Marc Buelens
‘Armoede is niet sexy’
In de meeste ideologieën is armoede een negatief geladen begrip. Dat zegt Marc Buelens, professor-emeritus aan de Vlericck Business School.
Voor de enen is armoede een onrecht, niemand vraagt erom arm te zijn. Voor anderen is het een schande, het gevolg van misdaden door de rijken. Of armoede is een straf van god, of een gebrek aan verantwoordelijkheidszin, of een andere naam voor niet-productieve groep profiteurs van ‘het systeem’.
Welke mening je ook toegedaan bent, al die visies vertrekken niet van een fundamenteel respect voor de arme. Hij is een sukkelaar, een slachtoffer of een profiteur. Als je in zo’n vakje geduwd wordt, vloeit zo je energie weg om zelf iets te veranderen.
Wat een contrast met de aanpak van het OCMW Kortrijk. Op de trein praatte ik met een medewerker van de communicatiedienst, Dirk Vandenberghe. Hij toonde mij een exemplaar van SIEN, een glossy magazine… voor mensen met minder.
De paradoxen zijn echt de wereld niet uit. Een heel professioneel gemaakt en fris ogend magazine, met paginagrote foto’s, reportages, illustraties, interviews voor wie helemaal geen ‘glossy’ leven leidt. Ik kon niet volgen. Zou men niet beter minder geld uitgeven aan zo’n overbodige luxe, en de armen rechtstreeks helpen? En is de doelgroep niet beledigd door zo’n aanpak?
Armoede is niet sexy
Tot je het verhaal hoort, een getuigenis van ondernemerschap in de overheid, een knap voorbeeld van het doorbreken van strakke denkpatronen. En dan weet je, er is nog een andere benadering van armoede mogelijk dan stigmatisering.
Als mensen door de mazen van de andere netten glippen, kunnen ze in onze samenleving rekenen op een aantal ultieme vangnetten. Het OCMW is vaak het allerlaatste.
Het is geweten dat arm zijn vaak duur is (men kent de ‘weg’ niet, heeft geen toegang tot goedkopere distributiekanalen, valt sneller ten prooi van oplichters), maar ook dat mensen die het financieel moeilijk hebben vaak gewoonweg niet weten hoe ze uit de armoede kunnen stappen of vermijden er weer in te sukkelen.
En voor een samenleving is het belangrijk, ook vanuit louter economisch perspectief, dat er weinig mogelijk mensen ‘hulpbehoevend’ worden. Het OCMW Kortrijk wilde een gids maken, een soort Trotter van de armoede. Maar de doelgroepen reageerden afwijzend. Een saai ‘telefoonboek’ beviel hen niet en zou al na enkele weken verouderd zou zijn.
Zo ontstond het idee om vier keer per jaar een stijlvolle glossy uit te geven, over concrete oplossingen, boeiende voorbeelden en inspirerende verhalen. Gerenommeerde koks leggen uit hoe je een lekkere, gezonde én goedkope maaltijd kunt klaarmaken. Je krijgt boeiende informatie over de taxibon, de deeleconomie, studietoelagen, huur, beroepsopleidingen.
Altijd volgens de principes van de betere journalistiek, geen vermomde overheidsmededeling. Niet de ambtenaar of de schepen is aan het woord, maar de mensen zelf, die getuigen, vertellen, boeien. Het blad schenkt niet alleen aandacht aan de aanpak van de overheid, maar ook aan privé-initiatieven die mensen met minder willen helpen.
De teksten zijn top, de foto’s prachtig, het geheel oogt bijzonder professioneel. De nummers worden – uiteraard gratis – op vast punten verspreid, en uit opvolgingsonderzoek blijkt men goed de doelgroep te bereiken, de weinig sexy groep van mensen met minder. Het tegenovergestelde zou mij verwonderd hebben. En het OCMW levert nog een huzarenstukje af. He betaalt per exemplaar maar 0,65 euro. Voor minder kan het echt niet, of je zou leveranciers in de armoede duwen…
Wat mij het meest opvalt? De frisse, creatieve aanpak. Ik stel dan ook voor dat elke politicus voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen belooft dat hij op minstens één beleidsdomein zal meewerken aan één echt innoverend initiatief, of hij nu in de meerderheid of de oppositie terechtkomt. Dat zou pas politiek innovatief zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier