Ingenieur van het Jaar Mieke Fordeyn (Jan De Nul): ‘Ingenieurs hebben een voorbeeldfunctie’
Ze ontwikkelde specifieke betonberekeningen, mocht als eerste vrouwelijke projectleider van Jan De Nul naar het buitenland en stond oog in oog met een Amerikaanse scherpschutter. Mieke Fordeyn bewijst dat een ingenieursbestaan spannend kan zijn. In het najaar werd ze verkozen tot Engineer of the Year.
De telefoon van Mieke Fordeyn licht enkele keren op tijdens het gesprek. Van de ruim 8.000 werknemers van Jan De Nul Group hebben slechts weinigen een rechtstreekse lijn met CEO Jan Pieter De Nul. Zij, als director International Department, is er een van. “Ik werk nu 31 jaar voor dezelfde werkgever”, zegt Fordeyn. “Maar het voelt alsof ik voor veel verschillende bedrijven heb gewerkt.”
Hoe bent u bij de maritieme bouwgroep terechtgekomen?
MIEKE FORDEYN. “Er was in de jaren negentig niet zoveel werk voor ingenieurs. In 1993 heeft Jan De Nul er slechts vier aangeworven. In die tijd waren vrouwen niet toegelaten op de werven, en al zeker niet op de schepen of in het buitenland. Ik startte op het studiebureau om betonberekeningen te maken. Vaak waren dat unieke opdrachten en moesten we zelf rekenmethodes uitvinden. Ik kreeg ooit telefoon van een man bij het controleorgaan voor die berekeningen – noodzakelijk om verzekeringen af te sluiten – die vroeg op welke methode ik me had gebaseerd. Hij raadde me aan een patent te nemen op mijn rekenmethode, aangezien die volledig nieuw was.”
‘In de ingenieursopleiding mag meer oog zijn voor goede communicatievaardigheden en andere soft skills’
Na een jaar mocht u toch op een werf in Zeebrugge starten.
FORDEYN. “Daar mocht ik alleen op oude schepen werken (lacht). Maar het was enorm leuk. Ik ben een waterrat: ik heb aan competitiezwemmen gedaan, heb altijd gezeild en zeillessen gegeven. Ik heb tussendoor op eigen initiatief aan de Zeevaartschool een diploma tot baggerkapitein gehaald, zodat ik zelf met kleine baggerschepen kon varen. Na negen jaar werd ik als eerste vrouwelijke projectleider naar het buitenland gestuurd. Mijn partner werkte ook op buitenlandse werven, weliswaar nooit in hetzelfde land als ik. Zo heb ik in Spanje, Singapore en Dubai gewerkt en gewoond. In elk land ben ik van een dochter bevallen.”
Intussen bent u director International Division. Wat houdt die baan in?
FORDEYN. “Alle projecten in het buitenland en de baggerprojecten in België vallen onder mijn supervisie. Mijn baan is heel breed, want die behelst de volledige keten. Het begint met ideeën aanbrengen bij onze klanten, over de ontwikkeling van het project, de berekening van de kosten, de uitvoering van het project tot de nazorg. Al die projecten zijn als het aansturen van een kmo, want er werken soms wel tot duizend werknemers aan.
“Het belangrijkste deel van mijn werk is begrijpen wie wat en wanneer nodig heeft. Daarom moet ik de contacten met verschillende bedrijven en overheden onderhouden. En ik word opgetrommeld als er iets fout loopt. Dat kunnen problemen met vergunningen zijn of een grondonderzoek waar elementen zijn gemist, waardoor die grond harder of niet stabiel genoeg blijkt te zijn.”
Wat maakt u een goede ingenieur?
FORDEYN. “Een goede ingenieur ziet een probleem en zoekt een oplossing die maatschappelijk gedragen wordt en betaalbaar is. Dat zijn vaak creatieve oplossingen waar je een beetje overtuigingskracht bij nodig hebt om alle stakeholders mee te krijgen.”
Hebt u de baan door de jaren zien veranderen?
FORDEYN. “We moeten de klant helemaal ontzorgen, van vergunningen aanvragen tot overleggen met de stakeholders, zoals non-profitorganisaties en lobbygroepen. Ook goede communicatievaardigheden zijn noodzakelijk. Wij, ingenieurs, hebben de neiging heel detaillistisch te praten, maar het mag niet vaag of wollig worden. In de opleiding mag meer oog zijn voor goede communicatievaardigheden en andere soft skills.”
Wat zijn de grootste uitdagingen in de sector?
