‘32 procent werkt minstens drie dagen per week thuis’, maar wie betaalt de internetfactuur?

Professor Lieven De Marez © Getty Images
Sebastien Marien
Sebastien Marien Redacteur bij Trends

We zijn nog nooit zo afhankelijk geweest van smartphones en technologie, maar tegelijk is er een digitale moeheid in ons land. Dat is de conclusie van het jaarlijkse Digimeteronderzoek van Imec, dat de relatie onderzoekt tussen de Vlaming en technologie. Telewerken is een blijver, maar heel wat werknemers kunnen de bijbehorende extra kosten niet dragen.

Na de coronagolven bleek 2022 ook op digitaal gebied voor een normalisering te zorgen. De tijd die we gemiddeld op onze smartphone doorbrengen, stijgt niet verder en zakt zelfs lichtjes met 3 minuten tot 185 minuten per dag. Voorts blijkt de argeloosheid waarmee veel Vlamingen de digitale technologie en dienstverlening aanvankelijk omarmden, weg te ebben. De bezorgdheden rond smartphone-afhankelijkheid, fake news en privacy groeien.

Lees verder onder de video

40 procent van de Vlamingen noemt zichzelf smartphone-afhankelijk (7% meer dan bij de vorige Imec Digimeter) en 27 procent noemt zich zelfs verslaafd (5% meer). Het zet 88 procent van de Vlamingen ertoe aan zichzelf minstens één regel op te leggen om hun smartphonetijd binnen de perken te houden, zoals bijvoorbeeld meldingen van bepaalde apps uitzetten. Zeker in tijden waarin telewerken normaliseert, groeit de nood om grenzen te helpen bewaken tussen on- en offline, en tussen werk en privé.

“Van onze scholen en economie werd plots een veel grotere digitale sprong verwacht tijdens de coronapandemie: telewerken en afstandsonderwijs zijn in korte tijd de norm geworden. Het is dus zeker denkbaar dat er als gevolg in ons land nu sprake is van een zekere digitale moeheid”, merkt professor Lieven De Marez op. Hij leidt bij Imec het onderzoeksteam rond media-, innovatie-, en communicatietechnologieën.

Niet de juiste middelen

Ondanks de afhankelijkheid van digitale middelen, kan de Vlaming niet altijd beschikken over wat hij nodig heeft, merkt De Marez op. 26 procent kan zich geen beter vast internetabonnement veroorloven omdat het te duur is, hoewel er nood aan is. “We zien dat Vlamingen niet het internetabonnement hebben dat ze eigenlijk wensen en dat is uit budgettaire overweging. Daarnaast heeft 17 procent van de Vlamingen een scherm te weinig in huis opdat elk gezinslid zou kunnen doen wat de werkgever of de school verwacht. Ook dat volgt uit budgettaire overwegingen.”

“Uit ons onderzoek blijkt dat telewerken veel meer wordt omarmd dan afstandsonderwijs. 32 procent van de werknemers – verspreid over alle inkomstencategorieën – werkt al minstens drie dagen per week online. Telewerken is duidelijk een blijver, ook na de coronapandemie. Werkgevers zouden een grotere inspanning kunnen doen om in de digitale noden van hun werknemers te voorzien. Ik denk dan aan de aanschaf van de nodige hardware, maar ook aan een tussenkomst in de telecomfactuur. Vaak betalen werkgevers een mobiel abonnement, maar bij vast internet komen ze niet tussenbeide.”

De nodige hardware ontbreekt bij een deel van de gezinnen en betere abonnementen zijn vaak te duur. Bron: Imec Digimeter

Besparen om te investeren

Het klinkt dus aannemelijk dat werknemers daarom kijken in de richting van de bedrijven, maar Ivan Van de Cloot uit, hoofdeconoom bij Itinera Institute vraagt om geduld. “Ons werkveld is sinds corona drastisch veranderd. Dat zorgt voor nieuwe noden, maar dat wil nog niet zeggen dat bedrijven ook onmiddellijk daarin kunnen volgen. Zo werkt het niet. Om in extra schermen en een tussenkomst bij abonnementen voor hun personeel te voorzien, moeten bedrijven ook over de nodige middelen beschikken.”

Bedrijven schakelen langzaam over naar flexwerkplaatsen op kantoor die de vaste bureaus vervangen. Er is over het algemeen minder kantoorruimte nodig, omdat er minder mensen tegelijk op de bedrijfslocatie aan het werk zijn. “Op termijn zouden ondernemingen daarmee kosten kunnen besparen doordat ze kleinere kantoorruimten huren en minder gas en elektriciteit verbruiken. Dat budget zouden ze voor een stuk kunnen spenderen om tegemoet te komen aan de noden van werknemers”, zegt Van de Cloot.

Los van de Sociaal Economische Status (SES) werkt 32 procent meer dan drie dagen per week thuis. Bron: Imec Digimeter

Onderhandelen met de werkgever

Toch is het niet zinloos om een gesprek aan te gaan met uw werkgever over de tussenkomst in digitale uitgaven. “Het hangt af van bedrijf tot bedrijf. Op sommige plaatsen kun je bijvoorbeeld over een vergoeding voor je internetabonnement spreken tijdens een functioneringsgesprek, maar heel vaak zal het afhangen van het sociaal overleg. Als de afspraken in de cao’s nog tot een bepaalde datum gelden, dan zal u waarschijnlijk tot een nieuw overleg moeten wachten alvorens het onderwerp bespreekbaar is.”

Van de Cloot spreekt over een mentaliteitswijziging die op verschillende niveaus moet plaatsvinden. “Ik zie nog veel zaken grondig mis lopen. Hoewel we met een kleiner kantoor al veel verder komen, bouwt de Vlaamse overheid nog steeds gigantische torens. Wie heeft dat nog toegestaan? We stevenen af op een heel andere realiteit.”

Digitale kloof verkleinen

Professor De Marez van Imec vindt dat we er als maatschappij alle belang bij hebben om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen als het gaat om digitale transformatie. Niet iedereen voelt zich even thuis als het gaat om digitale tools. De Digimeter wijst op een toenemende digitale kloof. “Een groeiend aantal mensen is bang om fouten te maken met digitale tools (25%, +4%), termen zorgen voor verwarring bij veel mensen (30%, +2%) en mensen geven aan dat ze digitale middelen bewust hebben vermeden (27%, +4%). Dat zorgt voor een paradox, als je weet dat meer mensen het gevoel hebben dat hun omgeving van hen verwacht dat ze goed omgaan met tech (69%, +4%).”

“Vroeger had je overal op school nog lessen informatica, waarin werd uitgelegd hoe de mappenstructuur op een computer werkt, maar daar kom je er niet meer mee. Anderzijds wordt wel van leerkrachten en werknemers verwacht dat ze zomaar thuis zijn in digitale tools. Daar mag je niet zomaar van uitgaan, want zo creëer je bijvoorbeeld vermijdingsgedrag en een negatieve houding. Mensen moeten daar vaker in geholpen worden vanuit het onderwijs en de bedrijven, zodat de digitale kloof verkleint in plaats van groeit, zoals vandaag.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content