Luc Popelier is de nieuwe CFO van KBC Groep

De nieuwe financieel directeur van KBC Groep heet Luc Popelier, een 47-jarige Antwerpenaar met West-Vlaamse roots. Popelier leidde de overnamedans van KBC in Centraal- en Oost-Europa en moet een aantal van die activiteiten nu willens nillens van de hand doen.

KBC publiceerde vorige week uitstekende cijfers over het eerste kwartaal. 821 miljoen euro winst, dat hielden zelfs de meest optimistische analisten niet voor mogelijk. De winstmotor van de Vlaamse bank-verzekeraar draait duidelijk weer op volle toeren. Een gedroomd moment om als nieuwe financieel directeur op het voorplan te treden.

“Ik nam eerder al deel aan roadshows, maar dit was inderdaad mijn eerste officiële conference call met analisten en journalisten”, vertelt Luc Popelier. “Het lastigste is het spervuur aan vragen waarop je in geen tijd een antwoord moet geven. Vooral analisten kunnen heel technisch zijn, omdat zij hun modellen moeten actualiseren. Maar ik denk dat ik er mij, met de hulp van mijn team, goed doorgeslagen heb.”

De opvolger van Luc Philips schreef de goede resultaten toe aan de hoge rente-inkomsten, de kosten die onder controle zijn, en vooral de lagere kredietprovisies. Ook in Ierland. Daar moest KBC eind vorig jaar nog 300 miljoen euro extra provisies nemen. “Maar dat was een eenmalige inhaalbeweging”, zegt Popelier.

De nieuwe financieel directeur waarschuwt er wel voor dat het moeilijk wordt om de forse winstgroei een heel jaar vol te houden: “Je mag de lage kredietprovisies niet extrapoleren over het hele jaar. In Polen bijvoorbeeld nemen we nu een provisie van 20 miljoen euro terug na de verkoop van een deel van onze portefeuille consumentenkredieten. We zullen niet elk kwartaal zulke meevallers kennen.”

Luc Popelier werd in 1964 in Antwerpen geboren, maar zijn ouders waren West-Vlaamse zelfstandigen: “Echte Antwerpenaars zeggen dat ik geen Antwerpenaar ben. Ik spreek ook geen Antwerps. Mijn vader was iemand die dag en nacht werkte. ( lachend) Dat heb ik van hem geërfd. Gelukkig heb ik weinig slaap nodig.”

Naar het buitenland Popelier studeerde TEW aan de Ufsia, en was naar eigen zeggen evenzeer geboeid door de vakken filosofie en antropologie als door wiskunde en statistiek. Tussen 1988 en 1995 werkte hij op het bedrijvensegment bij de Kredietbank. Eén ding kon KBC zijn medewerkers toen moeilijk bieden: een internationale ervaring. Popelier: “Ik wilde naar het buitenland. Ik droomde ervan in een groot financieel centrum te werken. Daarom ben ik in 1995 naar de zakenbank SBC in Londen getrokken (die kort daarop Warburg overnam en fuseerde met Dillon Read). Dat was een openbaring. Ik kwam er in contact met andere nationaliteiten, andere culturen en andere visies.”

Vijf jaar werkte Popelier in Londen, toen hij de kans kreeg naar New York te trekken. Maar zijn toenmalige echtgenote wilde terug naar België. “We hebben toen gekozen voor balans in ons leven”, zegt Popelier, die bij KBC Securities in Brussel aan de slag kon. In 2002 werd hij benoemd tot directeur van de Stafdirectie Strategie en Expansie. In die functie adviseerde hij het directiecomité van KBC over de geografische expansie richting Centraal- en Oost-Europa. “Wij keken naar welke landen KBC best trok en welke instellingen de beste overnamedoelen waren. Daarna moesten we die overnames ook realiseren. Ik heb er meerdere onderhandelingen gevoerd.”

KBC was in die periode actief in onder andere Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Polen. “Tien jaar geleden waren er nog duidelijke cultuur- en mentaliteitsverschillen. Je voelde dat die mensen heel lang geleefd hadden onder een planeconomie met een centrale beslissingsmacht. Wij gaven ze een belangrijke mate van autonomie, maar ze wisten niet goed hoe ze daarmee om moesten. Dat is de voorbije jaren sterk veranderd. Als ik nu naar onze activiteiten in Centraal- en Oost-Europa kijk, zie ik heel veel dynamisme en enthousiasme. Ze zijn heel ondernemend geworden.”

Vindt Popelier het dan niet jammer dat KBC een deel van die activiteiten moet afstoten? Zo moet het Tsjechische kroonjuweel CSOB binnen afzienbare tijd naar de beurs. “CSOB blijft wel deel van de groep. De beursgang betreft een minderheidsbelang. We zullen blijven profiteren van de synergie, en de uitwisseling van kennis en mensen. Natuurlijk is het leuker om acquisities te doen dan om te moeten desinvesteren. Maar het proces is hetzelfde. Bovendien heb je een voordeel als je aan de andere kant van de tafel hebt gezeten.”

Dat de beursgang van CSOB al zo lang op zich laat wachten, vindt Popelier onterechte kritiek. “We hoeven CSOB niet onmiddellijk naar de beurs te brengen. Er is geen tijdsdruk. Anderzijds, we stonden al een paar keer dicht bij het moment om op de knop te drukken. Maar we willen de beursgang in optimale omstandigheden doen, en telkens kwam er wel iets tussen. Eerst was het Griekenland, begin dit jaar waren er de problemen in Japan.

PC

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content