‘Chirurgie zal de komende tien jaar meer veranderen dan de voorbije honderd’
Orsi Academy, het wereldwijd gerespecteerde opleidingscentrum voor robotchirurgie, maakte tijdens de corona-epidemie een moeilijke periode door, maar draait intussen weer op volle toeren. Een uitbreiding dringt zich op, waardoor de trainingscapaciteit kan worden verdubbeld.
Als één bedrijf Vlaanderen op de kaart gezet heeft in het domein van de medische technologie (medtech), dan is het wel de Orsi Academy in Melle. “Een uit de hand gelopen hobby”, glimlacht medeoprichter en CEO Alex Mottrie (59). De bekende uroloog – hij verscheen enkele jaren geleden onder meer in de tv-reeks Topdokters op Play – pionierde meer dan twintig jaar geleden door als een van de eerste Vlaamse chirurgen een robot te gebruiken om een operatie uit te voeren.
Robots leveren nauwkeuriger werk af, waardoor er minder complicaties na een ingreep voorkomen. Maar dan moeten de robots wel goed gebruikt worden, en dat vereist een doorgedreven opleiding en vorming van de gespecialiseerde geneesheren. Aanvankelijk organiseerde Mottrie dat in het OLV Ziekenhuis in Aalst, waar hij nog steeds diensthoofd urologie is. In 2012 liet hij een oud universitair gebouw in Melle ombouwen tot een trainingscentrum voor robotchirurgie, toen pas het derde in Europa.
Orsi – de afkorting van OLV Robotic Surgery Institute – was op dat moment nog een vzw en een spin-off van het Aalsterse ziekenhuis. Twee jaar later maakte het opleidingscentrum zich los van het OLV Ziekenhuis. Mottrie: “Het was strategisch belangrijk om van Orsi een onafhankelijk, inclusief, open opleidingsplatform te maken. Onze filosofie is dat elke dokter van waar ook ter wereld hier terecht kan, en dat we alle producenten van chirurgische robots bij ons project betrekken. Vandaag is het onze ambitie zo sexy te zijn dat alle medtechmultinationals hun Europese hub in Vlaanderen vestigen.”
Model van Vlerick
In 2018 werd een nieuw, hypermodern trainingscentrum geopend op de site in Melle. Het project werd gerealiseerd met financiële steun van de Vlaamse overheid, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de provincie Oost-Vlaanderen. Het gebouw is, mede door het beeldhouwwerk De man die de wolken meet van Jan Fabre, een baken voor wie langs de E40 van Gent naar Brussel rijdt.
De exploitatie van het trainingscentrum is in handen van de cvba Orsi Services, waarin de universiteiten van Leuven en Gent elk een participatie van 12,5 procent hebben. De Europese federatie van urologen EAU deed enkele jaren geleden een significante kapitaalsverhoging in Orsi Academy bv en verwierf twee bestuursmandaten. Orsi Academy bv is de vennootschap die de medische trainingen organiseert.
“Onze missie is de geneeskunde te verbeteren”, vertelt Mottrie. “We doen dat door een hoogkwalitatieve training en opleiding aan artsen aan te bieden. Internationale samenwerking staat hoog op onze agenda. In feite spiegelen we ons aan het model van de Vlerick School. Zoals Vlerick een referentie is met zijn MBA-opleiding, wil Orsi hetzelfde kwaliteitsniveau bieden met zijn opleiding in de robotchirurgie en hightech. We profileren ons als een businessschool voor gebruikers van innovatieve medische technologie. Daarbij worden we geruggensteund door diverse universiteiten en Europese medische kringen, zoals het Royal College of Surgeons of England.”
Orsi werkt nauw samen met alle grote internationale bedrijven die actief zijn in medische hulpmiddelen. In het domein van de robotchirurgie gaat het onder meer over producenten als Medtronic, Intuitive en Siemens Healthineers. Volgende week opent Orsi zijn nieuwe opleidingsruimte voor medische beeldvormingstechnologie in samenwerking met Siemens Healthineers.
Publiek-private samenwerking
“In het begin lag onze focus op het trainen van clinici actief in de urologie, maar de laatste jaren zijn we ons gaan diversifiëren in verschillende disciplines”, legt Mottrie uit. “Door die uitbreiding van het trainingscentrum koppelen we het potentieel van robotchirurgie aan de kracht van medische beeldvorming en kunnen we trainingen aanbieden in andere klinische disciplines, zoals cardiologie, vasculaire cardiologie, interventionele radiologie en orthopedie.”
Het gaat om een project van 3,7 miljoen euro, dat financiële steun kreeg van het Vlaams agentschap Innoveren en Ondernemen (Vlaio) en EFRO. “Ons model is er een van publiek-private samenwerking. Zonder die inbreng kunnen wij zo’n expansie niet realiseren”, zegt Luc Veramme, de COO van Orsi. “Wij hebben tijdens de covidpandemie bovendien een heel moeilijke periode gekend. Door de reisrestricties en de lockdowns viel er een hoop inkomsten weg. Maanden aan een stuk hebben we cash verbrand.”
Begrijpelijk als je weet dat 94 procent van de cursisten bij Orsi uit het buitenland komt, vaak uit Europa, maar soms ook uit het heel verre buitenland: van Zuid-Amerika, Mexico, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, India, Turkije tot Saudi-Arabië. Het centrum biedt zijn opleidingen in maar liefst acht talen aan (Nederlands, Frans, Engels, Spaans, Italiaans, Portugees, Zweeds en Turks).
“In 2019, het jaar na de opening van het nieuwe complex, zaten we aan iets meer dan 2.000 trainingen”, vertelt Mottrie. “Door covid kenden we in 2020 tijdelijk een terugval, maar we hebben vorig jaar afgesloten met meer dan 3.000 trainingen. Als we in dit tempo blijven groeien, zitten we midden dit jaar aan onze maximumcapaciteit.”
Verdubbeling capaciteit
Daarom heeft Orsi plannen om zijn bestaande gebouw uit te breiden (zie kader ‘Zonder overheidssteun kunnen we niet uitbreiden’). Er zou een aanbouw komen achter het bestaande gebouw, met een hogere bouwlaag dan momenteel het geval is. Op die manier zou Orsi zijn trainings- en innovatiecapaciteit kunnen verdubbelen. Is daar dan behoefte aan? De vraag lijkt Alex Mottrie te verbazen.
“De chirurgie zal de komende tien jaar meer veranderen dan de voorbije honderd”, zegt de CEO van Orsi Academy beslist. “Robotchirurgie staat nog maar aan het begin van haar ontwikkeling. Meer dan 95 procent van alle chirurgische ingrepen gebeurt nog op de klassieke manier. Steeds meer mensen zien echter in dat het gebruik van robots de complicaties na een ingreep en de hoeveelheid heropnames beperkt. Dat is goed voor de patiënt en het ziekenhuis, maar het betekent ook een enorme financiële besparing voor de ziekteverzekering.”
En er is een ethisch aspect: “Amerikaanse studies wijzen uit dat 30 procent van de chirurgen na afloop van een klassieke opleiding niet in staat is op een veilige manier zelfstandig te opereren. De praktische vorming die je als klassieke chirurg krijgt, is te kort en archaïsch. Daardoor gaan ze onvoldoende opgeleid naar de patiënt en maken ze fouten. Elke arts moet een leercurve doormaken, maar in de praktijk betekent dit dat de patiënt als oefenobject fungeert. Wij bieden chirurgen de mogelijkheid om hun niveau op te krikken zonder te oefenen op echte patiënten in het operatiekwartier.”
Mottrie is zich ervan bewust dat ook robotchirurgie niet feilloos is, en net daarom is de opleiding zo belangrijk, beklemtoont hij: “Technologie is één ding, het gebruik ervan een ander. Orsi onderscheidt zich door de ontwikkeling van een gestandaardiseerde methodologie die de trainingen vormgeeft. Al naargelang de prestaties tijdens de opleiding kunnen we artsen in een vijftal categorieën onderbrengen: van beginneling tot expert. De bedoeling is dat ze bij Orsi voldoende competenties verwerven om minstens in de categorie ‘bedreven’ en ‘vergevorderd’ terecht te komen – het niveau onder expert. Dankzij onze methodologie slagen we erin het aantal complicaties na een chirurgische ingreep met minstens 50 procent te verminderen.”
Het metaverse
Orsi biedt zijn cursisten een full- serviceprogramma aan, inclusief catering, vervoer en verblijf. Daarvoor betalen ze per dag gemiddeld 1.000 tot 1.500 euro. Er is een theoretisch en een praktisch deel aan de opleiding. Dat laatste gebeurt getrapt, waarbij eerst op virtuele simulatoren en dummy’s wordt getraind. In een laatste fase worden ook operaties uitgevoerd op proefdieren die onder volledige narcose gebracht zijn en op lijken van mensen. Daarbij werkt Orsi nauw samen met de faculteit Dierengeneeskunde van de universiteit Gent. Het opleidingscentrum heeft ook een eigen mortuarium. “Wij respecteren de hoogste ethische eisen”, beklemtoont COO Luc Veramme.
En wat brengt de toekomst voor Orsi? Mottrie somt een aantal projecten op die in de pijplijn zitten: “We willen een verticale structuur uitbouwen, zodat we zo veel mogelijk chirurgische specialisaties coveren: gynaecologie, urologie, hernia, orthopedie, cardiologie, enzovoort. We gaan ook innovaties als virtual en augmented reality en het metaverse in onze opleidingen integreren. Daarom is een uitbreiding van onze faciliteiten hoogstnodig. En ten slotte willen we onze opleidingsmethodologie vermarkten door een internationaal Orsi-netwerk te creëren. Dat kan door een franchisesysteem te ontwikkelen voor andere trainingscentra en door samen te werken met medtechbedrijven die hun opleidingen uitbesteden.”
Bio
· 59-jarige chirurg afkomstig uit Ieper
· Hoofd van de afdeling urologie aan het OLV Ziekenhuis van Aalst en CEO van Orsi Academy
· Richtte in 2010 samen met zijn collega Geert Vandenbroucke Orsi op als een spin-off van het ziekenhuis in Aalst
· In 2012 verhuisde Orsi naar Melle waar een trainingscentrum werd opgericht
· Sinds 2008 is Mottrie geassocieerd professor in het UZ in Gent en sinds 2009 aan de universiteit van Saarland in Duitsland
· Kreeg als arts diverse onderscheidingen, zoals de Golden Telescope Award (Imperial College, Londen), Saint-Pauls’ Medal (BAUS, Glasgow) en de John Wickham Award (ERUS, Düsseldorf)
94 procent
van de cursisten bij Orsi komt uit het buitenland.
‘Zonder overheidssteun kunnen we niet uitbreiden’
De Orsi Academy groeit zo snel dat er vijf jaar na de opening van het nieuwe gebouw al een uitbreiding nodig is. Daarmee gaat een investering van naar schatting 12 tot 14 miljoen euro gepaard. De helft van die som kan Orsi zelf financieren, met achterliggend de steun van de medtechreuzen die de trainingsruimtes zullen gebruiken. Voor de andere helft rekent Orsi op subsidies. In het verleden kon de instelling rekenen op financiële steun uit Vlaanderen en Europa. “Zonder overheidssteun kunnen we niet uitbreiden”, zegt COO Luc Veramme. Orsi diende daarom een aanvraag voor cofinanciering in bij het Fonds voor Innoveren en Ondernemen (FIO, het voormalige Hermesfonds) en bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier