België telt helft meer werklozen dan officieel aangegeven
Het aantal bruggepensioneerden blijft stijgen en het aantal feitelijke werklozen ligt veel hoger dan officieel aangegeven. Die vaststellingen van het VBO tonen aan dat de Belgische arbeidsmarkt met een ernstig aanbodprobleem kampt.
In de net verschenen nieuwste editie van zijn statistisch zakboek – 30 pagina’s tabellen en grafieken over de Belgische economie – focust het VBO op die gebreken van de Belgische arbeidsmarkt. De werkgeversorganisatie wijst vooral op het grote aantal Belgen dat niet alleen niet werkt maar zich evenmin beschikbaar stelt voor de arbeidsmarkt. De 469.628 officiële werkzoekenden behoren wel tot het arbeidsaanbod. Maar daarnaast zijn er ook nog minstens 241.248 inactieven op arbeidsleeftijd (tussen 20 en 65 jaar). Daarin vinden we niet alleen de bruggepensioneerden terug maar ook mensen met voltijds tijdskrediet of loopbaanonderbreking.
Daarmee ligt het werkelijke aantal werklozen eigenlijk 51 procent hoger dan officieel aangegeven. Een belangrijke oorzaak van het hoge aantal inactieven is het beperkte aantal 55-plussers dat aan de slag is. De werkgelegenheidsgraad in die categorie is bedraagt 37 procent tegenover een Europees gemiddelde van 46 procent.
Instroom brugpensioen blijft stijgen
Het aantal bruggepensioneerden blijft een belangrijk onderdeel vormen van de groep inactieven. Ondanks het Generatiepact van 2005 ligt het aantal bruggepensioneerden – 120.321 in 2010 – toch 10 procent hoger dan in 2005. Slechts 2812 bruggepensioneerden moeten beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt. Bovendien neemt de instroom van het aantal bruggepensioneerden toe. Het aantal nieuwe bruggepensioneerden op jaarbasis ligt in 2010 met 17.310 nieuwe gerechtigden 23 procent hoger dan in 2005.
Bovendien voorspelt het VBO dat er de komende vijf jaar 81.477 bruggepensioneerden zullen verdwijnen maar dar er bij gelijkblijvend beleid ook ongeveer 81.106 nieuwe zullen bijkomen.
De analyses van het VBO tonen voorts aan dat oudere werknemers aan het einde van hun carrière wel degelijk voor tijdskrediet en loopbaanonderbreking kiezen maar daarom niet langer dan de gemiddelde uittredeleeftijd van 59 jaar werken. Het stelsel heeft tot doel heeft een meer ontspannen en langere loopbaan te bekomen maar dat blijkt een utopie. Tussen 56 en 60 jaar daalt het aantal mensen in een landingsbaan – jargon uit het Generatiepact voor 50-plussers die kiezen voor tijdskrediet of een loopbaanonderbreking – met bijna 75 procent. Er wordt na 60 jaar nauwelijks doorgewerkt. Na 60 jaar zijn er nog maar 9.270 mensen in een landingsbaan, tegenover 81.477 bruggepensioneerden ouder dan 60 jaar. Tussen 56 en 60 jaar verdrievoudigt het brugpensioen. Conclusie: niet alleen blijft het brugpensioen bestaan, bovendien is het tijdskrediet er bovenop gekomen.
A.M.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier