‘Dankzij technologie hoeft het geen 170 jaar duren om gendergelijkheid te bereiken’
“Volgens het Wereld Economisch Forum zal het nog 170 jaar duren om gendergelijkheid te bereiken. Dat geloof ik niet. De volgende generatie zal de kloof tussen mannen en vrouwen wegwerken”, meent Yulia Stark. Ze maakt er met European Women’s Association (EWA) haar levenswerk van vrouwelijke ondernemers in technologie te helpen groeien.
Yulia Stark is niet eens veertig, maar het lijkt alsof ze meerdere levens achter de rug heeft. “Ik ben in 1983 geboren in de Sovjet-Unie. Mijn moeder was Oekraïense en mijn vader Russisch. In de jaren negentig zijn mijn ouders naar Duitsland verhuisd in het kader van een programma voor hooggeschoolde Russen. Ze hebben zich daar niet gesetteld, maar zijn verhuisd naar Brugge, waar ik ben opgegroeid.”
Ze voedt het kind van haar broer op, samen met haar eigen kinderen. Haar broer is, zoals alle Oekraïense mannen, opgeroepen om het land te verdedigen. Elke dag ten huize Yulia Stark begint met de zeer existentiële vraag: leeft hij nog? Desondanks staat Stark heel positief in het leven. “Door veel te reizen en met mensen uit het buitenland te praten, zoals topondernemers uit Silicon Valley, investeerders, royalty’s, astronauten en ministers, zie ik dingen groter, positiever en in een ander perspectief. Het duurt in België soms jaren om iets te veranderen, terwijl dat in andere werelddelen heel snel kan gaan. Maar ja, we leven in een democratisch land. Dat is de prijs die je betaalt, als iedereen zijn zegje moet kunnen doen. Het staat iedereen vrij te verhuizen naar een ander land, als ze het hier niet goed vinden. Maar elders is ook niet alles rooskleurig.”
‘Belgische ondernemers moeten misschien meer dan elders in Europa geholpen worden om globaal te denken’
Yulia Stark, European Women’s Association
Die ingesteldheid heeft Stark van haar moeder, die ze helaas enkele maanden geleden aan een beroerte verloor. “‘Neem verantwoordelijkheid over je eigen leven’, zei mijn mama altijd. ‘Als je niet tevreden bent, probeer je situatie dan te veranderen. Lukt dat niet? Ga dan weg. Het leven is veel te kort om te zagen en te klagen.’ Zij was heel avontuurlijk. Ik ben opgegroeid in een communistisch land, met weinig rolmodellen en veel beperkingen, maar zij wilde zich nergens bij neerleggen. Ze heeft mij altijd gestimuleerd de wereld te ontdekken.”
Stark was nog niet afgestudeerd of ze had al een werkaanbieding bij de bank Cortal Consors als financieel adviseur. “Ik was de enige jonge vrouw in het team. Alle collega’s waren mannen van boven de vijftig, en ook de meeste klanten waren mannen.” Na enkele omzwervingen en de consolidatie in de financiële sector belandde ze bij Kaupthing, de IJslandse bank die kopje-onder ging tijdens de bankencrisis. Ze beleefde er een hoogte- en laagtepunt. “Wij dachten dat we de beste waren. We gaven de hoogste spaarrentes. Ik mocht mee een kantoor voor private banking openen in Genève. Mijn Russisch was een troef, omdat er veel Russen met hun kapitaal naartoe gingen. De klanten vertrouwden me hun kapitaal toe, maar ik kon ze niet helpen tijdens die crisis. Ze waren boos, en terecht. Wij werden bedreigd, moesten met politiebegeleiding naar ons werk komen en elke dag controleerde de psycholoog of we het wel zouden volhouden. Ik stond op de laatste dag met mijn doos met spullen in de lift met onze general manager. ‘Mag ik jou één advies geven?’ zei hij. ‘Jij moet ondernemer worden.’”
Bij haar eerste stappen als ondernemer keerde ze terug naar haar roots. Ze begon bedrijven te begeleiden die voet aan de grond wilden krijgen in Oost-Europa, met name in Oekraïne, nadat ze tot de vaststelling was gekomen dat bedrijven vaak teleurgesteld terugkeren van handelsmissies. “Vaak botsen ondernemers op cultuurverschillen of taalbarrières. Ze kennen geen lokaal businessnetwerk. Mijn moeder woonde toen nog in Kiev en ik kende veel ondernemers. Ik kon Belgische bedrijven helpen bij hun uitbreidingsplannen. Het oorspronkelijke idee was dat ik bedrijven op weg zou helpen en ze dan zou loslaten. In de praktijk werkte dat niet zo, en moest ik de opvolging ter plaatse doen. Uiteindelijk ben ik met mijn man en mijn kindje verhuisd naar Kiev. Mijn bedrijf had een vestiging op het Majdan- of Onafhankelijkheidsplein, maar die is in vlammen opgegaan tijdens de revolutie in 2014. Op zo’n moment heb je het gevoel dat alles voor niets is geweest. Ik heb heel hard gewerkt, maar heb daardoor ook veel gemist, zoals de eerste stapjes van mijn kind. Was het dat allemaal wel waard? Ik was ondernemer, maar werkte nog steeds voor iemand anders. Ik hielp chocolade en zetels naar Oekraïne uit te voeren. Daarmee maakte ik het verschil niet.”
Dat verschil wilt u nu wel maken door vrouwelijke ondernemers te steunen.
YULIA STARK. “Ja. Samen met enkele experts in financiën, verkoop en marketing had ik in 2013 al een acceleratorprogramma opgestart: FAB Academy (FAB staat voor Femininity and Business, nvdr). We zijn begonnen op Corda Campus in Hasselt, met een opleiding die voornamelijk gericht was op businessdevelopment. We zijn organisch beginnen te groeien in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Jaarlijks doorliepen ongeveer tachtig vrouwen ons traject. We organiseerden ook jaarlijks een conferentie in Londen. En toen kwam covid. Alles viel stil. Onze community was niet klaar om digitaal te gaan. We hebben het geprobeerd, maar dat was niet hetzelfde.”
Daarna hebt u de European Women’s Association opgericht. Waarom?
STARK. “We hebben ons netwerk aangesproken met de vraag: wat hebben jullie nodig? ‘Toegang tot financiering en klanten, een netwerk dat ik vertrouw, waar ik advies aan kan vragen’, klonk het. Daarom zijn we overgestapt naar een ecosysteem, waar vrouwelijke ondernemers op één plaats alle partners kunnen vinden die ze nodig hebben. Er zijn veel middelen in Europa, ook van de Europese Commissie, maar ze zijn moeilijk toegankelijk. Zeker voor kleine onderneemsters. Investeerders willen wel in divers talent investeren, maar vinden de juiste dealflow niet. Er zijn veel gelijkaardige initiatieven, maar weinig samenwerkingen. Er zijn gespecialiseerde investeringsfondsen, zoals het Belgische We Are Jane, maar die zijn heel niche of heel erg toegespitst op één land. Wij brengen een Europees en internationaal verhaal, waar investeerders, ondernemers, verenigingen, accelerators en grote bedrijven elkaar kunnen vinden.”
Wat doet EWA?
STARK. “We organiseren maandelijks een matchmaking tussen ondernemers en investeerders. We gaan elke drie maanden met een vijftiental vrouwen op opportunity trips naar het buitenland. We hebben ook wat financiering van de Europese Commissie gekregen, voor een traject van vier jaar, om meer vrouwelijke ondernemers in STEM (science, technology, engineering en mathematics, nvdr) te creëren. De meeste van onze middelen komen uit lidmaatschap of initiatieven waarvoor de toegang betalend is. We focussen op start-ups.”
Minder dan 20 procent van de investeringsbeslissingen in de VS wordt genomen door vrouwen. In Europa is het nog minder
Wat wilt u nog realiseren met EWA?
STARK. “We willen op de relatief korte termijn ons eigen durfkapitaalfonds opstarten, Gender Lens Investment Fund. Daarmee willen we investeren in Centraal- en Oost-Europa en de Balkan. Er zijn verschillende regio’s in Europa met veel techtalent maar weinig durfkapitaalinvesteringen. Op de iets langere termijn zijn we ook bezig met kunstmatige intelligentie: hoe kunnen we die machine voeden met informatie, zodat die kan begrijpen welke leden iets aan elkaar kunnen hebben.”
Een app als Tinder, maar dan om ondernemers en investeerders te matchen.
STARK. “Ja. Velen hebben al iets soortgelijks geprobeerd, maar zijn slechts deels geslaagd. Maar dat was voor ChatGPT. Dat heeft de wereld veranderd. Ik gebruik het dagelijks.”
U gelooft sterk in technologische vooruitgang.
STARK. “Zeker. Volgens het Wereld Economisch Forum zal het nog 170 jaar duren om gendergelijkheid te bereiken. Dat geloof ik niet. Dat zou betekenen dat we voortdoen zoals we bezig zijn. Kijk hoe snel technologie vooruitgaat. Kijk hoe covid onze manier van werken heeft veranderd. We hoeven niet meer elke dag op kantoor te zijn. Er ontstaan nieuwe jobs. De banen die mijn kinderen zullen uitoefenen, bestaan misschien nog niet eens. Ik denk dat de volgende generatie die kloof tussen mannen en vrouwen zal weggewerkt hebben, deels door technologie, deels door rolmodellen. Als ik aan mijn zoon vraag wie of wat een ondernemer is, zegt hij ‘mama’. Mijn kinderen denken niet meer aan een witte man, als ze aan een ondernemer denken. Maar spijtig genoeg zijn nog heel wat rolpatronen blijven hangen. Het huishouden en de kinderen komen nog veel meer op de schouders van vrouwen terecht.”
Hoe komt het dat zo weinig Belgische bedrijven uitgroeien tot wereldspelers?
STARK. “Belgische ondernemers staan voor kwaliteit. Maar de vraag is altijd: hoe breng je iets op grote schaal? Een ondernemer uit Hasselt zal misschien naar Antwerpen uitbreiden. Als je naar Brussel wilt, word je al met een andere taal geconfronteerd. Het is misschien ook een stukje cultureel bepaald dat Belgen lokaal denken. Een ondernemer in Amsterdam zal veel gemakkelijker naar Europa of zelfs de Verenigde Staten kijken. Belgische ondernemers moeten misschien meer dan elders in Europa geholpen worden om globaal te denken. De vrouwen in onze accelerator van FAB Academy dachten zelfs niet aan het buitenland.
“Een van onze nieuwe leden vertelde me waarom ze lid was geworden. Ze zei: ‘Ik wil omringd worden door vrouwen die groter denken dan mijn omgeving. Ik zag bij een van jullie sessies dat er negen nationaliteiten aanwezig waren, die mij heel andere inzichten gaven dan mijn directe netwerkcirkel in Antwerpen.’”
Waar zit volgens u de belangrijkste knoop voor vrouwelijke ondernemers?
STARK. “De toegang tot kapitaal en beslissingsmacht. Minder dan 20 procent van de investeringsbeslissingen in de VS wordt genomen door vrouwen. In Europa is het nog minder. Er zijn nog te veel vooroordelen over vrouwelijke producten en diensten. Er zijn voldoende bewijzen dat investeringen in vrouwen renderen. Er is een groter financieel en maatschappelijk rendement. In de groeilanden gaat 90 procent van wat vrouwen verdienen terug naar de gemeenschap. In Europa is ook onderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat het geld dat vrouwen verdienen, naar het huishouden, onderwijs en gezondheid gaat. Het geld dat mannen verdienen, spenderen ze vooral aan sociale relaties, hobby’s en transport. Als meer vrouwelijk ondernemerschap zinvol is uit het standpunt van de investeerder en voor de maatschappij, dan moeten we dat misschien toch wel een beetje pushen. Niet omdat ik geloof dat vrouwen beter zijn dan mannen, maar omdat we alle potentieel ten volle moeten benutten. Minder dan 2 procent van alle durfkapitaal in Europa gaat naar vrouwen. We moeten gewoon allemaal samen dingen creëren en ondernemen.”
Vrouwelijk Ondernemerschap
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier