CEO Marijn Dekkers: ‘Bayer is geen saneringsgeval’
Voor de fabriek in Antwerpen heeft de met het imago van boeman worstelende Nederlander sussende woorden.
Marijn Dekkers staat sinds twee jaar aan het hoofd van Bayer, dat in ons land vier vestigingen heeft. Voor de fabriek in Antwerpen heeft de met het imago van boeman worstelende Nederlander sussende woorden. De benoeming van Dekkers tot CEO van het even trotse als prestigieuze Bayer veroorzaakte enige consternatie in het Duitse bedrijfsleven. Hij was de eerste buitenlander aan het hoofd van het bijna 150-jarige concern en de eerste topman die van buiten het bedrijf kwam. Dekkers, die een kwarteeuw in de VS leefde en werkte, had bovendien bij het Amerikaanse Thermo Fisher Scientific de reputatie van bikkelharde saneerder. Velen bij Bayer hielden hun hart vast.
U hebt de ongerustheid zelf wat in de hand gewerkt door uw verleden. U hebt de reputatie om zware ingrepen te doen.
MARIJN DEKKERS. “Ja, maar alleen als het nodig is (lacht). Toen ik bij Bayer begon, wist ik dat het geen saneringsgeval was als bij mijn vorige werkgever, Thermo Fisher. Dat was een bedrijf dat bijna geïmplodeerd was.”
Azië is nu al de voornaamste markt voor de kunststoffendivisie MaterialScience. Wat is de toekomst van een Europese vestiging als die in Antwerpen?
DEKKERS. “In Azië is er inderdaad de meeste groei, en we hebben daar de jongste jaren veel capaciteit gebouwd, vooral in Sjanghai. Maar we hebben nog altijd capaciteit nodig in Europa en in Amerika. Waar we nu heel erg op gefocust zijn is om die capaciteit steeds efficiënter te maken met verbeterde chemische processen, zodat het kostenplaatje verbetert. Maar arbeidskosten en flexibiliteit en energiekosten spelen ook een rol. Europese landen moeten natuurlijk competitief blijven. En daar merk ik dat door het goedkope schaliegas in de VS, Amerika door die lagere energiekosten nu een heel ander beeld biedt. Die ontwikkeling moeten we in de gaten houden.”
Antwerpen bengelt in uw rangschikking van fabrieken onderaan, net op basis van criteria als loon- en energiekosten en flexibiliteit. Is die vestiging dan in gevaar? DEKKERS. “Dit is niet aan de orde. Antwerpen heeft ook bepaalde voordelen, maar ik wil niet verder ingaan op individuele vestigingen. Voor elke vestiging geldt dat we efficiënt en flexibel moeten zijn. Dat zou ik overigens ook in pakweg Duitsland of de VS gezegd hebben.”
U focust op organische groei, via innovatie. Maar het wordt u niet gemakkelijk gemaakt in Europa. DEKKERS. “Ik heb het er soms wel moeilijk mee dat bepaalde innovaties in de maatschappij zo moeilijk worden aanvaard. Is de maatschappij ook bereid ervoor te betalen? Vooral in gezondheidszorg en farma, maar ook in CropScience (de divisie gewasbescherming en zaden) horen we wel dat onze innovaties mooi zijn, maar dat instanties niet bereid zijn er extra voor te betalen.”
Overheden zien ook dat u er veel geld aan verdient en dat u tegen een stootje kunt.
DEKKERS. “Je ziet in de farmasector alleen maar de winnaars, niet de verliezers. Dat geeft een vertekend beeld. Een groot aantal bedrijven heeft veel geld geïnvesteerd dat nergens toe leidde. Die bestaan niet meer. Het is een beetje als kijken naar de Olympische Spelen en alleen de drie medaillewinnaars op het podium zien. (Be.L)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier