Energyville wil meedoen met Europese top
Vandaag opent het onderzoekcentrum Energyville zijn deuren. “Door de samenwerking tussen de KU Leuven, VITO en imec ontstaat een onderzoekscentrum dat op Europees niveau mee kan met de topinstellingen”, zegt CEO Ronnie Belmans.
In aanwezigheid van Europees Europees Commissaris van de Energie Unie Maro¨ ¦ef?ovi?, en de federale en Vlaamse energieministers Marie Christine Marghem en Bart Tommelein, opent het onderzoekscentrum Energyville vandaag zijn deuren. De onderzoekers op de Thor-site in Waterschei, waar vroeger de steenkoolmijnen de Limburgse economie onderstutten, gaan expertise leveren aan de industrie en de overheden over energiesystemen in de stedelijke omgeving, zoals slimme netten en geavanceerde warmtenetten. Drie vragen aan drijvende kracht en CEO, professor Ronnie Belmans.
Wat is de meerwaarde van de krachtenbundeling tussen de KU Leuven, VITO en imec?
RONNIE BELMANS. “Door de samenwerking ontstaat een onderzoekscentrum dat op Europees niveau mee kan met de topinstellingen. De drie onderzoeksinstellingen zijn al complementair, alleen de tijdshorizon verschilt: de universiteit spitst zich toe op het meer fundamentele werk, terwijl het meer toegepaste onderzoek aan VITO en imec gebeurt.
“Door de handen in elkaar te slaan, zijn we als Energyville veel breder aanwezig in bijna alle domeinen die relevant zijn voor de energievoorziening van grootstedelijke entiteiten. Ook dekken we de hele waardeketen: van materialen over systemen tot beleid.
“De kennisbundeling zal ons toelaten een one-stop shop te worden die kennis kan leveren aan de industrie en de overheden, zoals de Europese steden. Dat zal de coherentie van de daaruit volgende acties verhogen.
“Ten slotte kunnen we de onderzoekslabo’s in Energyville gemeenschappelijk gebruiken en de investeringen in labo-apparatuur efficiënter inzetten. Concrete samenwerkingsvoorbeelden zijn de ‘smart grids’ (intelligente elektriciteitsnetwerken, nvdr), waarbij de impact van opslag, fotovoltaïsche systemen en vraagsturing samen wordt gebracht; en BIPV (Building Integrated PhotoVoltiacs), waarin bestudeerd wordt hoe in de toekomst de zonne-energie effectief kan worden geïntegreerd in gebouwen en districten.”
Hoeveel subsidies krijgt Energyville?
Voor de pas gestarte bouw van EnergyVille 2 werd het kapitaal verhoogd met een bijkomende inbreng van de bestaande partners
BELMANS. “We hebben er geen aangevraagd, maar we hebben er wel een gekregen. De investering in EnergyVille 1, het gebouw dat nu klaar is, gebeurde door de aandeelhouders van Campus EnergyVille NV: Wetenschapspark THOR (Stad Genk, LRM, KULeuven), POM Limburg, VITO en imec. De kapitaalinbreng dekt ongeveer de helft van de bouwkosten, maar er is achteraf wel een subsidie toegekend van EFRO, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Voor de pas gestarte bouw van EnergyVille 2 werd het kapitaal verhoogd met een bijkomende inbreng van de bestaande partners, en van twee nieuwe partijen: Nuhma en UHasselt.
“Voor het wetenschappelijke onderzoek worden, naast de inbreng van de partners, de normale kanalen aangesproken. Dat gaat van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek voor het fundamentele werk, tot directe projectsamenwerking met de industrie. EnergyVille heeft een business affiliation-programma opgezet, en neemt deel aan heel wat Europese projecten, waaronder het basisonderzoeksproject van het EFRO/SALK (Strategisch Actieplan Limburg Kwadraat).”
Is Energyville klaar voor de slimme omgeving van de toekomst?
BELMANS. “Het gebouw is volledig energieneutraal. Het kreeg onder andere daardoor een BREEAM Excellent-label. Dat is een label dat ook het comfort voor de medewerkers meet: energie-efficiënte en een aangename werkomgeving dienen samen te gaan.
“Bovendien zal EnergyVille, en bij uitbreiding de hele Thor-site, een regelluwe zone worden. In Thor Park zullen veel innovatieve ideeën ontluiken, waarvoor vervolgonderzoek en testen nodig zijn. De wetgeving laat die testen niet altijd even gemakkelijk toe, en kan daardoor een obstakel vormen en het onderzoek vertragen.
“Een regelluwe zone kan een oplossing bieden: de wetgeving wordt heel specifiek aangepast om testen op het terrein mogelijk te maken en volop te kunnen inzetten op vernieuwende ideeën. Dit is een voorbeeld van wat internationaal bekendstaat als ‘living labs‘. Een aantal grote internationale bedrijven heeft zijn interesse daarin al kenbaar gemaakt. Daarvan maken we er nog dit jaar een aantal bekend.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier