Sportvrouw, schepen, moeder én ms-patiënt: Aisling D’Hooghe (30) is een toonbeeld van veerkracht
Topsporter, schepen in Waterloo, moeder… en multiplesclerosepatiënt. De doelvrouw van de Red Panthers, die haar carrière net heeft afgesloten met een vierde plaats op de Olympische Spelen in Parijs, is waarschijnlijk een van de beste voorbeelden van vastberadenheid en veerkracht. “Ik moest in elke fase alles geven: op het veld, op kantoor en thuis”, zegt Aisling D’Hooghe.
De doelvrouw van de Red Panthers, Aisling D’Hooghe, heeft net als haar teamgenoten haar stempel gedrukt op de Olympische Spelen van Parijs 2024. De hockeyspeler heeft haar internationale carrière afgesloten met een mooie vierde plaats. Ze belichaamde zestien jaar lang veerkracht en ambitie op het hoogste niveau van het Belgische en internationale hockey en nam deel aan twee Olympische Spelen, in Londen in 2012 en in Parijs afgelopen zomer.
Maar Aisling D’Hooghe is veel meer dan een sportvrouw. Als echtgenote, moeder en schepen in Waterloo heeft ze haar gezins-, professionele en sportieve verantwoordelijkheden met succes gecombineerd. Niettegenstaande ze op zesjarige leeftijd multiple sclerose kreeg, een ziekte die haar ambitie had kunnen afremmen, heeft ze van elk obstakel een springplank gemaakt en haar karakter in staal gesmeed. Aisling D’Hooghe is een vechter die van elke uitdaging een kans heeft gemaakt. Haar carrière is een toonbeeld van doorzettingsvermogen en evenwicht tussen haar passie en haar privéleven, en bewijst dat het mogelijk is te streven naar uitmuntendheid en tegelijkertijd nederig te blijven en open te staan voor anderen. Een ware inspiratiebron.
U hebt net het einde van uw internationale carrière bij de Red Panthers aangekondigd, na zestien jaar aan de top en na de ongelooflijke race van uw team op de Olympische Spelen in Parijs. U eindigde zeer positief met een vierde plaats. Maar u wist niet zeker of u nog zou spelen.
AISLING D’HOOGHE. “Wat is er mooier dan mijn carrière te beëindigen op de Olympische Spelen? Ik was inderdaad als reserve geselecteerd, dus er was een risico dat ik helemaal niet zou spelen. Dat hoort bij topsport. Toen ik te horen kreeg dat ik slechts een reservespeler zou zijn, was ik natuurlijk verdrietig, nadat ik zo hard had gewerkt om me voor te bereiden. Maar ik accepteerde het en ik zag het niet als een persoonlijk falen, omdat ik alles had gedaan wat ik moest doen. We weten allemaal dat in de sport niets vanzelfsprekend is.”
Na de terugtrekking van de startende keeper profiteerde u optimaal van de Spelen. Met ambitieuze doelen en een uitzonderlijke motivatie.
D’HOOGHE. “Absoluut, we gingen erheen om een medaille te winnen. We hielden van positieve druk en dat stimuleerde ons. Op de Spelen van Londen in 2012, waar ik ook aan deelnam, was ik zeventien. Het was een ongelooflijke ervaring. We waren een jong team dat naar de Olympische Spelen ging voor de ervaring zelf en niet met de hoop op een podiumplaats.”
U hebt een schitterende carrière in de topsport achter de rug, die u hebt gecombineerd met een functie als schepen in de gemeente Waterloo. En dat alles terwijl u moeder werd. Was dat moeilijk?
D’HOOGHE. “Ik jongleer graag met mijn verschillende petten. Ze komen overeen met verschillende facetten van mijn persoonlijkheid. Toen ik met hockey begon, was dat puur voor het plezier. Ik heb altijd van sport gehouden, maar ik heb ook altijd geweten dat het niet alles is in het leven. Sport brengt het risico op blessures mee en dingen kunnen op elk moment tot stilstand komen. Ik heb dus altijd mijn liefde voor sport behouden, zonder dat het mijn enige reden om te leven werd. Daarom besloot ik fysiotherapie te studeren, wat ik kon combineren met mijn trainingen. Ik heb altijd dingen willen combineren en dat evenwicht willen bewaren.”
‘Zo ben ik opgevoed: om dingen volledig en zo goed mogelijk te doen’
Aisling D’Hooghe
Dat is u gelukt en u hebt zichzelf gevestigd als een vechter, vooral omdat u multiple sclerose hebt.
D’HOOGHE. “Ik kreeg de diagnose toen ik zes jaar was. Op een ochtend werd ik wakker om naar school te gaan en ik kon ik niet meer lopen. Ik had geen evenwicht meer en zag alles dubbel. We zijn meteen naar het ziekenhuis gegaan en na maanden van testen werd duidelijk dat ik multiple sclerose had.
“Artsen waren in die tijd nogal negatief over de combinatie van sport en MS. Eén dokter adviseerde mijn ouders om me te doen stoppen met sporten, vanwege de vermoeidheid en het feit dat ik het op een dag toch niet meer zou kunnen. Maar mijn ouders zagen dat anders. Zij dachten: ‘Waarom nu niet zo veel mogelijk sporten, nu het nog kan?’ En dat hebben we gedaan, te beginnen met tennis. Toen ik tien was, wilde ik een teamsport doen en toen ben ik begonnen met hockey. Sindsdien beschouw ik elke keer dat ik op het veld sta, als een geschenk.
“Van mijn zesde tot mijn zestiende kreeg ik dagelijks injecties. Het was niet altijd makkelijk, vooral niet als ik op kamp of bij vrienden op bezoek was. Mijn vader, die mijn persoonlijke verpleger werd, volgde me overal om me mijn injecties te geven. Toen ik zestien was, kreeg ik mijn tweede beroerte. Mijn hele rechterkant was verlamd, wat een grote stress was. Maar ik werd meteen behandeld en herstelde volledig. Een jaar later stond ik op de Olympische Spelen in Londen.”
U hebt een aantal jaren gewacht om over deze ziekte te praten in de media. Waarom?
D’HOOGHE. “Het was niet gemakkelijk voor me om erover te praten toen ik jong was. Ik wilde niet systematisch geassocieerd worden met multiple sclerose. Ik wilde een hockeyspeler zijn en gewoon een hockeyspeler. Ik wilde bekend zijn om het hockey en niet om mijn ziekte. Ik heb het pas later officieel bekendgemaakt, toen ik dacht dat het een positieve invloed op de buitenwereld zou kunnen hebben.”
Heeft uw ziekte invloed gehad op uw vastberadenheid om een topsportster te worden en hoge ambitie te hebben?
D’HOOGHE. “MS motiveerde me om zo lang mogelijk aan sport te doen. En ik wilde ten volle sporten, waardoor ik de top kon bereiken. Zo ben ik opgevoed: om dingen volledig en zo goed mogelijk te doen. Hetzelfde gold voor mijn studie en al het andere dat ik wilde doen. Niemand of niets dwingt me: het is gewoon een diep verlangen om het te doen en doelen na te streven. Samen met de steun van mijn familie heeft dat me in staat gesteld de obstakels en de moeilijkere momenten te overwinnen.”
Hebt u veel moeilijke momenten meegemaakt?
D’HOOGHE. “Topsport brengt veel offers met zich. Je bent er natuurlijk toe bereid, maar je beleeft ook veel momenten van twijfel: word je geselecteerd of niet? Je bent bang voor blessures, en om daarna weer terug te komen. En dan zijn er ook momenten waarop je buiten het veld verantwoordelijkheid moet nemen voor een heleboel dingen en je je afvraagt of je alles nog wel kunt en wilt doen. Je moet vaak aan jezelf twijfelen, maar je moet nog altijd alles geven. Maar je moet ook accepteren dat je niet altijd honderd procent kunt zijn.”
Twijfels en tegenslagen hebben, en ze te boven komen, is ongetwijfeld ook wat je de top doet bereiken?
D’HOOGHE. “Topsporter of niet, je weet dat je daardoorheen moet. Het is alleen belangrijk dat de momenten van twijfel zo kort mogelijk zijn en dat we er zo snel mogelijk weer bovenop komen. Je kunt kracht putten uit verschillende bronnen: teamgenoten, familie. Soms zit het in de doelen die je jezelf stelt. In andere gevallen is het de competitie die ons motiveert: weten dat iemand anders net zo dicht bij de selectie zit als jij.”
Hoe is het u gelukt om al die rollen te combineren?
D’HOOGHE. “De mensen om me heen zijn essentieel geweest. Ik heb ook geleerd te delegeren en los te laten wanneer dat nodig is, omdat dingen niet altijd volgens plan gaan. Door ervoor te kiezen alles tegelijk te doen, wist ik dat mijn hockeyniveau misschien lager zou zijn door vermoeidheid en dat er op het werk momenten zouden zijn waarop ik zou moeten accepteren dat ik bepaalde dingen moest delegeren. Maar ik moest in elke fase alles geven, of het nu op het veld, op kantoor of thuis was.”
U bent iets meer dan drie jaar geleden moeder geworden.
D’HOOGHE. “Die beslissing hebben we als gezin genomen. We hebben er met onze naasten over gesproken. Mijn man, die voetbalt (Guillaume François, die voor Union Sint-Gillis speelt, nvdr), en ik wisten dat we veel hulp nodig zouden hebben. Ik had ook de toestemming nodig van de artsen vanwege mijn multiple sclerose, maar alles verliep soepel.”
Een kind krijgen in het midden van een sportcarrière is ook een risico.
D’HOOGHE. “Het was een risico, maar ik was bereid het te nemen. Mijn ambitie was om na mijn zwangerschap mijn plaats bij mijn club weer in te nemen en door te gaan met de Red Panthers. Maar ik was me er ook van bewust dat ik misschien niet meer op mijn niveau zou komen of zelfs niet meer verder zou willen. Ik had daar veel vragen over, maar uiteindelijk ben ik rustig gebleven. En ik had het geluk omringd te zijn door een familie die me steunde.”
‘Toen ik zestien was, kreeg ik mijn tweede beroerte. Een jaar later stond ik op de Olympische Spelen in Londen’
Aisling D’Hooghe
Hoe kon u uw sportcarrière combineren met uw rol als schepen en moeder?
D’HOOGHE. “Alles was goed georganiseerd, van de crèche ’s ochtends tot de training ’s avonds. Mijn man en ik deelden de taken en alles werkte dankzij duidelijke communicatie, goed management… en veel verschillende tassen thuis. Als ik ’s ochtends vertrok, moest ik ervoor zorgen dat ik mijn werkkledij voor in het gemeentehuis meenam voor na de training met het nationale team, en eventueel een derde tas met mijn clubkleding. Maar bovenal zorgde ik ervoor dat ik alles voor honderd procent deed. Als ik bij mijn familie ben, zet ik al het andere opzij – de telefoon en de pc – en geniet ik van die momenten. Hetzelfde geldt voor het nationale team: alles geven.”
U maakte deel uit van een team, maar u werd gekozen omwille van uw vaardigheden en individualiteit. De coach van de Red Lions, het nationale mannenteam, legde uit hoe belangrijk het is om van een ‘team van sterren’ een ‘sterrenteam’ te maken. Hoe werkte het bij de vrouwen?
D’HOOGHE. “We zijn allemaal ‘sterren’ bij onze respectievelijke clubs, maar elk om verschillende redenen. Sommigen schitteren door hun techniek, hun spel met de bal, maar ze zijn niet per se degenen die zichzelf uitdrukken of het team verbaal motiveren. Hun invloed ligt in de manier waarop ze op het veld werken. Anderen zijn ‘sterren’ omdat ze doelpunten kunnen maken, of omdat ze zich volledig inzetten om te verdedigen.
“We hebben allemaal een leiderschapsrol, maar met verschillende verantwoordelijkheden en kwaliteiten. Dankzij onze coaches konden we die rollen op mentaal en sportief niveau verduidelijken. We wisten precies op wie we moesten vertrouwen op verschillende momenten in een wedstrijd. Elke speler had haar plaats en dat was heel duidelijk. Sommigen waren er bijvoorbeeld om het team op te peppen als er energie ontbrak, met een meer directe en rechtdoorzee aanpak. Anderen waren de tactici, in staat om de oplossing te vinden als het meer een strategisch probleem was. Die spelers spraken misschien niet voor de hele groep, maar ze wisten hoe ze oplossingen moesten doorgeven aan een paar teamgenoten, waarna het aan de meer extraverte spelers was om die boodschap aan het hele team over te brengen. In feite werden we allemaal leiders op onze eigen manier, met onze eigen sterke punten. Dat maakte onze groep nog sterker en meer samenhangend. Op een bepaalde manier waren we allemaal aanvoerders, ook al droegen maar enkele van ons de armband. Elke speler had een cruciale rol op specifieke momenten.”
Wat was uw rol?
D’HOOGHE. “Ik had meerdere rollen, en ik was niet de enige. Een van mijn belangrijkste rollen in het team was het bieden van meer sociale ondersteuning: ik had het vermogen om snel te zien wie een helpende hand nodig had, wie het moeilijk had. Of het nu op of naast het veld was, ik kon zien wanneer er iets mis was. Soms had het niet met hockey te maken, maar met hun persoonlijke leven, studie of werk. Mijn doel was om het team bij elkaar te houden en tegelijkertijd aandacht te hebben voor elk individu. Maar ik had ook een meer sturende, bijna dictatoriale rol op het veld. Als het fout ging, moest ik snel beslissingen nemen. Dankzij de feedback van anderen kon ik zien wat niet werkte en gaf ik in een paar woorden duidelijke en precieze instructies. Soms moest ik strenger zijn, zelfs een beetje agressief, maar nooit zo streng dat er wrok ontstond. Het was gewoon een kwestie van duidelijk maken dat als we wilden slagen, we op een bepaalde manier moesten handelen, en niet volgens onze individuele verlangens. Dat werkte goed.”
‘Een kind krijgen in het midden van een sportcarrière was een risico, maar ik was bereid het te nemen’
Aisling D’Hooghe
Hoe hebben de Red Panthers de Olympische Spelen als team ervaren?
D’HOOGHE. “We hebben elke wedstrijd apart benaderd, stap voor stap. We gingen het veld op met het idee elke wedstrijd één voor één volledig uit te spelen. Natuurlijk is het onmogelijk om in 60 minuten van begin tot eind perfect te zijn. Er zijn altijd momenten dat het niet goed gaat, dat de twijfel toeslaat. Er zijn fases waarin sommige spelers beter zijn dan andere, en dat is normaal. We deelden onze gevoelens en onze manieren om met die momenten om te gaan, want op de Spelen is de druk enorm. Gelukkig bleven we ondanks de druk bij elkaar. Zodra de wedstrijden voorbij waren, konden we ons weer concentreren en bij elkaar komen. Dat toonde echt de spirit van het team: we vierden feest op het veld en gingen daarna meteen terug naar de wedstrijdmodus, altijd verenigd. Zelfs in het olympische dorp, dat immens is, bleven we altijd bij elkaar.”
Wat is de link tussen politiek en sport?
D’HOOGHE. “Voor mij hebben politiek en sport veel gemeen. In mijn politieke werk is het, net als in de sport, onmogelijk alleen succesvol te zijn. Ik heb geweldige teams bij de gemeente, zowel op bestuurlijk niveau als in de gemeenteraad. Iedereen heeft zijn eigen vaardigheden, maar we werken samen om het leven van de mensen in Waterloo te verbeteren. Het doel is tegemoet te komen aan de eisen en de behoeften van de bevolking, onder wie onze vrienden en buren. Het lijkt erg op wat ik in de sport heb meegemaakt: je moet om hulp durven te vragen, communiceren en als een team samenwerken om je doelen te bereiken.”
Wat motiveert u het meest in uw rol als schepen?
D’HOOGHE. “Dat ik mag werken met toegewijde en empathische teams. Ik ben verantwoordelijk voor kinderopvang, gezin, jeugd, naschoolse opvang en senioren, dus ik ben echt betrokken bij alles wat met mensen te maken heeft. Ik hou ervan synergie te creëren tussen die verschillende sectoren en intergenerationele projecten op te zetten. Het is een zeer dankbare functie, omdat je op lokaal overheidsniveau heel snel de resultaten van je acties kunt zien. Het is ook heel stimulerend om vaardigheden en budgetten te kunnen combineren om een nog breder publiek te bereiken. Kortom, ik ben een beetje een organisator van evenementen, en het is echt opwindend.”
In de sport is het stellen van doelen essentieel. Is dat ook zo in de politiek?
D’HOOGHE. “Absoluut. Ook in de politiek is het belangrijk doelen te stellen. Er zijn terugkerende projecten die we jaar na jaar organiseren, maar er komen ook nieuwe ideeën en nieuwe eisen. Ik heb altijd korte- en langetermijndoelen, anders worden dingen snel te routineus en ik hou niet van rust. De legislatuur duurt zes jaar, dus sommige projecten laten langer op zich wachten dan andere, maar dat zijn vaak de grootste en mooiste projecten.”
Trends Impact Awards 2024 bekronen 12 straffe projecten met duurzame impact
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier