‘Kunst aan bedrijfsmuren is meer dan decoratie’: waarom grote bedrijven eigen collecties aanleggen

Hans-Bart Van Impe: "We mikken op reflectie, niet op confrontatie." © Koen Bauters

Bedrijven beschikken over een collectie van meer dan 12.000 werken van prominente Belgische en internationale kunstenaars. Een deel daarvan is alleen toegankelijk voor medewerkers of bezoekers, maar er komt een groeiend aantal initiatieven op gang om ze naar een breder publiek te brengen.

Hans-Bart Van Impe wil even iets bewijzen. De coördinator van de kunstcollectie van het telecombedrijf Proximus plugt een stekker in, zodat een interactieve installatie van beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck – nu alomtegenwoordig dankzij zijn tentoonstelling in het KMSKA in Antwerpen – tot leven komt. Het is een soort poppenhuisversie van een lege vergaderzaal met een videoschermpje aan de wand, waarop een bedremmelde werknemer papieren documenten zit af te stempelen. Exercising the Nowhere (Exercice 3) uit 2000 is een niet mis te verstane kritiek op de geestdodende cultuur die, als de leiding even niet oplet, kan ontstaan bij grote bedrijven. Het werk behoort tot de kunstcollectie van het telecombedrijf. “Een beetje zelfkritiek moet kunnen”, zegt Van Impe. “Al zoeken we ook weer geen werken die choqueren. We mikken op reflectie, niet op confrontatie.”

Hij laat een paar andere topstukken zien, die in een ruimte met optimale licht-, vocht- en andere omgevingsomstandigheden aan schuifpanelen hangen. Vier van de meer dan vijftig Marilyn Monroe-impressies die de popartkunstenaar Andy Warhol ooit maakte bijvoorbeeld. Fotografisch werk van Rineke Dijkstra en Magnum-fotografe Bieke Depoorter. Een wereldkaart-tapijt van Alighiero Boetti.

Van Impe begon zijn loopbaan halfweg de jaren negentig als radio-ingenieur bij het toenmalige Belgacom, maar zijn interesse voor kunst voerde hem naar de vzw die het bedrijf in 1996 oprichtte en financierde om hedendaagse kunst aan de muren te hangen. Ondertussen telt de collectie 500 werken. Ze hingen en stonden de afgelopen dertig jaar in de gangen en de kantoren van de Proximus Towers vlak bij het Noordstation. Sinds 2023 werden ze – op een enkele, wat te grote uitzondering na – verkast naar het depot in hartje Brussel, waar Van Impe kantoor houdt. Om veiligheidsredenen mogen we niet verklappen waar zich dat bevindt. Wanneer Proximus zijn verhuizing naar een nieuw pand op de Tour & Taxis-site heeft afgerond, zal een deel van de collectie weer zichtbaar zijn voor medewerkers en bezoekers. “Ik vermoed dat het bij een honderdtal zal blijven. De rest blijft hier in het depot. Als je kleiner gaat, heb je natuurlijk minder muren.”

‘Onze kunst hangt tot op zekere hoogte samen met onze bankzaken. Gesprekken over kunst helpen om relaties aan te knopen of te onderhouden’

Bénédicte Bouton, Belfius

Belgisch patrimonium

Proximus is slechts een van tientallen bedrijven in België die over een eigen kunstcollectie beschikken. Naast de 500 werken van Proximus zijn er bijvoorbeeld de 800 schilderijen en beeldhouwwerken van de Antwerpse hr-groep SD Worx, met toppers als Voorstad onder de sneeuw van Eugène Laermans en Gezicht op de dijk van Léon Spilliaert. Belfius heeft, met 4.000 werken, niet alleen de grootste bedrijfscollectie, maar ook de grootste particuliere verzameling Belgische kunst van het land. Ze overspant een periode van vijf eeuwen, met Vlaamse meesters uit de zestiende en zeventiende eeuw, moderne kunst van de late negentiende eeuw tot de jaren zestig, naast werk van hedendaagse kunstenaars. De collectie heeft de twee laatste schetsen van Pieter Paul Rubens in zijn bezit, maar evengoed doeken van Paul Delvaux en nieuw werk van opkomende namen als Louise Delanghe, Kristof Santy en Rinus Van de Velde.

“Onze kunstcollectie volgde de geschiedenis van de bank”, zegt Bénédicte Bouton, head of culture bij Belfius. “Het Gemeentekrediet, Paribas Bank België en Bacob (drie voormalige Belgische banken die fuseerden tot wat Belfius nu is, nvdr) hadden elk een kunstcollectie. Door de fusie zijn die bij elkaar gekomen. De collecties hadden allemaal een band met de oprichters van die banken. Na de Tweede Wereldoorlog had je een opmars aan grote familiale collecties, om te voorkomen dat alle Magrittes en Delvaux naar de Verenigde Staten zouden verhuizen. Het had met de bescherming van het Belgische patrimonium te maken, en in die geest zijn we ook blijven doorgaan met de collectie. We verzamelen alleen werk van Belgische artiesten.”

Ook de Nationale Bank van België beschikt over zo’n 1.850 kunstwerken, onder meer van Luc Tuymans, Michaël Borremans en Cindy Wright. De Belgische afdeling van Nederlandse grootbank ING heeft er meer dan 2.500, stoelend op de collectie van het voormalige Bank Brussel Lambert, de Belgische bank die in 1998 werd overgenomen door de Nederlanders. Het gaat om ronkende namen als Marcel Broodthaers en Pierre Alechinsky, ook een schets van Piet Mondriaan. De mineralengroep Lhoist in Luik telt meer dan 2.000 werken, met sculpturale werken op kop. Samen hebben Belgische bedrijven meer dan 12.000 kunstwerken in huis.

Oprichters

Vaak valt de collectie van het bedrijf samen met die van de oprichters. Bij Katoen Natie in Antwerpen hangen bijvoorbeeld werken uit de collectie van Fernand Huts en zijn echtgenote Karine Van den Heuvel. Bij het Luikse familiebedrijf Uhoda, dat een netwerk van tankstations, parkings en andere commerciële baanlocaties beheert, hebben de stichtende broers Stephan en Georges Uhoda 1.000 kunstwerken verzameld. Duvel Moortgat-CEO Michel Moortgat heeft een deel van zijn collectie hedendaagse kunst in zijn Dada Chapel hartje Gent hangen, waar de Breendonkse brouwer een distilleerderij voor sterke dranken runt. Soms houden bedrijfscollecties – of ten minste een deel daarvan – verband met de zakelijke activiteit. De Nationale Loterij beschikt over 100.000 oude affiches en loterijbiljetten, naast een collectie schilderijen en cultuurhistorische stukken, zoals een Griekse amfora van 500 voor Christus met beeltenissen van de Griekse helden Achilles en Ajax.

Niemand praat graag over bedragen. “Maken we niet publiek”, hoor je al snel, of een variant daarop. Toch is de geldelijke waarde van de collecties intern min of meer bekend. “Maar de markt volgt natuurlijk haar eigen paden. De waarde van een werk wordt alleen maar duidelijker als ergens een soortgelijk werk wordt geveild”, zegt Hans-Bart Van Impe. Ter illustratie schuift hij een paneel met Rhein I van fotograaf Andreas Gursky uit, een impressie van de Rijn, ergens op het Duitse platteland. “Een grotere versie van zijn Rhein II werd in 2011 bij Christie’s geveild voor 4 miljoen euro. Wij hebben deze gekocht toen die nog betaalbaar was. Maar als we een van onze werken verkopen, doen we dat nooit vanuit een investeringsmodel. Vorig jaar hebben we er een honderdtal verkocht, waaronder een Warhol en een Roy Lichtenstein, maar die opbrengst bleef in de vzw en werd gebruikt om nieuwe werken te kopen. Verder werken we met een jaarlijkse dotatie van 248.000 euro van de Proximus-groep, maar die gaat niet helemaal op aan het kopen van nieuwe kunst. Ongeveer de helft wordt geïnvesteerd in bewaren, restaureren en andere activiteiten die bij het beheer van de collectie komen kijken.”

‘Veel van onze private-bankingklanten zijn zelf verzamelaars, die we geregeld in contact brengen met de jonge kunstenaars van wie we werken in onze collectie hebben’

Bénédicte Bouton, Belfius

Inner sanctum

Al die werken beschermen tegen omgevingsfactoren is natuurlijk een deel van de dagtaak. Ze kunnen bijvoorbeeld niet goed tegen fel licht of vocht. “In de Proximus Towers hingen we de schilderwerken het liefst op plaatsen waar het risico op lichtschade het kleinst was”, zegt Hans-Bart Van Impe. “In de buurt van de liftkokers bijvoorbeeld. Ook hadden we vochtsensors. De vochtwaarden schoten vaak omhoog op regenachtige dagen, want dan brachten mensen vocht binnen met hun natte kleren.”

Een van de schadelijkste factoren behoort gelukkig tot het verleden, zegt kunsthistorica Siska Beele, de conservator van de SD Worx-collectie: sigarettenrook, die sinds een wet van 2009 voorgoed uit Belgische kantooromgevingen is geweerd. “Maar die jarenlange nicotinedamp heeft heel wat werken geen goed gedaan. Veel restauratiewerken zijn het rechtstreekse gevolg daarvan.”

Waarom hebben bedrijven een eigen kunstcollectie? Een deel van het antwoord wordt meteen duidelijk als we verdieping 32 van de Belfius-toren betreden. De hele etage is ingericht als een exporuimte. Twee zaterdagen per maand is de huidige tentoonstelling Art Pops open voor het publiek. Er wordt een zeventigtal prominente werken getoond. Tussen de publieke bezoeken door kunnen ze voor bezoekers zakelijke conversatiestarters zijn. Dat verraadt een gedekte grenenhouten eettafel met vier stoelen, te midden van de sculpturale installatie Flight to the Future van Peter de Cupere. Aan weerszijden van de tafel hangt een constructie die lijkt op een wolk en waar de bezoeker zijn hoofd in kan steken. Daarbinnen krijgt hij in elk van de twee wolken een verschillende visuele én olfactorische ervaring, want de kunstenaar werkt graag met geuren.

“Onze kunst hangt tot op zekere hoogte samen met onze bankzaken”, zegt Bénédicte Bouton. “Gesprekken over kunst helpen om relaties aan te knopen of te onderhouden. Er is ook een link met onze eigen bankenbusiness. Veel van onze private-bankingklanten zijn zelf verzamelaars, die we geregeld in contact brengen met de jonge kunstenaars van wie we werken in onze collectie hebben.”

SD Worx heeft in een van zijn gebouwen langs de Brouwersvliet in Antwerpen eveneens een exporuimte op de benedenverdieping, waar een paar tientallen werken hangen. Er staan vergader- en lunchtafels, er is een selfservice-koffiebarretje, ook toevallige bezoekers – die weten dat een deel van de collectie in deze gelijkvloerse ruimte hangt – zijn welkom. Het is een ruimte buiten het inner sanctum die wordt geapprecieerd door het personeel. “Kunst inspireert en motiveert”, zegt Siska Beele. “Mensen voelen dat intuïtief.”

‘Kunst inspireert en motiveert. Mensen voelen dat intuïtief’

Siska Beele, SD Worx

Bankkantoren

Er zit leven in bedrijfscollecties. Sommige werken roteren, andere worden tijdelijk uitgeleend aan musea of voor tentoonstellingen. Zo gaf Belfius tijdens het Ensorjaar 2024 een paar van zijn werken van de Oostendse meester in bruikleen aan musea. “We hadden evengoed onze eigen Ensortentoonstelling kunnen opzetten, want we hebben een ruime collectie van de kunstenaar”, zegt Anouck Clissen, de curator van de Belfius Art Collection. “Maar omdat er al zo veel gebeurde, hebben we besloten om andere musea te ondersteunen.”
Werken uitlenen voor tentoonstellingen is niet de enige manier waarop kunstwerken de muren van de hoofdzetel verlaten. Bij Belfius is bijvoorbeeld een operatie bezig waardoor een deel van het kunstpatrimonium uitzwermt naar een zestigtal bankkantoren over het hele land. “We willen onze kunst dichter bij de klant brengen”, zegt Bouton. “In een dertigtal kantoren hangen al vier of vijf werken. We zijn dus halfweg. Dat zijn niet alleen oude meesters, maar ook jonge kunstenaars. We proberen zo veel mogelijk lokale artiesten naar de plaatselijke kantoren te brengen.”

Binnen de muren blijven de kunstwerken ondertussen hun centrale functie houden. Ze moeten niet alleen de kantooromgeving mooier maken, maar ook – zo is tenminste de betrachting – bezoekers en medewerkers verbluffen. “Kunst aan bedrijfsmuren is meer dan decoratie”, zegt Delphine Munro. Vanuit Luxemburg, waar ze head of Arts & Culture van de Europese Investeringsbank (EIB) is, runt ze ook de International Association of Corporate Collections of Contemporary Art (IACCA), een vakvereniging voor beheerders van bedrijfskunstcollecties. “Het moet passen in de modus operandi van het bedrijf, het heeft een toegevoegde waarde. Je creëert er een inspirerende omgeving mee, die de innovatie aanzwengelt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content