan een bedrijf burgerlijk ongehoorzaam zijn?
MOREELS. “Zeker! Dat valt misschien niet zo op, of het heeft die naam niet, maar alle bedrijven die echt innovatief werken, die bijvoorbeeld circulair proberen te werken met water, die alle emissies willen uitbannen, die niet de klassieke regels van het pure kapitalisme volgen, zijn eigenlijk ongehoorzaam. Als je investeert in echte innovatie, is dat een vorm van ongehoorzaamheid tegenover wat bestaat, op een constructieve manier. Bedrijven zouden natuurlijk nog verder kunnen gaan. Je zou mensen kunnen aanwerven die in de illegaliteit leven, die niet aan een baan raken. Ook al word je daar dan als bedrijf voor gestraft. Ik zou die straf niet eerlijk vinden, dus dat is dan een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid. Mensen een menswaardige baan geven, buiten de procedures om, zou niet bestraft mogen worden.”
Als zaken niet door de beugel kunnen, moet je soms burgerlijk ongehoorzaam zijn om sociaal rechtvaardig te zijn
Hoe zouden we daar anders mee kunnen omgaan?
MOREELS. “Ik zie nu geen enkele partij met een echte langetermijnvisie op migratie. Wat we bijvoorbeeld kunnen doen, is de mensen die in de zuidelijke Europese landen binnenkomen, allemaal onmiddellijk screenen en ondervragen, ter plekke. Niet alleen medisch uiteraard, maar ook vragen naar hun diploma’s, en wat ze nog zouden willen leren. Het gaat meestal om jonge mensen, want ouderen overleven zo’n zware vlucht niet. De resultaten van de screening zou je kunnen koppelen aan een Europese databank vol vacatures en knelpuntberoepen, zodat je kunt beslissen naar welk land ze kunnen. Dat is ook een strategie die je veel beter zou kunnen uitleggen aan de burgers, omdat de instoom van migranten dan veel beter gekanaliseerd en beter gecontroleerd wordt. Daar zullen mensen opener voor staan dan voor de wilde migratie van nu, waarbij iedereen denkt dat we overspoeld worden. Wat ook niet waar is, maar soit. Wat wel absoluut onaanvaardbaar is, is dat mensen in een rijk land als het onze op straat moeten slapen. Mocht dat gebeurd zijn terwijl ik in de regering zat, ik sliep niet meer, ik ging dag en nacht op stap, en ik had alle plekken afgelopen om ervoor te zorgen dat de mensen ten minste een slaapplaats zouden hebben.”
Dat is volgens u het absolute minimum.
MOREELS. “Uiteraard. Maar het gaat eigenlijk om meer dan bed, bad, brood. Je moet ook zorgen voor een zinvolle bezigheid. Als je zes of acht maanden in een asielcentrum zit en moet wachten op een aanvraag, als je daar de hele dag niets te doen hebt, dat is om gek van te worden. Je wordt agressief, gefrustreerd. Werkloosheid is een enorme inbreuk op de zelfwaardering van mensen. Die mensen willen werken, geef ze dan een baan, zodat ze zich nuttig kunnen voelen. Daar zitten veel getalenteerde mensen bij, die een diploma hebben. Geef die mensen een tijdelijke baan en als ze uiteindelijk toch niet onder het een of andere statuut kunnen blijven, hebben ze zich tenminste nuttig gevoeld en wat geld verdiend. Nu zijn er mensen die niet terug durven, omdat ze helemaal niets hebben verdiend, terwijl hun familie daar wel op wacht. Dat is geen goed systeem. Ik zat onlangs nog samen met een migratiejuriste die veel vergadert met ondernemers. Die smeken om buitenlandse krachten te kunnen aannemen, maar het wordt hun te moeilijk gemaakt.”
Reginald Moreels, Engageer u, Halewijn, 60 blz., 9,95 euro
Bio
· Geboren in Gent in 1949
· Chirurg en medeoprichter van Artsen Zonder Grenzen in België
· Voormalig staatssecretaris en minister voor Ontwikkelingssamenwerking (1995-1999) en senator (tot 2001)
· Was met Artsen Zonder Grenzen actief in tal van conflictgebieden
· Sinds 2014 werkt hij met zijn organisatie Unichir aan een gezondheidscentrum in Beni in de Congolese provincie Noord-Kivu, een conflictgebied waar al vele jaren een oorlog heerst. De opening is voorzien voor dit najaar.
· Moreels schreef tien boeken
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier