Cabaretier Wouter Deprez: ‘Ik twijfel nooit fundamenteel’

WOUTER DEPREZ "Cabaret is in essentie een heel ouderwets beroep." © Jonas Lampens
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

Met zijn nieuwe voorstelling gaat Wouter Deprez zijn vijftiende jaar als cabaretier in. Zijn ambitie is ondertussen verschoven, maar nog altijd brandend aanwezig. “Ik ben gechoqueerd als ik iets niet kan.”

Het eerste contract dat Wouter Deprez (42) afsloot, was er een met zichzelf. Met cabaret kon hij toen zijn boterham nog niet verdienen, dus deed hij er wat klussen bij. “Alleen moest ik van mezelf goed blijven onthouden dat cabaret mijn echte baan was, dat dit was wat ik echt wilde doen.

Als het te lang duurde voor er nieuwe optredens kwamen, werd ik heel ongeduldig. Ik belde mensen op, organiseerde demo-avonden, nodigde organisatoren uit. Daarin ben ik echt een ondernemer. Misschien met dat verschil: het moest allemaal snel snel, ik had geen groot plan.”

Mensen zoeken soms iets in hun werk dat er niet uit te halen valt

Vijftien jaar later is het contract overbodig en staat Deprez aan het begin van de tournee Levend & Vers. Zijn voorstellingen verkopen uit, soms nog voor ze geschreven zijn. “Ook als het gaat over starten met een wit blad en van daaruit iets creëren, kan ik me dus best vereenzelvigen met ondernemers.”

Nochtans was het blad waarmee Deprez begon nooit helemaal blanco. Als kind zag hij naar eigen zeggen al haarscherp voor zich hoe hij alleen op een podium stond. Hij was er grappig en ontroerend. “En zoals ik het me voorstelde, zaten de zalen vol. Pas later heb ik beseft dat misschien niet iedereen met zo’n voorstelling van de feiten begint. Blijkbaar was ik dus vanaf het begin heel ambitieus.”

Vanuit een oneindig geloof in uw eigen kunnen?

WOUTER DEPREZ. “Ja, ik was er heel erg van overtuigd dat ik heel goed was. Later ben ik daar af en toe aan beginnen te twijfelen, maar nooit fundamenteel, of toch niet voor lange periodes. Dat zeg ik met grote stelligheid. Ik vind zeker dat ik goed genoeg ben om het podium op te eisen.”

“Ik ben eerder gechoqueerd als de werkelijkheid me bewijst dat ik iets toch niet kan ( lacht). Mijn serieuze liedjes werken bijvoorbeeld niet, omdat ze te slecht zijn. Maar om de zoveel tijd probeer ik die toch opnieuw. Omdat ik niet kan aanvaarden dat ik geen serieuze liedjes kan maken. Of wacht: nóg niet kan maken.”

Bent u nog altijd zo brandend ambitieus?

DEPREZ. “De ambitie is wat verschoven van erkenning willen krijgen naar goede voorstellingen willen maken. Door de jaren is het inzicht gegroeid dat ik hard moet werken om een voorstelling goed te krijgen.”

“Een geweldige ambitie over de grootte van de zaal heb ik minder: een Sportpaleis past niet bij wat ik breng. Ik beleef – echt waar – evenveel voldoening bij het spelen voor een zaal van honderd man als voor een van duizend man. Al zou het me wel pijn doen, mocht ik voor zalen van dertig man moeten spelen.”

Hoogmoed komt voor de val.

DEPREZ. “Ik weet dat het altijd wel opnieuw lukt. Waar ik wel nog aan kan twijfelen, is of ik écht goed ben. Als ik hier collega’s zie spelen, kan ik denken dat ik zeker even goed ben. Toen ik met mijn gezin een tijd in Zuid-Afrika woonde, zag ik daar gasten spelen van wie ik wel wist dat ze beter waren dan ik. Toch moesten ze hun voorstellingen spelen in een sporthal.”

“Als er weer eens wordt geklaagd dat we hier een kleine afzetmarkt hebben, moet je dat dus toch relativeren. Het klopt als je kijkt naar het totale aantal mogelijke afnemers, maar je hebt hier wel ontzettend veel uitgeverijen en een ontzettend hooggeschoold publiek. In Zuid-Afrika heb je meer dan 50 miljoen inwoners, maar veel minder uitgeverijen, die ook nog eens minder boeken uitgeven en veel minder verkopen. Als het gaat over theaterzalen en budgetten, mogen wij nog altijd onze handjes kussen.”

WOUTER DEPREZ
WOUTER DEPREZ “Ik weet dat het altijd wel opnieuw lukt.”© Jonas Lampens

Omdat u vijftien jaar geleden die markt begon te veroveren, was u er minder voor uw moeder toen ze kanker kreeg, vertelt u in de nieuwe voorstelling. Confronterend?

