Limburgse broers Monard kozen totaal verschillende topcarrière
Drie broers Monard bereikten de top in hun beroep. Erik als advocaat, John in de wijnwereld en Georges werd hoofd van een federale administratie. Ze werpen een Limburgse blik op totaal verschillende leefwerelden.
“In de wijnhandel hangt een even groot mistgordijn als in de advocatuur”, zegt John Monard van Wijnmakelaarsunie. Hij doet de uitspraak in een gesprek dat Trends heeft met hem, zijn broer Georges Monard (gewezen topambtenaar) en Erik Monard, die het advocatenkantoor Monard-D’Hulst uit de grond stampte.
Die laatste opende recent een vestiging in Antwerpen. Is dat niet riskant omdat juridische dienstverlening dikwijls toch gebaseerd is op decennialange relaties, zodat nieuwkomers weinig kans maken. “Zo’n relatie is niet meer van deze tijd”, repliceert de advocaat. “”Ons concept is in Antwerpen minder bekend. Monard-D’Hulst geeft duidelijke informatie over het werk dat het aankan aan een vooraf bepaalde prijs. We blijven weg van dossiers als we geen specialist in huis hebben. Maritiem recht laten we dus liggen. Limburg heeft geen zee. Ons kantoor zal bewijzen dat het sommige rechtsdomeinen behandelt aan een betere prijs-kwaliteitverhouding dan de lokale spelers. In deze tijden van transparantie kan het toch niet dat een advocaat zich afschermt achter een muur van gepretendeerde deskundigheid. Dat houd je niet vol.”
Broer John trekt de vergelijking met zijn eigen sector: “Enkele wijnhuizen bepaalden lang het topsegment en verkochten soms aan prijzen die niet marktconform waren. Daarin is ondertussen wel verandering in gekomen. Net als in de advocatuur zijn ook onze klanten mondiger geworden. Het internet bracht heel wat transparantie.”
De oudste broer Georges ging een hele andere weg uit dan zijn ondernemende broers. Hij behoorde ooit tot het beruchte ‘wonderbureau’ van de CVP-jongeren, met onder meer Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens. Hij werd snel parlementair en groeide later door tot de top van de Vlaamse onderwijs- en de federale administratie.
“Met mijn keuze, ben ik het buitenbeentje”, zegt de gewezen ambtenaar. ” Ik wilde eerst in de politiek, twijfelde tussen de verfrissende Volksunie, maar koos toch voor de CVP. Ik werd het jongste lid van de Kamer, met eigenlijk te weinig ervaring om veel te realiseren. Jonge politici branden snel op. Dat lijkt vandaag bijna een trend. Kijk wat er met de talentrijke Freya Van den Bossche is gebeurd. Ze combineerde de zware portefeuilles vicepremier en minster van Begroting. Alsof ze bewust moest crashen.”
Erik Monard koos dan bewust niet voor de politiek, en dat in tegenstelling tot zoveel andere advocaten. “Deontologisch opereert zo’n combinatie in de grijze zone”, redeneert hij. “Je moet kiezen.
Een advocaat-politicus creëert een schijn van belangenvermenging. Hij wekt de indruk dat hij bepaalde juridische dossiers politiek kan regelen. Dat is schadelijk voor zijn imago, dat van de politiek en het gerecht. En het helpt de cliënt niet verder. De statuten van ons kantoor verbieden uitdrukkelijk een politiek mandaat.”
H.B.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier