‘In wezen zijn wij bakkers’
Matthieu Boone geeft eind mei officieel de fakkel van Lotus Bakeries door aan Jan Boone en Jan Vander Stichele. Een gesprek met het trio, over koekjes, opvolging in familiebedrijven en vrouwen.
De spellingchecker kent geen speculoos, wel de Nederlandse variant speculaas. Foute boel, zo’n spellingchecker. In Lembeke kennen ze speculoos des te beter. Lijkt het dorpje op deze maandagochtend wat ingeslapen, dan is er des te meer bedrijvigheid in de gebouwen van Lotus Bakeries. Het hoofdkwartier in het Oost-Vlaamse platteland stuurt wereldwijd ongeveer 1200 medewerkers aan. Die zitten verspreid over tien productievestigingen in België, Nederland, Frankrijk, Zweden en Canada. De koekjes van Lotus worden tot ver buiten Europa verorberd; in Zuid-Korea is het zelfs het meest geïmporteerde koekje. Maar ook in Libanon, China of Israël weten ze het te smaken.
We hebben een afspraak met Mat-thieu – Matty – Boone, Jan Boone en Jan Vander Stichele. Het drietal zit er ontspannen bij rond de vergadertafel in het bureau van afscheidnemend CEO Matthieu Boone. Er wordt nog wat nagekaart over de Ronde die de dag voordien Vlaanderen in de ban hield. Er vallen wat plaagsteken richting Jan Boone, die als bestuurder bij Omega Pharma Philippe Gilbert graag had zien winnen. Het mocht niet zijn.
Lotus Bakeries zit wél in het winnende kamp. De cijfers over 2010 ogen goed, met een omzet van ruim 264 miljoen euro (+ 1,4 %). Het recurrente bedrijfsresultaat steeg tot 35 miljoen euro, goed voor 13,2 procent ten opzichte van de omzet. De totale koekjesmarkt kende een lichte groei, en Lotus kon zijn marktaandeel in zijn segmenten (speculoos, gebak en wafels) nog verstevigen. Matthieu Boone kan met een gerust gemoed de fakkel doorgeven op de algemene vergadering van eind mei. Jan Boone, de zoon van Matthieu, en Jan Vander Stichele, schoonzoon van voorzitter Karel Boone, worden benoemd tot gedelegeerd bestuurder van de beursgenoteerde groep. Jan Boone neemt in het executief comité de rol van CEO op zich, Vander Stichele wordt COO. De wissel van de wacht is geen paleisrevolutie. De manier waarop de overdracht is geregeld heet een schoolvoorbeeld te zijn van opvolging in een familiebedrijf. Jan & Jan hebben er duidelijk zin in. “Het is onze droom om van speculoos een universeel product te maken.”
TRENDS. Moest de opvolging per definitie onder de familiale aandeelhouders blijven of zijn er andere opties overwogen?
MATTHIEU BOONE. “We zijn er al mee begonnen in 1995. We wilden, als dat enigszins mogelijk was, in de directie een familiaal accent. Maar enkel in de directie. Want voor je het weet, zit het bedrijf vol familieleden, en dat was niet de bedoeling. Er moest ook eerst een carrière van vijf tot tien jaar buiten het familiebedrijf zijn om te kunnen toetreden. Dat maakt het duidelijk voor iedereen, en het is ook de enige juiste logica. Als het bedrijf een stabiele toekomst wil hebben, moet je de strategie en het bedrijf vooropstellen. Dan pas komt de familie, niet omgekeerd. Familie is verrijkend voor het bedrijf, als je je aan strikte regels houdt. Pas dan heb je het voordeel van het geheugen, een stabiliteit en een langetermijnvisie.”
JAN VANDER STICHELE. “We hanteren de boutade dat de persoon het bedrijf niet nodig mag hebben voor zijn carrière, maar dat het bedrijf wel de persoon nodig heeft.”
Door vast te houden aan de familie-leden, die opgegroeid zijn met het be-drijf, mis je misschien wel verfris-sende ideeën?
JAN BOONE. “Je moet inderdaad wel voldoende letten op de dynamiek en de instroom van vernieuwende ideeën. Vandaar ook eerst de ervaring buitenshuis. Als je van de schoolbanken binnenrolt en voor je vader gaat werken, krijg je een monoloog. Je hebt geen eigen ervaring, en dus luister je naar je vader…”
MATTHIEU BOONE. “… Een vadersdroom!” ( lacht)
JAN BOONE. ( onverstoorbaar) “Door de kennis van buitenshuis krijg je een dialoog. Ik vond het ook nuttig om eerst die andere ervaringen op te doen. Het geeft je zelfvertrouwen, en ook intern krijg je een zekere legitimiteit.”
Wat zal er veranderen bij Lotus met de komst van de derde generatie?
JAN BOONE. “Niks wezenlijks. Mijn vader gaat wel met pensioen, maar dat is geen ‘machtsoverdracht’, wel een continu proces. We hebben de voorbije jaren gezamenlijk met de directie en het management dit bedrijf ontwikkeld, altijd in overleg.”
MATTHIEU BOONE. “Dat moet ook de sterkte zijn van een familiebedrijf. De continuïteit. Er schuilt vaak een gevaar in een nieuwe CEO die mordicus de strategie omver wil gooien. Dat lijkt misschien dynamisch, maar is het daarom nog niet. De beste dynamische strategie is dynamisch denken in de continuïteit. We hebben altijd zo gewerkt. Hier is geen plaats voor verlichte geesten, laat staan verlichte despoten.”
Waren er geen andere kandidaten van de derde generatie die zich geroepen voelden?
MATTHIEU BOONE. “Ik mag met een zekere trots zeggen dat er in onze familie zeer veel verstandige mensen rondlopen. Maar daarom hebben ze nog niet de competenties voor een managementfunctie. We hebben tandartsen, apothekers, zelfs een doctor in de atoomkunde. Zeer intelligent, maar daarom nog niet de eigenschappen die dit bedrijf nodig had.”
Zijn uw ervaringen buiten het familiebedrijf nuttig gebleken voor Lotus Bakeries?
JAN VANDER STICHELE. “Ik heb, voor ik hier in 1996 begon, bij Verlipack gewerkt. Dat was vooral een productie-ervaring. Ik heb er alle facetten leren kennen van ondernemen. In een eerste fase zaten we in een enorme expansie, glas was toen zeer hip. Daarna kwam een donkere periode, waarbij we moesten afbouwen. Het is achteraf gezien een zeer goede leerschool gebleken, waarbij je ook leert uit foute beslissingen.”
JAN BOONE. “Ik ben begonnen bij PricewaterhouseCoopers. In die periode heb ik heel veel bedrijven gezien, en er veel van opgestoken. Ik kreeg er ook een schitterende financiële opleiding. Daarna ben ik bij Omega Pharma terechtgekomen. Dat was nog relatief klein: we draaiden een omzet van 1 miljard Belgische frank (25 miljoen euro), vijf jaar later was dat 1 miljard euro. In die vijf jaar van snelle groei werkten we met een jong en klein team onder leiding van Marc Coucke. We hebben enorme stappen gedaan, veel overnames, een sterke interne groei neergezet, de internationalisering opgestart. Ik heb echt enorm veel geleerd. Ik ben er met pijn in het hart weggegaan.”
De plicht van het familiebedrijf riep?
JAN BOONE. “Neen. In het dorp werd dat wel gezegd, toen ik jonger was. Ach, een Boone, je zal wel in het bedrijf gaan werken. Maar dat was geen vaststaand gegeven voor ons. Daarom was het ook goed dat van jongs af al die afspraken waren gemaakt. Ik heb een zeer mooie tijd gehad bij Omega Pharma. Maar ik wist dat zodra ik in het familiebedrijf zou stappen, dat normaal gezien tot mijn pensioen is. Het was dus goed om eerst andere ideeën op te doen. Ik ben nog altijd bestuurder bij Omega Pharma, dus ik volg het nog wel, zij het vanop een zekere afstand.”
JAN VANDER STICHELE. “Ook voor mij is de keuze pas gemaakt in 1996, toen ik gevraagd werd. Daarvoor was ik heel bewust bezig met het uittekenen van een eigen loopbaan. Er werd ons ook nooit iets voorgespiegeld.”
Matthieu Boone, u hebt er 41 jaar Lotus opzitten. Wat gaat u missen?
MATTHIEU BOONE. “De cijfers, en de dagelijkse opvolging ervan. Hoe loopt dat product, die klant en die markt? Je bent daar elke dag mee bezig, en die actie zal ik wel een beetje missen.”
JAN BOONE. “En ik die dacht dat je ons zou missen. Maar kijk, we hebben weer iets bijgeleerd.” ( algemeen gelach)
Wordt u voorzitter van Lotus, of wilt u mandaten opnemen? U zult wel gevraagd worden?
MATTHIEU BOONE. “Mijn broer Karel is voorzitter tot volgend jaar. Het is aan de algemene vergadering en de raad van bestuur om dan een opvolger te kiezen. Daar is nog niks over beslist. We zijn geen revolutionairen, maar ik kan nu geen ja of neen antwoorden. Het is nog niet aan de orde. En ik zal zeker niet solliciteren om een rist mandaten op te nemen. Iedereen doet wat hij wil, maar ik heb geen goesting om nu een nieuwe carrière te starten. Ik ga het een beetje op mijn gemak doen, denk ik. Een beetje meer tijd nemen voor de dingen die ik graag doe. Al heb ik dat ook altijd kunnen doen, hoor. Ik ben niet te beklagen.”
Wat is de opmerkelijkste evolutie in die 41 jaar?
MATTHIEU BOONE. “In wezen zijn wij bakkers. Wij moeten het beste koekje bakken, dat is onze core. Al de rest volgt daarop. En als ik nu één ding moet noemen, dan is het dat we erin geslaagd zijn om van speculoos een echt internationaal product te maken. En daar heb ik zeker mijn steentje toe bijgedragen, dat mag ik wel zeggen. Nu is dat vanzelfsprekend, maar destijds niet. Elk land en hoe we daar geraakt zijn, heeft zijn eigen verhaal en geschiedenis. Maar we zijn altijd heel geduldig geweest, omdat we rotsvast geloofden en geloven in onze strategie. En we hebben daar geduldig en koppig aan vastgehouden. Het is zoals een wijnstok. Hoe dieper de wortel, hoe beter de druiven en dus de wijn.”
Bent u koppig?
MATTHIEU BOONE. “Goh, te weinig. Maar iedereen vindt van zichzelf dat hij niet koppig genoeg is, zeker? Maar ik ben zeker vasthoudend, dat wel. Ik ga niet snel wijken.”
Toen u in 2005 CEO werd, hoorde je weleens dat u de overgangspaus was naar de volgende generatie.
MATTHIEU BOONE. “Een connotatie met de paus is vandaag een beetje gevaarlijk ( lacht). Ik denk dat er door de continuïteit en het team altijd een goede dynamiek is blijven bestaan.”
Die dynamiek werd zelfs een beetje verscherpt, naar mijn aanvoelen. Onder uw leiderschap werd het Nederlandse Peijnenburg en het Zweedse Anna’s ingelijfd.
MATTHIEU BOONE. “Als ik van u zo’n compliment krijg, zal ik dat niet tegenspreken. ( lacht) De dynamiek is inderdaad een beetje verscherpt, maar dat had ook te maken met de organisatie en de omstandigheden.”
Behoren nieuwe overnames tot de strategie?
JAN BOONE. “Voor overnames kijken we naar bedrijven die in hun segment de leider zijn met een eigen sterk merk. Maar het is niet gemakkelijk om de perfecte acquisitie te vinden, we zijn kieskeurig. Momenteel zijn we gefocust op de integratie van de overnames. De resultaten zijn goed. Daar willen op voortbouwen.”
MATTHIEU BOONE. “Elke chef-kok weet dat hij eerst moet zorgen dat de potten in de keuken goed gepoetst zijn voor je aan een nieuwe maaltijd kan beginnen.”
De familiale aandeelhouders controleren bijna 70 procent van het bedrijf. Is een verwatering een optie in het kader van een belangrijke overname?
JAN BOONE. “Die situatie heeft zich nog niet voorgedaan, en ik zie het ook niet snel gebeuren. Bij voorkeur hebben we uiteraard liever een meerderheid. En ik geloof ook niet dat we dat op vandaag nodig zouden hebben om iets te doen, we hebben voldoende eigen middelen. Maar we willen als familie nooit een obstakel zijn in de verdere ontplooiing van het bedrijf.”
MATTHIEU BOONE. “Hoe warm is de zon? Theoretisch kan je dat niet beantwoorden, het is te hypothetisch. Je moet ook zien dat het aanschijn van je bedrijf niet wijzigt. Willen we een ander soort bedrijf zijn? Ik denk het niet.”
Is Lotus een overnameprooi?
MATTHIEU BOONE. “Wij wensen daar niet eens gesprekken over te voeren. Want als je begint te praten, wek je interesse, en die hebben we niet. Het zou stom zijn om te verkopen, toch? Dat is niet onze ambitie. De bekoring van het geld is niet aan ons besteed.”
JAN BOONE. “Een familiebedrijf is toch ook een stuk emotie. Dit is hier begonnen met mijn grootvader. En wij zijn trots dat we dat jaren later mogen voortzetten.”
JAN VANDER STICHELE. “En er staan nog zoveel mooie dingen op de planning.”
Zoals de groei in andere geografische markten?
JAN BOONE. “Ja, maar ook in onze bestaande markten zit er nog potentieel. En daarnaast willen we ook de zogenaamde exportlanden doen groeien.”
Moet de productie volgen als een geografische uitbreiding op de planning staat?
JAN BOONE. “Alle speculoos wordt in Lembeke gemaakt en dat blijft zo. De fabriek moet niet in dezelfde regio zitten om daar te kunnen commercialiseren. Als je een fabriek elders plaatst, heb je een andere grondstoffensourcing, en dreig je andere smaken te krijgen. Daarom besluiten we hier verder te investeren. Het aandeel arbeid is relatief beperkt, we zijn sterk geautomatiseerd, daarom kunnen we ons dat ook permitteren.”
Sabine Sagaert treedt straks toe tot de raad van bestuur. Zonder haar onrecht aan te doen, maar speelde het feit dat ze een vrouw is mee?
JAN BOONE. “Dat was niet onze eerste bekommernis. We hebben vooral gekeken naar de toegevoegde waarde voor onze raad van bestuur. En Sabine Sa-gaert kent de markt van de fast moving consumer goods door en door. Ik kende haar enkel van reputatie, en het klikte. Overigens, ons eerste gesprek dateert van ergens in november, dus lang voor de heisa over de quota losbarstte.”
MATTHIEU BOONE. “De enige verdienste van dat debat is dat je er aandacht voor hebt, en gerichter zoekt. Ik ben ervan overtuigd dat dit een verrijking is, omdat we vroeger te veel in dezelfde vijver zaten te vissen. Maar om uw vraag voor te zijn, ik ben tegen de quotaregeling. Omdat alle vrouwen die nu benoemd worden vanzelfsprekend het etiket quota-madam opgekleefd krijgen. Terwijl diezelfde competente vrouwen vanuit het middenmanagement langzaam zullen doorgroeien naar bestuursfuncties.”
Maar als ik kijk naar uw directie, zie ik ook geen enkele vrouw?
JAN BOONE. “Dat klopt, en dat is spijtig. De goede doorstroming is er nog niet, dat komt. Als we vergelijken met tien jaar geleden, is er al een hele weg afgelegd.”
MATTHIEU BOONE. “Als de gemeenschap vindt dat voor allerlei zaken quota nodig zijn, dan kunnen we er wel nog een pak bedenken hé. Je zit daar op een hellend vlak. Wij hanteren de stelregel dat het bedrijf voor de familie komt. Als daar inmenging komt via quota of andere verplichtingen, dan ben je niet langer bezig met deugdelijk bestuur.”
Waar wil de nieuwe generatie op afgerekend worden?
MATTHIEU BOONE. “Dat zou ik nu ook weleens willen weten.” ( lacht)
JAN BOONE. “Ik denk dat als we twintig of dertig jaar verder zijn, het onze droom is om van speculoos nog meer een universeel product te maken. Dat we, om het even waar we landen met het vliegtuig, onze speculoos vinden. En dat zonder enige concessie te doen op ons recept.”
Hebt u nog goede raad voor hen?
JAN BOONE. “Nu gaan wij eens luisteren!”
MATTHIEU BOONE. “We zijn als bedrijf vanuit een underdogpositie gestart. De kleine koekjesbakkers tegen de grote merken. En daardoor hebben we een zekere spirit ontwikkeld. En ik hoop dat we altijd vanuit die geest kunnen blijven groeien. Dat we dat kunnen blijven bewaren. Dit zijn wij, laat de anderen maar doen.”
LIEVEN DESMET
“Een persoon mag het bedrijf niet nodig hebben voor zijn carrière” Jan Vander Stichele
“We zullen nooit concessies doen op ons recept of product” Jan Boone
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier