Industrie waarschuwt: ‘De energiecrisis is nog niet voorbij’

PETER CLAES EN LUC STERCKX (FEBELIEC) © DIETER TELEMANS
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De gas- en elektriciteitsprijzen mogen dan flink gedaald zijn dit jaar, maar de Belgische industriële energieverbruikers betalen nog altijd een hogere energiefactuur dan hun concurrenten in de buurlanden.

“Onze aandeelhouder tolereert dit nog, maar dit kan niet blijven duren. Is België nog geïnteresseerd in het behoud van de industrie?”, zegt Axel Neirynck, de CFO van Aluminium Duffel.

“Relatief hoge elektriciteitsprijzen blijven onze industrie opzadelen met een competitief nadeel. De hoge aardgasprijzen duwen de elektriciteitsprijzen in Europa omhoog, zeker ten opzichte van de VS. Maar ook binnen Europa is het speelveld niet gelijk, want Frankrijk en Duitsland nemen maatregelen om hun industrie te beschermen tegen hoge energiekosten. België doet niets”, zegt Luc Sterckx, voorzitter van Febeliec, de organisatie die de belangen van de industriële energieverbruikers behartigt.

Groot prijsverschil met Frankrijk

In opdracht van Febeliec vergeleek de consultant Deloitte voor het twaalfde opeenvolgende jaar de elektriciteitsprijzen tussen België en de buurlanden. Voor de zogenoemde basislast betalen de Belgische bedrijven, afhankelijk van hun verbruiksprofiel, 10 tot 21 procent meer dan gemiddeld in de buurlanden. “In 2020 beloofde de regering een energienorm in te voeren, maar daar is niets van in huis gekomen”, zegt Luc Sterkcx.

Vooral met Frankrijk is het prijsverschil groot. De Franse bedrijven kunnen een groot deel van hun elektriciteitsbehoefte aankopen tegen een voordelig gereguleerd tarief van 42 euro per megawattuur. In Vlaanderen betaalt een industriële verbruiker dit jaar vlot 123 euro per megawattuur. Ook in Duitsland genieten bedrijven nog van maatregelen om de energiefactuur te beperken. In Nederland zijn de elektriciteitsprijzen dit jaar wel gestegen tot boven de Belgische niveaus, als gevolg van een forse verhoging van de transmissienettarieven.

“De energiecrisis is in België niet voorbij, ondanks de daling van de prijzen dit jaar”, zegt Peter Claes, directeur van Febeliec. “De aardgasprijzen zijn in Europa nog altijd een stuk hoger dan in de VS. Het relatief dure aardgas duwt ook de elektriciteitsprijzen hoger. En binnen Europa geniet de Franse industrie van een groot competitief voordeel dankzij het gereguleerde elektriciteitstarief. In Duitsland liep een steunmechanisme af, maar de overheid beloofde nieuwe bescherming als de prijzen opnieuw pieken. Frankrijk en Duitsland zullen altijd een industrieel beleid voeren.”

Opletten voor stop-lossbeslissingen

Aluminium Duffel is de enige aluminiumwalserij in België en biedt werk aan 950 mensen. Het bedrijf werd in 2022 overgenomen door het Amerikaanse investeringsfonds American Industrial Partners. “Ons productieproces is zeer energie-intensief en kan moeilijk stilgelegd worden. We hebben dus een continue basisbehoefte aan energie”, zegt Axel Neirynck, de CFO van Aluminium Duffel. “Het competitieve nadeel van de hoge Belgische elektriciteitsprijzen weegt op onze winstgevendheid. Onze aandeelhouder tolereert dat nog, maar deze situatie kan niet blijven duren. We moeten uitkijken voor een stop-lossbeslissing van onze aandeelhouder. Is België nog geïnteresseerd in het behoud van de industrie? We hebben van de politiek een duidelijk signaal nodig. Als de industrie vertrekt, komt die niet terug.”

In Frankrijk geniet de concurrentie van relatief lage elektriciteitsprijzen uit kernenergie. “Waarom kunnen wij geen contracten met de uitbaters van de Belgische kerncentrales afsluiten? Wij zijn vragende partij voor de afname van vaste elektriciteitsvolumes tegen een vaste prijs. Nu nemen wij in onze offertes aan onze klanten grote risico’s. Als de energieprijs fors stijgt, komt onze bestaansreden in het gedrang”, zegt Axel Neirynck.

Ook de Duitse groep Aurubis verbruikt veel energie om in de Belgische vestigingen van Beerse en Olen materialen als koper, nikkel, tin en edele metalen te recycleren uit schrootmateriaal. “We verkopen die materialen op de wereldmarkt. We moeten opboksen tegen concurrentie uit de VS. Niet-competitieve energieprijzen bedreigen zowel toekomstige investeringen als de huidige operaties”, zegt managing director Dirk Vandenberghe.

Hogere transmissietarieven op til

De Belgische elektriciteitsprijzen zijn ook hoger omdat de belastingen op elektriciteit een stuk hoger liggen dan in de buurlanden. Straks komt daar een forse verhoging van de hoogspanningstarieven bij. Om de zware investeringsprogramma van de volgende jaren te financieren, mag de hoogspanningsnetbeheerder Elia Transmission zijn nettarieven gevoelig verhogen. “De tarieven verdubbelen vanaf 2025. Dat baart ons grote zorgen, want voor een industriële verbruiker loopt de extra kostprijs in de miljoenen euro’s”, zegt Peter Claes. “De stijging van de hoogspanningstarieven zal ons nog eens 4 miljoen euro per jaar kosten. Het wordt te veel”, zegt Axel Neirynck.

In Frankrijk en Duitsland genieten de industriële bedrijven van een lager hoogspanningstarief, omdat ze door hun stabiele elektriciteitsafname bijdragen aan de stabiliteit van het hoogspanningsnet. Nederland heeft een soortgelijke korting geschrapt voor de industrie. “Nyrstar legde zijn vestiging in Nederland stil als reactie op de forse stijging van de hoogspanningsnettarieven. Waarom krijgt de Belgische industrie geen lagere hoogspanningstarieven?”, zegt Peter Claes.

Niet jongleren met beleid

De combinatie van relatief hoge energieprijzen en een ambitieuzer klimaatbeleid doet de Europese industrie pijn. “De industrie doet het niet goed. Het vertrouwen is helemaal zoek. De industrie moet grote inspanningen leveren om tegen 2050 klimaatneutraal te worden, onder meer door de productieprocessen zoveel mogelijk te elektrificeren. Dan zou je verwachten dat de overheid voor een duidelijk en stabiel kader zorgt, in plaats van te jongleren met het beleid”, zegt Peter Claes.

“De transitie moet behapbaar blijven en mag niet geforceerd worden. Anders verliezen we de industrie, en worden we nog meer afhankelijk van het buitenland”, zegt Axel Neirynck. Dirk Vandenberghe besluit: “Wat we invoeren zal geproduceerd zijn met een grotere klimaatvoetafdruk. Dat willen we als maatschappij toch niet?”

Bekijk hieronder de toelichting van Bart Buysse, topman van de federatie van de Belgische voedingsindustrie Fevia.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content