Ish Ait Hamou schreef een essay over ‘de theorie van de 1 of 2’: ‘Er is veel onbegrip tussen succesvolle en minder succesvolle mensen’

ISH AIT HAMOU “Pas achteraf kwam het besef dat ik heel hard zocht naar iets waarin ik de beste kon zijn.” © DIETER TELEMANS
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

Zelfs een succesvolle cultureel ondernemer als Ish Ait Hamou kampt met twijfels en demonen. In een boek probeert hij te achterhalen waar die angsten vandaan komen en waarom zijn Vlaams-Marokkaanse generatiegenoten zo vaak angst en afgunst voelen. “De basis is helder en eerlijk communiceren. Alleen zo kunnen we stappen vooruitzetten.”

“ We hate it when our friends become succesfull”, zong Morrisey. Met als toevoeging: “And if they’re northern, that makes it even worse.” Iets soortgelijks ziet Ish Ait Hamou gebeuren in de Vlaams-Marokkaanse gemeenschap waarin hij opgroeide. Vaak zijn er afgunst en te hoge verwachtingen tegenover die enkelingen die erin slagen succesvol te zijn. Wie zijn positie niet gebruikt om goed te doen voor de gemeenschap, krijgt banbliksems over zich heen. Wie succesvol is, probeert zijn positie te beschermen en vergeet vaak de angsten waarmee de achterblijvers worstelen. Ish Ait Hamou wilde weten waar die afgunst vandaan komt. Hij ziet onder meer een verklaring in het spanningsveld tussen de eerste generatie, die dankbaar is voor de kansen die ze in Vlaanderen heeft gekregen, en de frustraties bij de volgende generatie, die vaak het slachtoffer is van structureel racisme. Hij ziet ook een uitweg: helderder en eerlijk communiceren over je gevoelens, angsten en twijfels, of je nu een 1, een 2 of een 6 bent. Zijn theorie van de 1 of 2 schreef hij neer in een boek.

Als je deel uitmaakt van een minderheid, moet je voor jezelf uitpluizen waar je staat

Hoe is uw theorie van de 1 of 2 ontstaan?

ISH AIT HAMOU. “Het is een theorie die ik al lang vertel aan mijn vrienden, en voor velen was het herkenbaar. Iedere keer als ik negativiteit hoorde ten opzichte van wat iemand deed, of als ik mezelf betrapte op zure oprispingen, vertelde ik mijn theorie. Maar het was pas tijdens de lockdown dat de theorie schrijvend echt vorm begon te krijgen, want het is op zich best complex en soms ook confronterend.”

Het essay begint met een anekdote over hoe u werd toegelaten tot Dancing Carré, maar uw vrienden niet. De theorie gaat vooral over hoe zij en u daarmee omgaan, en hoe verschillend dat is.

AIT HAMOU. “Ik wilde vooral een boek schrijven voor de mensen in mijn eigen gemeenschap, maar toch blijkt het vrij universeel te zijn. Ik wilde onderzoeken welke impact dat structurele racisme heeft op onze onderlinge relaties. Ik geloof niet dat het in ons DNA zit om negatief te zijn, om de ander iets te misgunnen. Maar toch gebeurt het, dus dat moet een andere bron hebben. Maar daarover praten we veel te weinig. Als je deel uitmaakt van een minderheid, moet je voor jezelf uitpluizen waar je staat. Niet alleen tegenover Jan en Tomas in je klas, maar ook tegenover anderen in je gemeenschap. Wij groeiden op in een realiteit dat mensen uit onze gemeenschap nooit bepaalde posities verwierven. Toen ik naar school ging, was er onder de leerkrachten slechts één moslim. Dat bleek in veel sectoren zo te zijn: er was er maar één. Dan ga je automatisch geloven dat er maar één of twee plekken zijn voor jouw mensen op zulke gewilde posities. En als die zijn ingenomen, denk je: ik heb mijn kans verkeken. Dat leidt tot angst en jaloezie.”

U beschrijft hoe jaloers u zelf was toen u hoorde dat Adil El Arbi en Bilal Fallah een film zouden maken. “Ik ben te laat”, was misschien niet uw eerste, maar toch zeker uw tweede gedachte.

AIT HAMOU. “Als je groter wordt en je ziet een plek die wordt ingenomen door iemand anders, denk je: mijn kans is verkeken. Dat is een complex gevoel, we praten er haast nooit over en we weten niet zo goed wat we ermee aan moeten. En dan kies je vaak onbewust voor de negatieve aanpak.”

Misschien is het ook schaamte?

AIT HAMOU. “Er zit zeker een deel schaamte in over dat gevoel. Het hangt er volgens mij van af wat je met dat gevoel doet. Je kunt het ook positief gebruiken, door er sterker te willen uitkomen. Soms ken je mensen ook niet zo goed en je wilt hen niet beladen met je negatieve energie. Dan zou het zijn alsof zij iets verkeerd hebben gedaan, terwijl het eigenlijk gaat om je eigen angsten en demonen. Nochtans, in onze gemeenschap houden we van verhalen, we praten graag. Maar toch hebben we moeilijkheden om te praten over dat persoonlijke, wellicht omdat er vaak schaamte bij komt kijken.”

Een van de verklaringen die u geeft, is dat jullie nooit iets hebben vernomen over de emotionele reis die jullie ouders hebben meegemaakt als migranten.

AIT HAMOU. “Dat is een van de puzzelstukken. Zij hebben nooit met ons gesproken over de emotionele weg die ze hebben afgelegd. Wij zijn de eerste generatie die hier is opgegroeid. Onze ouders hebben een andere achtergrond, ze weten niet hoe het is hier als tienjarige op de schoolbanken te zitten, om naar de zwemles te gaan. Zij vergelijken alles met hun geboortedorp. Onze ouders waren dankbaar voor de kansen die ze kregen. Dat is een mooie karaktertrek, maar niet over de hele lijn. Wij groeien op in een andere realiteit waarin ze alles zien en vergelijken met wat hier gebeurt. Onze spiegel is niet meer de spiegel van onze ouders. Mijn ouders waren een heel goede gids voor het leven. Maar mijn eigen kinderen zullen een betere gids hebben voor Vlaanderen, omdat ik weet wat hier belangrijk is. Maar ik wil zeker niet oordelen. Gezien de omstandigheden, hebben zij het onmogelijke gedaan. Als je dan vanuit een dorp in Marokko naar hier komt… Misschien is dichtklappen dan wel de enige manier om daarmee om te gaan.”

Blijkbaar maken we als samenleving een verschil tussen iemand die veertig jaar in de fabriek heeft gewerkt en iemand die een tv-programma presenteert

Terwijl u in de epiloog wel een pleidooi houdt voor transparante, eerlijke communicatie.

AIT HAMOU. “Omdat ik zeker ben dat dat op termijn de enige oplossing is. Er is veel onbegrip tussen succesvolle en minder succesvolle mensen. Toen ik in de jury van So You Think You Can Dance zat, dachten mensen dat ik op een plek met macht zat. Maar dat is natuurlijk niet het geval. Ik had zelf een hele lange weg moeten afleggen om daar te raken. Stel dat er iemand zijn cv komt afgeven en me vraagt dat te delen met de producent. Misschien vrees ik wel dat die man beter is dan ikzelf. En dan ben ik mijn baan kwijt.

ISH AIT HAMOU “Er is veel onbegrip tussen succesvolle en minder succesvolle mensen.” © DIETER TELEMANS

“Over die angst moet je ook durven te praten. Je beschermt jezelf, dat is op veel plekken zo. En de achterblijver, die man met het cv, is natuurlijk boos dat jij niet wilt helpen. Maar door erover te praten, kunnen we het probleem optillen naar een hoger, structureler niveau: waarom zijn er zo weinig plekken voor mensen zoals wij? Dan blijft het niet hangen in het persoonlijke. En misschien komen we dan tot iets positiefs, beginnen we samen een productiebedrijf bijvoorbeeld. De basis is helder en eerlijk communiceren. Geef toe dat je bang bent. Geef toe dat je jaloers bent. Dat geeft veel rust, dat zorgt voor opluchting. Je kunt nog altijd teleurgesteld zijn, maar je kunt het ook sneller aanvaarden omdat alle kaarten op tafel liggen. Alleen zo kunnen we stappen vooruitzetten.”

Dacht u tijdens het schrijven soms dat de theorie ook een verklaring is voor de dingen die u hebt bereikt?

AIT HAMOU. “Dat kan haast niet anders, dat is zo inherent aan wie ik ben. Ik heb blijkbaar altijd iets gezocht om een 1 of 2 in te worden. Dat was het teken van succes, van aanzien. En als er iets is in ons leven dat de samenleving ons direct en indirect heeft gezegd, laten zien en voelen, dan is het dit: een goede Marokkaan is een succesvolle Marokkaan. Toen ik klein was, heb ik erg veel gedaan: voetbal, basketbal, dans. Het was zoeken waarin ik speciaal was. Ik was enorm gedreven, dat kan niet aan de passie voor het dansen alleen hebben gelegen. Ik wist als twaalfjarige nauwelijks wat dans was. Pas achteraf kwam het besef dat ik heel hard zocht naar iets waarin ik de beste kon zijn.”

Je moet genoeg ontevreden zijn om nieuwe dingen te willen, door te vechten, iets te behalen wat binnen je bereik ligt

U bent nu bezig een film te maken. Waarover gaat BXL?

AIT HAMOU. “De film gaat over twee broers. De oudste broer kan zijn absolute droom waarmaken. Het verhaal gaat over de impact die dat zal hebben op hem, op zijn omgeving, en in het bijzonder op zijn kleine broer.”

Dus de theorie van de 1 of 2 zit daar ook wel in?

AIT HAMOU. “De grote broer wordt een 1, omdat hij zijn droom waarmaakt. Maar daar kun je ook een prijs voor betalen. Is het waarmaken van je droom een geschenk of een last, dat is een vraag die we proberen te beantwoorden. Voor sommige mensen is het fijn als je een droom realiseert, maar de val daarna kan ook hard zijn. Ben je dan niet beter met de status quo? Dat is een complex gegeven.”

U draait nu een film. U had eerder al succes als danser, choreograaf, tv-figuur en schrijver. Ik kan me wel voorstellen dat zoiets meer jaloezie opwekt dan iemand die succes heeft als een kleine aannemer en vijf mensen in dienst heeft.

AIT HAMOU. “Dat heeft vooral te maken met de tijd waarin we leven, waar we belang aan hechten en waaraan niet. Bekendheid is iets geworden wat prestige schenkt. Als samenleving hebben we daar erg veel waarde aan gegeven. Mijn vader heeft veertig jaar in de staalfabriek gewerkt, heeft zo een huis kunnen kopen, samen met mijn moeder vier kinderen grootgebracht en hen laten studeren. Er bestaat geen groter succesverhaal dan dat. Maar blijkbaar maken we als samenleving een verschil tussen iemand die veertig jaar in de fabriek heeft gewerkt en iemand die een tv-programma presenteert. Het ene is succes, het andere niet. Maar door constant iets na te jagen dat groter is dan onszelf, kunnen we ook de weg kwijtraken.”

Is dat een overweging als u aan een nieuw project begint? Moet ik nog wel die volgende droom najagen? Of hebt u geen last van dat soort overpeinzingen?

AIT HAMOU. “Last niet. Maar ik probeer een goede balans te vinden. Je moet ook genoeg ontevreden zijn om nieuwe dingen te willen, door te vechten, iets te behalen wat binnen je bereik ligt. Maar je moet tegelijk ook nederig zijn en dankbaar genoeg, blij genoeg met alle dingen die je al hebt. Maar je kunt tevreden zijn met wat je hebt en toch nog ambitie koesteren. Er mag een beetje wrijving zijn. Als je denkt dat je iets kunt, wil je jezelf graag bewijzen. Daar is niets mis mee. Maar soms is de balans ook zoek, en dan crash je. Dat zijn ook belangrijke lessen.”

Ish Ait Hamou, De theorie van de 1 of 2, Manteau, 80 blz., 18,50 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content