DEPREZ. “Dat is confronterend. Nog los van het specifieke voorval gaat dat over er emotioneel niet zijn voor anderen. Daar heb ik enorm aan gewerkt. Ik kan me nu beter indenken hoe lastig of vermoeiend iets soms is voor een ander. Ik kan ook beter luisteren. In de periode dat mijn moeder kanker kreeg, kreeg ik mijn leven maar heel slecht georganiseerd.”

“Dat is trouwens niet veranderd. Elke ochtend kijk ik gewoon in mijn agenda wat die dag brengt. Dan zie ik wat er moet worden opgelost en meestal lukt dat wel, maar soms ook niet. Veel van die micromomenten zorgen ervoor dat je soms plots veel verder in de tijd staat. Wat ook een mottig excuus is, maar dat ik er soms niet was voor mensen heeft daar veel mee te maken.”

Is dat tegenwoordig toch ook niet gewoon de zwarte kant van ambitie?

DEPREZ. “Als de vraag is of we nu meer in een ratrace zitten dan vroeger, kan ik dat niet goed inschatten. Ik heb het gevoel dat dat bij hoogopgeleiden wel het geval is. Bij hen lijkt het werk minder te stoppen. Een deel van die stress is volgens mij te verklaren doordat hoogopgeleiden zich heel hard identificeren met hun werk.”

“Het moet hen ook een volledige vervulling geven. Een heel raar criterium vind ik dat. Ik wil daar geen kritiek op geven, want ik haal veel vervulling uit mijn baan, maar ik denk dat mensen soms iets zoeken in hun werk dat er niet uit te halen valt. Of ze verwachten dat er geen moeilijkheden bijhoren, wat een kinderachtig verlangen is.”

Zou u het kunnen: kiezen voor een baan die u niet vervult?

DEPREZ. “Nee. Of ja, toch wel, want ik heb kinderen nu. Op het moment dat ik het contract met mezelf afsloot, moest er bijna niets anders. Ondertussen moeten er wel dingen, voor hen. Ik heb het geluk dat ik nog nooit iets heb moeten doen vanuit die noodzaak, maar een baan uitoefenen omdat je kinderen daardoor naar school kunnen gaan en kleren kunnen dragen, lijkt me een prima motivatie om werk te doen dat je misschien niet helemaal de vervulling geeft die je wilt.”

Ik zou het lastig vinden mezelf financieel vast te zetten. Ik vind vrijheid te belangrijk

“Ik zou het wel lastig vinden mezelf financieel vast te zetten. Ik vind vrijheid te belangrijk. Als je die wilt behouden, moet je keuzes maken. Ik wil bijvoorbeeld niet vasthangen aan iets omdat ik daardoor een bepaald type auto kan kopen. Dat lijkt me een vreselijke gedachte. Ik wil geen dingen tegen mijn zin doen, maar ik mag ook niet flauw doen over de zaken die ik wel naar mijn zin doe. Ook dat is een afspraak met mezelf.”

Enkele jaren geleden zei u dat u hoopt dat uw kinderen helemaal geen beroep meer hoeven uit te oefenen, omdat mensen tegen dan intensief in kleine gemeenschappen zouden samenleven. Kan zoiets werkelijkheid worden?

DEPREZ. “Ja, maar er is nog veel werk voor we daar zijn. Ik ben daar trouwens tegelijk hoopvol en bang over. Bang omdat er almaar minder banen voor laaggeschoolden lijken te gaan zijn, omdat artificiële intelligentie en 3D-printers bepaalde functies zullen overnemen. Er zijn dus heel wat nederige banen waar niet meteen een duidelijk alternatief voor is.”

“Daar kan ik me zorgen over maken. Zelfs al zou de sociale zekerheid dat kunnen opvangen, hoe zorg je er dan voor dat die mensen een gevoel van waardigheid en betekenis voor de maatschappij behouden? Nu weten die mensen bijvoorbeeld dat ze aan de band staan in een fabriek en zo helpen om pakweg een bumper beter te maken. Dat geeft hun leven zin. Wat als dat wegvalt?

Cabaretier Wouter Deprez: 'Ik twijfel nooit fundamenteel'
© Jonas Lampens

“Tegelijk zie ik ook hoe technologie het veel makkelijker maakt om bepaalde vakken onder de knie te krijgen. Wat dat betreft, zijn het wel heel hoopvolle tijden. Dankzij de technologie ontwikkelen er zich ook op wijkniveau nieuwe zaken.”

“Er gaan bijvoorbeeld meer en meer stemmen op om elektriciteit te mogen leveren aan buren. Dat kan snel werkelijkheid worden. We moeten alleen goed in de gaten houden dat de nieuwe ontwikkelingen geen breekijzer worden om sociale verworvenheden op de helling te zetten. Denk maar aan initiatieven zoals Uber, Airbnb en Deliveroo, die enkele jaren geleden nog veelbelovend waren.”

Verwacht u dat u zelf ook anders zult werken? Dat u een show bijvoorbeeld nog één keer voor een camera zult spelen en iedereen gewoon meekijkt?

DEPREZ. “Ik ben direct geneigd nee te zeggen. In theater en comedy heb je nabijheid nodig. Mensen lachen omdat de mensen naast hen ook lachen, maar ongetwijfeld komen er ooit manieren om die nabijheid op te roepen. Al ben ik wel benieuwd hoe we er dan in zullen slagen het gevoel van anticipatie op te wekken, want dat maakt toch deel uit van een show. Je zult dus veel moeten toevoegen om hetzelfde effect te verkrijgen: de atmosfeer in de zaal, de vochtigheidsgraad, het gevoel opgeslorpt te worden in een voorstelling.”

Laat ons het verschil tussen lui en ijverig maar vieren. Misschien krijgt een luiaard in zijn zetel wel een briljant idee

“Ik hoor over de eerste testen met 4D dat die geestig zijn, maar dat ze de realiteit nog lang niet evenaren. Terwijl comedy net werkt dankzij de samenzwering, dankzij het feit dat je met honderd of duizend man in een zaal zit en de rest daar niet zit. Welk thema je dan aansnijdt, doet er minder toe. Ik merk dat mensen vaak vooraf geen idee hebben waar ze naar komen kijken. Ze komen bij een cabaretier op bezoek, omdat ze graag bij jou zijn en vertrouwen erop dat het wel in orde komt. Cabaret is dus in essentie een heel ouderwets beroep.”

Sommigen beweren dan ook dat beroepen net heel afgelijnd moeten blijven, dat mensen gemaakt zijn om bepaalde functies op te nemen, een beetje zoals bijen.

DEPREZ. “Bijen worden vaak misbruikt als moreel voorbeeld voor de mens. Terwijl veel vergelijkingen niet toepasbaar zijn. (Deprez is zelf imker, nvdr.) Het is natuurlijk fascinerend dat bijen functioneren als een soort superorganisme en dat ze geen individuele verlangens lijken te hebben.”

“Alleen kun je dat ook ten kwade gebruiken. Een belangrijk kenmerk van de fascistische staat is bijvoorbeeld dat het individu ondergeschikt is aan het volkslichaam. Je eigen denken opgeven voor een groter ideaal kan dus ook heel destructief zijn. Ik zou het economische systeem daarom niet op een bijenkast baseren. Anders kom je al snel uit bij het idee dat je je hoofd niet boven het maaiveld mag uitsteken.

“Wat ik onlangs wel inspirerend vond om te zien bij bijtjes, sluit aan bij de discussie over hoogsensitiviteit. Ik vind het raar dat dat voor ons zo’n groot nieuw inzicht is. Natuurlijk bestaan er verschillende gevoeligheden, zoals er ook verschillen in karakter en intelligentie bestaan.”

“Bij bijtjes zie je bijvoorbeeld dat ze voor de ingang met hun vleugels slaan om de lucht te koelen, zodra het te warm wordt in de kast. Sommige doen dat al als de temperatuur een halve graad te hoog ligt, andere merken pas na 3 graden verschil dat er iets loos is. De eerste soort heb je nodig om aan te geven dat er iets mis is, de tweede omdat ze het systeem draaiend houden zolang ze geen last ondervinden.”

Wat voor bij zou u zijn?

DEPREZ. “Dat verschilt nogal. Ik denk dat ik vroeg zou fladderen, maar daarom wil ik de impulsen die op mij afkomen nog niet inperken. Je kunt waarschijnlijk ook gewoon leren de reactie van je systeem daarop niet altijd serieus te nemen. Het levert toch niet altijd iets op.

“Wist je trouwens dat er ook luie bijen zijn? Dat hoor je nooit, want bijen worden altijd als ijverig voorgesteld, om aan te tonen dat iedereen even hard moet werken. Toch zijn er enorme verschillen in hoe hard bijen werken. Laat ons dus ook het verschil tussen lui en ijverig bij mensen maar vieren. Misschien krijgt een luiaard in zijn zetel wel een briljant idee. Of spoort die de ijverige mensen net aan ook wat vaker lui te zijn.”

De tournee Levend & Vers van Wouter Deprez loopt tot 9 juni.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content