FORDEYN. “Het zijn boeiende, maar uitdagende tijden. Het verlies aan biodiversiteit, de opwarming van de aarde, de strengere emissienormen… als bedrijf moeten we meedenken aan de oplossingen. Zo heeft Jan De Nul elf schepen met filtersystemen waardoor de uitlaatgassen binnen de heel strenge Euro 6-norm blijven. Die technologie blijft in ontwikkeling. Daarnaast zetten we volop in op biobrandstoffen, maar die zijn helaas nog onvoldoende verkrijgbaar. Het is goed dat de Europese wetgeving streng is. Dat die strenger is dan in de rest van de wereld, ondermijnt helaas onze concurrentiepositie tegenover niet-Europese spelers. En er is de geopolitieke situatie, met Rusland, het Midden-Oosten, de aanvallen in het Suezkanaal. Als er ergens iets gebeurt, voelen wij dat meteen.”
U zet zich in om het ingenieursberoep te promoten. Hoe doet u dat?
FORDEYN. “Jan De Nul is verschillende programma’s gestart om kinderen en jongeren al op de lagere school kennis te laten maken met de baan. We werken ook samen met universiteiten om die programma’s vorm te geven, omdat zij weten welke studenten instromen en op welke profielen uit de STEM-richtingen (met een focus op wetenschappen, techniek, economie en wiskunde, nvdr) we moeten focussen om hen te overtuigen.”
Bereiken die STEM-richtingen hun doel?
FORDEYN. “Ik denk dat de inhoud zal evolueren als de scholen groeien in die opleidingen. De leerplannen zijn erg rigide. Ik geloof dat we met globale doelstellingen moeten werken, zodat leerkrachten meer vrijheid hebben om met de interesses van de leerlingen aan de slag te gaan. Maar zonder strikte leerplannen heb je natuurlijk geen stok achter de deur als het niet goed gaat. Het is een dunne grens. Ook de opleidingen aan de universiteit zijn door de jaren veranderd. Er worden meer lessen vanuit het veld onderwezen, er is ondersteuning via workshops of oefensessies, en studenten worden uitgenodigd in bedrijven of op werfbezoeken. Ik spendeer veel tijd om proffen ervan te overtuigen om over het academische muurtje te kijken.”
Stromen er meer vrouwen in?
FORDEYN. “Bij Jan De Nul zullen ondertussen ongeveer evenveel mannen en vrouwen werken, maar niet in het buitenland of als ingenieur. Ik denk dat vrouwen vaak nog denken dat de combinatie met een gezin onmogelijk is. Het schrikt af, terwijl ik een voorbeeld ben dat het wel kan. Ik vind dat vrouwen zelfverzekerder mogen zijn en beseffen dat ze niet onder hoeven te doen voor mannen.”
‘Vrouwen mogen zelfverzekerder zijn en beseffen dat ze niet onder hoeven te doen voor mannen’
Wat zijn uw mooiste herinneringen aan uw baan?
FORDEYN. “Ik heb aan veel projecten meegewerkt. Het grootste is De Palm, een kunstmatige archipel voor de kust van Dubai. Dat is een heel zichtbare realisatie, maar de onzichtbare nevenprojecten geven misschien wel meer voldoening. We hebben er bijvoorbeeld actie ondernomen om de oesterkweek te verbeteren in samenwerking met de lokale parelvissers en de biodiversiteit rond het eiland te stimuleren.
“Een ander moment was de komst van een groot Amerikaans vliegdekschip in een baai waar we werkten. Die schepen hebben een veiligheidsperimeter tot wel 500 meter. Wie op minder dan 200 meter komt, brengen ze in principe tot zinken. Wij moesten echt ons werk kunnen doen, dus stond ik al zwaaiend op ons voordek met scherpschutters op mij gericht. Uiteindelijk heb ik de bevelhebber gesproken en mochten we hen tot op 10 meter naderen. Respectvolle communicatie kan een vertrouwensband scheppen.”
Welk advies hebt u voor toekomstige ingenieurs?
FORDEYN. “Ingenieurs hebben een voorbeeldfunctie in het bedrijf, maar ook daarbuiten. Practice what you preach. Mijn partner en ik bouwen een huis om volledig offgrid te gaan: geen elektriciteit, geen uitstoot, geen wateraansluiting. We willen aan onze dochters bewijzen dat je zelf actie kunt ondernemen om de wereld te verbeteren. We zullen allicht toch één toegeving moeten doen om de meisjes mee te krijgen: een internetaansluiting.”
Bio
• Geboren in Eeklo in 1969
• 1993: studeert af als bouwkundig ingenieur aan UGent
• 1993: start op de studiedienst van Jan De Nul
• 1994: wordt de eerste vrouwelijke projectleider op een binnenlandse werf
• 2002: wordt de eerste vrouwelijke projectleider op een buitenlandse werf
• 2014: keert terug naar België om er de internationale divisie te leiden
• 2024: wordt verkozen tot zevende Engineer of the Year, een initiatief van de alumnivereniging van ingenieurs aan UGent en de Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
Jan De Nul
-
Maatschappelijke zetel:
Hofstade-Aalst
-
Sector:
Burgerlijke bouwkunde, utiliteitsbouw, wegenwerken en waterbouw
-
Toegevoegde waarde:
300511686