Millennials op de werkvloer: bruggenbouwers met een groot ego
Millennials blijven te boek staan als een generatie met een groot ego, zeker op de werkvloer. Terecht, zeggen generatiegenoten. Toch zorgen de millennials voor een serieuze meerwaarde in het bedrijfsleven.
Het zal je maar overkomen. Het ene moment zit je nog rustig in je hoekkantoor je carrière te overdenken. Je herinnert je hoe je onderaan de ladder begon, hoe er vele overuren nodig waren om die ladder te beklimmen en bedenkt dat die extra werkuren hebben geloond. Nu kun je van je succes genieten. Het andere moment staat plots een jonge snaak in je bureau. Hij meldt koudweg dat hij jouw project toch helemaal anders zou aanpakken, dat hij het er al met de collega’s over had en dat hij eigenlijk dringend van die hoekkantoren af wil. En ook nog: dat hij echt niet van plan is evenveel overuren te kloppen als jij deed.
“Het is de realiteit in teams waarin millennials werken. Die twintigers en jonge dertigers vinden dat ze gelijkwaardig zijn aan hun oudere, meer ervaren collega’s. Daarnaast weten ze wat ze willen en hebben ze dus ook graag het laatste woord. Als je je daar als oudere collega of leidinggevende niet in herkent, kan dat best moeilijk zijn”, beseft Amélié Rombauts. Ze doet bij Trendwolves onderzoek naar jongeren- en cultuurtrends en schreef het boek Framily, over millennials en hun kijk op het gezin.
“Ook bij sollicitatiegesprekken zorgt dat voor een nieuwe dynamiek”, merkt Rombauts. “In het verleden vonden werkgevers dat mensen al blij mochten zijn dat ze in hun bedrijf aan de slag konden. Nu geven de millennials bij het solliciteren aan dat een onderneming zich gelukkig mag prijzen als ze voor haar willen werken.”
Het is niet toevallig dat de millennials zo zelfverzekerd reageren. De generatie geboren tussen begin jaren tachtig en eind jaren negentig is opgevoed met het idee dat ze alles kan worden. Gevolg? Een groot ego, dat bovendien snel kneust. Al gebruikt Rombauts het woord ego liever niet. “Dat klinkt zo negatief. Zullen we stellen dat identiteit en waarden heel belangrijk zijn voor millennials en dat ze die bewaken wanneer ze keuzes maken. Dat is hun manier om zich te differentiëren in een globaliserende samenleving, waarin we alles al lijken gezien of gehoord te hebben. Onder andere door de komst van sociale media moeten millennials zich meten met zovele anderen.”
Het maakt dat de twintigers en prille dertigers het vaak moeilijk hebben met kritiek op hun werk. Hun vrienden van dezelfde leeftijd lijken daar op Facebook of Instagram nooit last van te hebben. Hun ouders waren altijd dolenthousiast over alles wat ze deden. “Als dan blijkt dat in het werkveld niemand op jou of je ideeën zit te wachten, kan dat pijnlijk zijn”, aldus Rombauts.
Nare mannetjes
Kan best zijn, maar toch klinkt steeds luider dat millennials maar beter een toontje lager zingen. Zelfs millennials raden hun leeftijdsgenoten dat nu al aan. Zo ook Japie Stoppelenburg (29), creatief directeur bij het Nederlandse reclamebureau A friend of mine. In zijn boek You’re a legend and everyone else sucks zet hij de millennials met de voeten op de grond. “Ze moeten accepteren dat zij het probleem zijn. Als ze niet het succes hebben dat ze willen bereiken, is dat heus niet de schuld van hun omgeving”, stelt Stoppelenburg aan de telefoon. “Alleen zien millennials dat vaak anders en geven ze daarom snel op. Ze vergeten dat de weg naar succes geplaveid is met gezeik. Als het makkelijk was succesvol te zijn, dan waren we allemaal miljonair.”
Niet dat Stoppelenburg zich daar altijd zo van bewust was. Zoals het een stereotiepe millennial betaamt, geraakte hij in zijn vorige baan zelf behoorlijk gefrustreerd toen hij niet meteen succes oogstte. “Ik herinner me heel goed hoe ik op mijn 24ste naar mijn moeder reed, haar vroeg of ik me zou laten ontslaan en of ik dan opnieuw bij haar mocht wonen. Ik was heel zeker dat de omgeving waarin ik werkte gewoon verkeerd was voor mij.” Stoppelenburg ging uiteindelijk niet opnieuw onder dak bij zijn moeder, maar besloot naar eigen zeggen met verschillende mensen te praten over wat hij meemaakte. “Uit die gesprekken leerde ik dat ik misschien niet altijd gelijk had. Zodra ik daaraan toegaf, ging het plots hard met mijn carrière.”
Millennials vergeten dat de weg naar succes geplaveid is met gezeik
Al is het nog altijd een strijd, moet Stoppelenburg toegeven. “Jezelf toelaten aan je eigen idee te twijfelen, blijft lastig. Nog altijd vraag ik me af waarom al de rest toch niet gewoon naar mij luistert. Als millennial ben je soms tot in je botten overtuigd van je gelijk.”
Om zichzelf en zijn collega’s eraan te herinneren dat dat gevoel niet altijd correct is, haalt hij steevast het voorbeeld aan van Pixar, het bedrijf achter animatiefilms zoals Finding Nemo. “We vinden die film fantastisch en denken daarom dat het dolle pret was om de prent te maken. Terwijl Pixar onderdeel is van de Disney Corporation en daar ook best wel nare mannetjes rondlopen.” Moraal van het verhaal: het is heus niet overal rozengeur en maneschijn. Zelfs niet bij de tekenaars van clownvisjes.
Lak aan protocol
Ook dat beginnen meer en meer millennials te beseffen. Stoppelenburg is daarom niet de enige die pleit om de ego’s een kopje kleiner te maken. Aan de andere kant van de oceaan wijdde ook Ryan Holiday, de voormalige marketingdirecteur van American Apparel en millennial, een boek aan het thema. Al roept hij in Ego is the Enemy ook andere generaties op eindelijk eens een einde te maken aan arrogantie. “Het waren tenslotte niet de millennials die de economische crisis veroorzaakten”, laat hij via e-mail weten. “Het waren ook niet de millennials die ervoor zorgden dat Donald Trump verkozen geraakte. Dat waren hun ouders. Wie heeft dan echt een probleem met het ego?”
Millennials te snel afschrijven omdat hun gedrag je op het eerste gezicht niet ligt, is volgens verschillende waarnemers dan ook geen goed idee. “Je mag niet vergeten dat millennials ook gewicht in de schaal leggen”, meent Rombauts. “Dat beseffen ze ook, daarom werken ze zo graag mee aan projecten. Ze pakken die projecten misschien nog niet altijd aan met dezelfde maturiteit als hun oudere collega’s, maar ze brengen wel kennis en kunde die hun voorgangers niet hadden.” Ondanks zijn felle boodschappen aan de millennials is ook Stoppelenburg daarom fan van zijn generatiegenoten. “Ze zijn heel waardevol, omdat ze ambitieus zijn en openstaan voor mogelijkheden. Eigenlijk ben ik dus heel pro-millennials.”
Dat worden leidinggevenden die inzitten met de toekomst van hun bedrijf het best ook. De twintigers en de dertigers die nu al in het werkveld staan, zullen ervoor zorgen dat ook de komende generaties nog voor een bedrijf willen werken. “De oudste millennials zijn de laatsten die nog een offlinewereld bewust hebben meegemaakt. Daardoor zijn ze perfecte bruggenbouwers tussen de oudere, analoge generatie en de jongere, digitale generatie”, analyseert Rombauts. Zulke bruggenbouwers zullen nodig zijn. De aanstormende generatie, Gen Z, wordt zo mogelijk nog minder geduldig en heeft al helemaal lak aan protocol. Tel daarbij dat die generatie nog veel zelfstandiger is dan de huidige en je weet dat het moeilijk wordt jong talent aan een onderneming te binden.
Een millennial is soms tot in zijn botten overtuigd van zijn gelijk
Terwijl ook de jongeren die binnenkort de eerste stappen op de arbeidsmarkt zetten een meerwaarde in het bedrijfsleven zullen zijn. “Zij zullen opnieuw harder willen werken”, zegt Rombauts. “Hun ouders werden bij de start van hun carrière getroffen door hoge jeugdwerkloosheid. Daarom gaven ze in hun opvoeding mee dat hun kinderen alles kunnen worden, máár dat ze er hard voor moeten werken.”
Dat moet ook iedereen die hen wil strikken. Nu al. Eerst en vooral om de millennials tevreden en op koers te houden. “Dat vraagt veel energie”, lacht Stoppelenburg. “Maar ze zijn de investering waard.” Het investeren bestaat er volgens Stoppelenburg vooral uit tijd te nemen om het muurtje van arrogantie bij millennials af te breken. Zodra dat is gebeurd, kun je millennials naar zijn mening behoorlijk wat macht en vrijheid geven. “Alleen moet je er dan wel voor hen zijn als iets niet lukt en samen met hen analyseren waar het misliep. Zodra je dat doet, merk je dat ze heel snel heel goed in hun vak worden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier