16,6 procent van alle zelfstandigen in hoofdberoep verdiende in 2014 minder dan 10.000 euro per jaar of 833 euro per maand. Dat blijkt uit een analyse van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) op basis van gegevens van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ).
Eén zelfstandige in hoofdberoep op zes verdient dus flink minder dan de Europese armoededrempel van 1.074 euro voor een alleenstaande, aldus NSZ. De organisatie pleit voor een grondige upgrade van het sociaal statuut met arbeidsongeschiktheidsuitkeringen vanaf de eerste dag ziekte en een sterk uitgebreide faillissementsverzekering die ook bij financiële noden kan worden geraadpleegd.
Onderschat probleem
Armoede bij zelfstandigen wordt zwaar onderschat. Onderzoek van professor Johan Lambrecht (HUB) in samenwerking met Unizo wijst uit dat 15 procent van de zelfstandigen structureel in armoede leeft, bevestigt deze ondernemersorganisatie.
Van de 692.035 zelfstandigen in hoofdberoep verdienden er 114.878 vorig jaar maandelijks minder dan 833 euro, aldus de cijfers van het RSVZ. “Nochtans hebben heel wat mensen het beeld dat zelfstandigen veel geld verdienen. Bij geen enkele bevolkingsgroep zijn de inkomensverschillen onderling zo groot als bij de zelfstandigen. 80 procent van de zelfstandigen moet 40 procent van de inkomenstaart verdelen”, stelt NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws.
Aanpassing sociaal statuut
Voor het NSZ is er nood aan enkele grondige aanpassingen in het sociaal statuut van de zelfstandige. Zelfstandigen kunnen nu bij een faillissement onder bepaalde voorwaarden gedurende maximum 12 maanden een maandelijkse uitkering krijgen. Toch dient slechts een handvol gefailleerde ondernemers hiervoor een aanvraag in. Omdat veel meer zelfstandigen gebruik zouden kunnen maken van die faillissementsverzekering, pleit het NSZ voor twee belangrijke veranderingen.
“De faillissementsverzekering moet automatisch toegekend worden aan zelfstandigen die voldoen aan de voorwaarden. Ook moet de bestaande verzekering omgevormd worden tot een overbruggingsuitkering die tussenkomt bij een faillissement, maar ook bij een gedwongen stopzetting en bij financiële moeilijkheden, en moet ze meer de nadruk leggen op het hervatten van de activiteit. Pas dan krijgen zelfstandigen die om de één of andere reden in slecht vaarwater terecht zijn gekomen een adequate bescherming”, pleit het NSZ.
Ook Unizo is voor de omvorming van de faillissementsverzekering naar een overbruggingsverzekering en wil ze van toepassing maken voor wie zijn activiteit moet stopzetten omwille van economische redenen. (Belga/NS)
