Geert Noels: ‘Met de Einstein-telescoop trek je hersens van over de hele wereld naar je land’
België werkt samen met Nederland en Duitsland hard om de Einstein-telescoop binnen te halen. Het project voor onderzoek naar zwaartekrachtgolven, een investering van 2 tot 3 miljard euro, wordt in 2026 gegund en zou kolossale economische perspectieven bieden.
“Dit is het project van mijn leven.” De econoom Geert Noels maakt geen geheim van zijn passie en enthousiasme voor de Einstein-telescoop, een enorm project dat in 2026 moet worden gegund en in 2035 moet zijn gebouwd. Zijn adviesbureau Econopolis begeleidt het project om het observatorium binnen te halen.
Het grensgebied tussen Nederland, Duitsland en België is geschikt voor de bouw van het project. Het moet het grootste observatorium ter wereld worden voor de detectie en de observatie van zwaartekrachtgolven. Het uiteindelijke doel is een zoektocht naar het mysterie van de vorming van zwarte gaten en de oorsprong van het universum. Bovendien opent het ook economische perspectieven.
Lees hieronder verder
Mobiliserend project
“Het gaat niet om een traditionele telescoop”, legt Geert Noels uit. “Het wordt een ondergronds observatorium, 250 kilometer onder de grond, in een driehoek met zijden van 8 kilometer lang. De investering is een van de prioriteiten van de Europese Unie en zal 2 tot 3 miljard euro bedragen.” België dankt zijn deelname aan het project aan de kwaliteit van zijn bodem. De rotsen blijken ideaal te zijn. Anders had Nederland, dat aanvankelijk de leiding had, ons land misschien niet nodig gehad.
Alleen Sardinië stelt een concurrerend project voor om de telescoop te huisvesten. Een optie zou zijn de twee projecten te combineren. Maar de Belgische autoriteiten en die van de buurlanden rekenen op het centrale karakter van hun project, in het hart van Europa, om Europa te overtuigen.
“Het zou een mobiliserend project kunnen zijn”, benadrukt Geert Noels. “Kijk naar wat CERN (het Europees Laboratorium voor Deeltjesfysica, gevestigd in Genève, nvdr) Zwitserland heeft opgeleverd sinds 1954. Dat is ongelooflijk. Het heeft de lokale, rurale economie getransformeerd. In het CERN is het World Wide Web ontwikkeld. Kun je je dat voorstellen? Het was niet gepland, maar zo gaat het vaak. Grote wetenschapsprojecten als dit trekken hersens van over de hele wereld naar je land. De mogelijke spin-offs zijn onvoorspelbaar.”
De Britse onderzoeker Tim Berners-Lee vond in 1989 in het CERN het World Wide Web uit. Het uitwisselingsnetwerk was in eerste instantie ontworpen en ontwikkeld om wetenschappers van universiteiten en instituten over de hele wereld direct informatie te laten uitwisselen. Het World Wide Web heeft de technologiereuzen van vandaag voortgebracht. “Onderzoekers op die manier samenbrengen kan een hefboomeffect hebben op wetenschap en technologie en de hoofdkantoren van grote bedrijven aantrekken”, benadrukt Geert Noels. “We werken nauw samen met de universiteiten van Luik en Hasselt. We moeten beseffen dat groei, industrie, en onderzoek en ontwikkeling van vitaal belang zijn voor een land.” De CEO van Econopolis gelooft dat de strijd tegen de desindustrialisatie dé strijd van 2024 wordt, voor België en voor Europa.
Ambitie geeft vertrouwen
Staatssecretaris voor Economisch Herstel Thomas Dermine (PS) is van plan alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat België de ambitie van het project waarmaakt. “We doen al het nodige om ervoor te zorgen dat onze kandidatuur niet geblokkeerd wordt na de verkiezingen van juni 2024”, zegt hij.
Thomas Dermine wijst erop dat het tempo de afgelopen maanden hoog lag. “In september hebben we met alle partijen die bij het project betrokken zijn, een verklaring van interesse afgelegd. Eind november hebben we een grote wetenschappelijke conferentie georganiseerd, om de gunstige resultaten van de geologische studies te presenteren. En op 11 december bracht een interministeriële conferentie onze standpunten op één lijn met die van Wallonië en Vlaanderen. Iedereen is zich bewust van wat op het spel staat.”
Dermine merkt op dat, hoewel het grootste deel van het project zich geografisch in Wallonië zal bevinden, het een typisch voorbeeld is van een project dat het mogelijk maakt een nieuw partnerschap tussen de gewesten te smeden. “Door grote projecten als dit uit te voeren, geven we de samenleving vertrouwen. Het mobiliseert energie”, benadrukt Dermine.
4.200 economische spelers
Willy Borsus (MR), de Waalse minister van Economie, is al even enthousiast over de telescoop: “Het is een buitengewoon project, dat elf territoriale entiteiten in drie landen samenbrengt en de wetenschappelijke gemeenschap mobiliseert voor een nobel en belangrijk doel: de zoektocht naar de oorsprong van het universum.”
Pragmatisch vervolgt hij: “We hebben het over een gebied van 26.000 hectare dat wordt ontwikkeld, en een beschermde zone van 85.000 hectare. 62.000 hectare van die zone ligt in Wallonië. Dat is geen sinecure. Een studie heeft niet minder dan 4.200 economische spelers geïdentificeerd die bij dit project betrokken kunnen zijn, van onderzoekscentra tot bedrijven, universiteiten en instellingen. Dat is enorm.”
“Meer nog”, vervolgt de liberaal, “de telescoop past perfect in het ecosysteem en de toekomst van het Waalse Gewest. We beschikken over een performante ruimtevaartindustrie met het Luikse ruimtevaartcentrum, het Eurospace-centrum in Redu en grote privéspelers als Aerospacelab. We zijn een van de zeven operationele vestigingen van de ESA. Maar dat is niet alles. De statistieken van Eurostat tonen aan dat we sterk zijn in onderzoek en ontwikkeling. We investeren 3,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in onderzoek. Daarmee staan we bijna op gelijke hoogte met Vlaanderen, aan de top van de ranglijst.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier