ANC zal Mandela’s heilige aura missen
De verwezenlijkingen van Nelson Mandela zijn gigantisch. En het zal nog lang duren eer een grotere inspiratiebron voor zo veel mensen opstaat. Maar zijn land en zijn partij ANC kampen met zware problemen.
De wereld zal zich Nelson Mandela vooral herinneren om twee gigantische verwezenlijkingen. Ten eerste was hij ‘s werelds meest bezielende voorbeeld van vastberadenheid, grootmoedigheid en waardigheid in onderdrukking. Voor zijn overtuiging dat alle mensen gelijk zijn, bracht hij meer dan 27 jaar in de gevangenis door. Zijn geduld, humor en vergevingsgezindheid tijdens zijn verblijf op Robbeneiland, in onmenselijke omstandigheden, maakten dat zijn bewakers nog het meest bewondering voor hem gingen koesteren.
Ten tweede heeft hij op bijna miraculeuze wijze zijn land getransformeerd. Waar Zuid-Afrika synoniem stond voor gemeenheid en bekrompenheid, wist hij een regenboognatie tot stand te brengen, waar iedere burger, ongeacht zijn huidskleur, het recht heeft met respect behandeld te worden.
Als politicus noch als man was Mandela het genie of de heilige die vaak van hem gemaakt werden, iets wat hij zelf overigens vaak benadrukte. Sommige van zijn vroege geschriften zijn banale marxistische tirades, al was de woede waarvan ze doordrongen waren gerechtvaardigd. Hij was wel gezegend met een groot charisma. Hij was een geboren leider die van niemand bang was, zich voor niemand verlaagde en nooit zijn zin voor humor verloor.
In een land waar rassensuperioriteit bij wet vastgelegd was, twijfelde hij geen moment aan zijn recht, en dat van al zijn landgenoten, op een gelijke behandeling. Kenmerkend is dat, zodra de meerderheid van de burgers haar zeg kreeg, Mandela geen moment zijn blanke landgenoten datzelfde recht op gelijkheid ontzegde. Ondanks alle vernederingen die hij voor zijn vrijlating in 1990 van blanke racisten had moeten ondergaan, liet hij zich nooit leiden door wraakgevoelens. Hij zelf was vrij van vooroordelen. Het maakte dat hij voor de hele wereld een symbool van verdraagzaamheid en rechtvaardigheid werd.
Wellicht nog belangrijker voor de toekomst van zijn land was Mandela’s vermogen om na grondig nadenken zijn mening bij te sturen. Bij zijn vrijlating waren veel van zijn kameraden tegelijk lid van het ANC (African National Congress) en van de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij. Die laatste hoopte de kapitalistische economie te ontwrichten en de schat aan mijnen en fabrieken in het land te nationaliseren. Het ANC was er bovendien niet van overtuigd dat de parlementaire democratie, misbruikt als ze was onder de apartheid, de moeite waard was om in stand te houden.
Ook Mandela kende dergelijke twijfels, maar onmiddellijk na zijn vrijlating uit de gevangenis won hij de mening in van mensen die – in tegenstelling tot hijzelf – het geluk hadden de wereld rond te reizen en concurrerende systemen te vergelijken. Hij luisterde, dacht na en kwam uiteindelijk tot het besluit dat het voor zijn volk, en dan vooral voor de zwarte meerderheid, beter was als het economische model van Zuid-Afrika wel drastisch gewijzigd, maar niet vernietigd zou worden. Wat het politieke bestel betreft, oordeelde hij dat het best een liberale democratie met universele burgerrechten in stand gehouden werd. Dat Zuid-Afrika uiteindelijk met weinig bloedvergieten de weg van een multiraciale vrijemarktdemocratie op ging, is dan ook zijn verdienste.
Het Zuid-Afrika dat Mandela de wereld nalaat, is een veel betere behoeder van menselijke waardigheid dan het land waarvan hij in 1994 de eerste democratisch verkozen president werd. Een zelfbewuste zwarte middenklasse is intussen opgestaan. De democratie staat er stevig in haar schoenen, met regelmatige verkiezingen, een levendige pers, behoorlijke rechtbanken en stevige instellingen. Zuid-Afrika is bovendien met voorsprong de grootste en meest gesofisticeerde economie in sub-Saharaans Afrika.
Maar Zuid-Afrika is daarom niet zonder problemen. De presidenten die Mandela sinds 1999 opvolgden, Thabo Mbeki en Jacob Zuma, schoten tekort in hun aanpak van de moeilijkheden. Terwijl in de rest van Afrika de economieën zich herpakten, struikelde die van Zuid-Afrika. Het aanzwellende bbp van Nigeria nadert dat van Zuid-Afrika. Het ANC kampt met corruptie en vriendjespolitiek. De autoritaire en populistische tendensen in de leidende kringen worden scherper. De raciale vijandigheid die Mandela zo verafschuwde, besmet het publieke discours. De kloof tussen rijk en arm blijft breed. Het is schokkend voor een land met zo veel natuurlijke rijkdommen, dat bijna een derde van de bevolking nog altijd moet rondkomen met 2 dollar per dag.
Zonder de bescherming van Mandela’s heilige aura, zal de bevolking het ANC scherper beoordelen. Nu al moet de partij al in sommige delen van het land optornen tegen de door blanken geleide Democratic Alliance. Zuid-Afrika zou er wel bij varen indien het ANC zich zou opsplitsen in twee grote, door zwarten geleide partijen: de ene bestaande uit communisten en vakbondsleden, de andere uit meer liberale en marktgerichte krachten.
Het is waar dat Mandela misschien wat meer had kunnen opkomen tegen Mbeki’s dodelijke misvattingen over hiv en aids, die duizenden levens kosten. En misschien had hij zich meer moeten uitspreken tegen de corruptie rond Zuma. In buitenlandse zaken was hij te loyaal tegenover zijn vrienden uit het verleden, zoals de Cubaanse leider Fidel Castro. Hij had Robert Mugabe harder moeten veroordelen voor de ruïnering van Zimbabwe. Maar Mandela’s tekortkomingen en Zuid-Afrika’s mislukkingen na zijn terugtrekking uit de actieve politiek verbleken bij de enorme verwezenlijkingen van de man, die een bron van inspiratie blijft voor zo veel mensen over de hele wereld. (The Economist)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier