Libië zet nieuwe juridische aanval in op prins Laurent
De juridische strijd tussen Libië en prins Laurent is nog niet van de baan. Voor de rechtbank van eerste aanleg in Brussel start de Libische overheid een nieuwe procedure, deze keer ten gronde.
De voorbije jaren werd tussen Libië en prins Laurent al een procedureslag uitgevochten over verstek- en verzetsvonnissen. Nu drijft de Libische overheid – vertegenwoordigd door het Brusselse advocatenkantoor Sub Rosa en de Italiaanse cassatieadvocaten Paris – de zaak juridisch op de spits. Global Sustainable Development Trust (GSDT), de vzw van de prins, wacht een lange reeks beschuldigingen.
Alles draait rond een herbebossingsproject ter waarde van 70 miljoen euro dat de vzw in Libië zou opzetten. Het contract van 8 juli 2008 werd vroegtijdig (op 30 mei 2010) in onderling overleg stopgezet. Libië zou een opzeggingsvergoeding van 617.773 dinars (ongeveer 400.000 euro) betalen aan prins Laurent. De initiële bedoeling was een “groene gordel” aan te leggen tegen de oprukkende woestijn rondom de steden Tripoli, Benghazi en Al Baida. De nieuwe Libische minister van Landbouw wilde het project niet meer financieren.
Hogere schadevergoeding
Op 1 juni 2010, twee dagen na de opzegging van het contract, incasseerde de vzw van prins Laurent de afgesproken 617.773 dinars via een bankcheque. Maar de prins eiste op 23 augustus 2011 plots 17 miljoen euro voor de verbreking van het contract. Die dag werd Tripoli gebombardeerd en verkeerden alle administraties in chaos. De Libische overheid vecht niet alleen het gevraagde bedrag aan, ze beweert ook dat ze nooit kennis kreeg van de dagvaardingen van prins Laurent. De verstekvonnissen die daarop volgden voor de Brusselse rechtbank, werden door Tripoli aangevochten, zonder succes.
Prins Laurent vroeg gaandeweg een steeds hogere schadevergoeding, finaal tot ruim 38 miljoen euro voor een contract dat werd begroot op 70 miljoen euro. Hij kreeg op proceduregronden (verstek en geen verzet) gelijk. Het jongste vonnis van het hof van beroep dateerde van 20 november 2014. Prins Laurent probeerde de verstekvonnissen uit te voeren via een beslaglegging in Rome, maar ving bot.
Kwade trouw
Libië laat de zaak niet langer blauwblauw. In de dagvaarding die eerstdaags wordt ingeleid in Brussel, worden vragen gesteld bij het eerste compromis. Van de door de vzw van prins Laurent geïncasseerde 617.773 dinars wordt in de vorige juridische documenten geen melding gemaakt. Bovendien is er ook in de boekhouding van GSDT nergens een spoor te vinden van de toch aanzienlijke bedragen die aanvankelijk werden betaald in uitvoering van het herbebossingsproject. In die boekhouding is ook geen sprake van een openstaande schuldvordering. Dat zou kunnen wijzen op kwade trouw.
Uiteraard ontkent de omgeving van de prins dat.
De advocaten van de Libische overheid hebben ook ernstige vragen bij het feit dat de prins uitgerekend op 23 augustus 2011 juridisch in de aanval ging, goed wetend dat Tripoli die dag werd gebombardeerd. Ook dat zou kunnen wijzen op kwade trouw. Finaal zijn er ook vragentekens bij de gevraagde buitensporige schadevergoeding, terwijl het contract van 2008 twee jaar later in wederzijds overleg werd opgezegd. De Libische overheid zegt ook bezorgd te zijn over de bestemming die zo’n schadevergoeding zou krijgen, aangezien het oorspronkelijke contract werd afgesloten met de clan-Kadhafi.
De dagvaarding ten gronde wordt op 26 maart ingeleid bij de rechtbank van eerste aanleg in Brussel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier