JINC helpt jongeren aan een netwerk

Inaya, Chaima en Jan Vandenhouwe. "Kleine dingen maken het verschil."
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

Door hen vroeg in contact te brengen met bedrijven, helpt de organisatie JINC kinderen en jongeren om hun talenten te ontdekken. De jongeren verruimen ook hun netwerk, wat zorgt voor betere kansen op de arbeidsmarkt. Maar ook ondernemers hebben baat bij een samenwerking met JINC. “We brengen werelden bijeen, mensen die elkaar anders misschien nooit zouden ontmoeten”, zegt JINC-directeur Koen Van Roey.

U hoeft niet te schrikken als Opera Ballet Vlaanderen een van de komende seizoenen plots K-pop, popmuziek uit Zuid-Korea, op het programma heeft staan. Dat zal dan mee de verdienste zijn van Inaya. Zij is twaalf, zit in het zesde leerjaar van het Sint-Norbertusinstituut in Borgerhout, en mocht onlangs met haar klasvriendin Chaima (13) een dagje Jan Vandenhouwe vervangen als artistiek directeur van Opera Ballet Vlaanderen. Die luisterde de hele dag aandachtig naar de twee zesdeklassers, terwijl zij op hun beurt ogen tekort kwamen tijdens hun rondleiding in het prachtige operagebouw in Antwerpen. Daar werd net het decor voor Jenufa opgebouwd, de opera van de Tsjech Leos Janácek, die deze maand in première ging.

Terwijl ze in het kledingatelier even de kostuums voor een nieuwe productie van Madama Butterfly aantrekken, horen Chaima en Inaya dat de medewerkers een geheime snoeplade hebben. Dat vinden ze interessant, want een beetje snoep, of toch op z’n minst een lekkere snack, dat zouden ze in de opera ook wel willen. Niet tijdens de voorstelling, maar vooraf. Het zou een van de initiatieven zijn die de vriendinnen willen nemen om meer kinderen en jongeren naar de opera te halen. Inaya ziet ook wel iets in een aparte speelkamer voor de allerkleinsten, een soort opvang, zodat hun ouders en oudere broers en zussen in alle rust van de voorstelling kunnen genieten. “Misschien kunnen ze er knutselen, de kledij en de decors van de opera namaken”, suggereert Inaya.

Feuilleton met cliffhanger

Maar er zijn ook echt inhoudelijke suggesties, zoals de introductie van K-pop dus, een hiphopclub voor dansers en aparte kindervoorstellingen. “Misschien een opera voor kinderen vanaf zes jaar. Er zijn thuis ook veel kinderen bezig met zingen en dansen. Die vinden de opera vast ook fijn”, zegt Chaima. Inaya heeft nog een ander idee: iets kortere voorstellingen, in een soort feuilleton, met een cliffhanger aan het einde.

Jan Vandenhouwe, in de tijdelijke rol van adjunct van Chaima en Inaya, Barbara Voets van de communicatiedienst en Lotte Suvéé, coördinator participatieve werking, luisteren tijdens een werkvergadering samen met dramaturg Koen Bollen aandachtig naar de voorstellen van de vriendinnen. Vooral die K-pop doet de harten meteen wat sneller slaan. “Wij zouden pioniers zijn als we dat doen, en we willen graag pionieren en samenwerken met anderen”, vertelt Jan aan de meisjes. “We denken daarbij zeker ook aan andere muziekgenres. We hebben al eens een balletvoorstelling gebracht met techno, en vorig jaar zongen Compact Disk Dummies mee in Kruistocht, een opera over kinderrechten. K-pop is dus zeker een idee waar we iets mee kunnen.”

Baas van Morgen

Chaima en Inaya zijn niet zomaar bij Opera Ballet Vlaanderen aanbeland. Zij zijn hier als onderdeel van JINC Baas van Morgen, een van de initiatieven waarmee de organisatie JINC probeert jongeren uit zogenoemde kansengroepen een betere start te geven op de arbeidsmarkt. Dat doen ze door samen te werken met scholen, waarbij ze ‘inbreken’ in de leerplannen. Dat kan al vanaf het derde leerjaar, tot en met het zesde en zevende middelbaar. De jongeren leren er het bedrijfsleven en de arbeidsmarkt kennen, volgen bliksemstages bij bedrijven en krijgen gerichte sollicitatietraining en carrièrecoaching.

“Wij zijn ervan overtuigd dat de talenten wel eerlijk verdeeld zijn, maar dat niet iedereen dezelfde kansen krijgt”, zegt Koen Van Roey, directeur van JINC België, een initiatief waarmee hij drie jaar geleden begon in Antwerpen. “Door hen op die manier kennis te laten maken met de arbeidsmarkt, willen we dat jongeren meer doordachte keuzes maken, zowel tijdens hun schoolloopbaan als in de verdere toekomst. Doordat ze in contact komen met verschillende bedrijven, kunnen ze leren wat ze graag doen, of net niet. En ze krijgen de kans een netwerk op te bouwen. We maken er hen bewust van dat zo’n netwerk hen ook verder kan helpen bij de zoektocht naar een geschikte, leuke baan.”

‘Er zijn in ons land 200.000 jongeren die opgroeien in een kansarm milieu. Hen helpen is een taak voor ons allemaal’

Koen Van Roey, JINC België

JINC biedt op die manier een dienst aan scholen én ondernemingen aan, vertelt Van Roey. “Wij zorgen voor lespakketten die perfect passen in de leerplannen. Het is dus niet iets wat de scholen er nog eens moeten bijdoen, wij breken een klein beetje in in het programma, maar wel met een aanbod dat hen verder helpt, waar ze zelf anders niet toe komen. En we richten ons daarbij op volledige klassen, niet op individuen. Zo’n project als Baas van Morgen, waarbij leerlingen dan wel alleen of per twee een dag de leiding mogen nemen in een bedrijf, wordt wel goed voorbereid in de klas. En nadien brengen de kinderen ook verslag uit over wat ze hebben gedaan.”

Maar niet alleen de scholen hebben baat bij het aanbod van JINC, aldus Van Roey. Ook bedrijven kunnen er hun voordeel mee doen. “Het is eigenlijk een vorm van interne employer branding. Je geeft je medewerkers de kans om zich maatschappelijk in te zetten tijdens de werkuren. Ik zie mensen opleven als ze in een school mogen gaan vertellen over hun werk, of als ze jonge gasten op de werkvloer ontvangen en kunnen tonen wat er zo ongelooflijk fijn is aan hun baan.” Bovendien: met de huidige war on talent kan het een ideale kans zijn om jonge mensen warm te maken voor je sector, een mogelijkheid om de talenten van morgen te ontdekken, betoogt Van Roey.

Gelijke kansen

JINC presenteert zich als een sociale organisatie die diensten aanbiedt aan scholen en bedrijven, en zo die twee werelden samenbrengt. Daarom vraagt het bedrijven niet alleen een inspanning om jongeren goed te ontvangen, er hoort ook een financiële bijdrage bij. “Dat klinkt misschien ongewoon voor ons, in Nederland staan ze daarin al een stapje verder. Maar wij zijn van mening dat je sociaal werk niet alleen aan de overheid moet overlaten. Als we willen dat iedereen dezelfde kansen krijgt, wat nu nog niet het geval is, is dat ook de verantwoordelijkheid van iedereen, niet alleen van de overheid of de politiek. Wij geven bedrijven de kans zich maatschappelijk te engageren, om via dit project iets terug te doen voor de samenleving. In het kader van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties is er de afgelopen jaren veel aandacht gegaan naar ecologie – helemaal terecht. Maar we mogen daarbij gelijke kansen niet over het hoofd zien. Er zijn in ons land 200.000 jongeren die opgroeien in een kansarm milieu. Hen helpen is een taak voor ons allemaal. Daar werken wij aan.”

Ik zie mensen opleven als ze in een school mogen gaan vertellen over hun werk, of als ze jonge gasten op de werkvloer kunnen ontvangen’

Koen Van Roey, JINC België

Van Roey streeft er met JINC naar om 60 procent van de inkomsten te halen bij bedrijven, met daarnaast nog eens 20 procent van de overheid en 20 procent uit fondsen, zoals de Koning Boudewijnstichting. “Daar zijn we nog niet, we halen nu wel al 50 procent. De rest komt grotendeels van de steden waar we al actief zijn, zoals Antwerpen en Turnhout. Mechelen financieren we dankzij de steun van een fonds, al hopen we uiteraard ook daar de lokale overheid te overtuigen van ons werk.”

In vijf jaar tijd wil JINC actief zijn in minstens één stad per Vlaamse provincie. De organisatie kijkt daarbij naar die stadsregio’s, waar de werking het meest nodig is, op basis van de sociaal-economische indicatoren. Op basis daarvan kiest JINC ook de scholen waarmee wordt samengewerkt. “We kijken waar we nodig zijn, waar we het grootste verschil kunnen maken.”

Ongekwalificeerde uitstromer

Dat er nood is aan een project als JINC, daar is Koen Van Roey heilig van overtuigd. Hij had zelf een woelige schoolloopbaan en verliet het onderwijs als zogenoemde ongekwalificeerde uitstromer. Hij ging aan de slag als magazijnier bij Electrabel. Zijn baas stimuleerde hem om toch wat ambitieuzer te zijn. Hij was ervan overtuigd dat de jonge Van Roey meer in zijn mars had. Daardoor ging hij toch weer studeren. “Ik heb die man onlangs opgebeld om hem daarvoor te danken. Hij wist natuurlijk niet meer wie ik was, maar ik heb zijn motiverende les altijd onthouden. Dat soort kleine dingen maken het verschil.”

‘Heel jonge mensen hebben frisse ideeën. Die blik kunnen wij zeker gebruiken’

Jan Vandenhouwe, Opera Ballet Vlaanderen

Zo’n verschil hoopt Van Roey ook te bewerkstelligen bij de ruim drieduizend jongeren die JINC dit schooljaar bereikt. Zoals die jonge kerel die op bezoek kwam in het kantoor van JINC in de Offerandestraat in Antwerpen-Noord. Hij vond het allemaal heel mooi en vertelde over zijn droomberoep, maar voegde er ook aan toe: “Helaas is dat niet voor ons, wij maken de straten proper.” “Het is toch erg dat iemand van twaalf op die manier naar zichzelf kijkt, dat hij denkt dat onze samenleving hem geen kansen zal bieden. Dat perspectief willen we veranderen door dat soort jongens in contact te brengen met bedrijven. En dan ontmoeten ze enthousiaste mensen die zeggen: ‘Wij zitten te wachten op jou.’ Dat stimuleert die gasten geweldig. Zo werken we de vooroordelen weg, zowel bij de jongeren als bij de bedrijven. We brengen werelden bijeen, mensen die elkaar anders misschien nooit zouden ontmoeten.”

Beetje saai

De kans dat Chaima en Inaya ooit de opera zouden hebben ontdekt zonder JINC, is inderdaad miniem. Nu stralen de meisjes als ze op het podium staan en alvast een buiging mogen maken voor de lege zaal vol rode zeteltjes. “Ik dacht eerst dat het een beetje saai zou zijn. Maar het is net heel leuk. Ik zie me hier wel werken, het liefst als zangeres of danseres”, glimlacht Inaya. Chaima ziet voor zichzelf vooral een rol achter de schermen, bij de make-up. Het aanpassen van de pruiken was voor haar een van de hoogtepunten van deze dag, vertelt ze met pretlichtjes in de ogen. Jan Vandenhouwe en zijn team hebben er dan ook een erezaak van gemaakt om de vriendinnen een fijne dag te bezorgen, en hen met alle kamers van het grote operahuis in contact te brengen.

Ook Vandenhouwe is in zijn nopjes met zijn vervangers-voor-een-dag. “Ze zijn erg geïnteresseerd en stellen veel vragen, ze hebben frisse ideeën. Die blik van heel jonge mensen kunnen wij zeker gebruiken. We maken er al werk van, bijvoorbeeld met ons kinderkoor, maar nieuwe voorstellen en initiatieven zijn altijd welkom.”

Opera Ballet Vlaanderen is slechts een van de ruim honderdveertig bedrijven waar JINC mee samenwerkt. De ondernemingen variëren van Coca-Cola en Domino’s Pizza over Agilitas en Umicore tot de Rechtbank. Voor elk wat wils. “Het is ook fijn om te tonen welke verschillende banen er allemaal mogelijk zijn in die bedrijven. Met een technisch diploma kan je ook aan de slag bij de rechtbank of het ziekenhuis. Of in de decorbouw van de opera”, aldus Van Roey.

“Daarom vonden wij het meteen een goed idee mee te doen met dit project van JINC”, vult Vandenhouwe aan. “En we willen graag nog een stapje verder gaan, en Chaima en Inaya met al hun klasgenoten uitnodigen. Zo kunnen ze allemaal eens kennis maken met de opera.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content