In het oog van de storm
Amok in Jakarta. Het einde van Soeharto. Trends was tijdens die woelige dagen bij de Vlaamse ondernemers in de Indonesische hoofdstad. Tot voor kort zaten Belgische investeringen in Indonesië in de lift. Wat nu?
Jakarta.
Twee 40-voetcontainers per week richting Antwerpen. Baudouin Coomans, de Belgische manager van een Noord-Franse importeur van Indonesische meubelen, heeft dat normale ritme geen moment moeten onderbreken. Coomans bleef op post terwijl Jakarta op zijn grondvesten daverde.
Een aantal exportgerichte sectoren, zoals tuinmeubelen van onder meer United Teak Producers uit Antwerpen of de plantages van het Belgische Sipef en Socfin, doen het goed. De reden: kosten in roepia en inkomsten in VS-dollar. Dietmar Dutilleux, die vanuit Surabaya via het Internet ontwerpen doorstuurt van designmeubelen bestemd voor Sydney en New York, moest wel even naar Singapore om bij klanten geld op te halen, “omdat mijn bank geen cashtransacties meer verricht.” Ook Frederik Wittesaele en Ruben Baeckelandt van Sioen, fabrikant van gecoate kledij, bleven in de geteisterde hoofdstad verderwerken: “De twee verloren productiedagen – omdat het personeel niet op de fabriek geraakte – zullen we snel inhalen. De bestellingen blijven toestromen en we proberen ze tijdig klaar te krijgen. Alleen onze Indonesische toeleveranciers zijn niet meer honderd procent betrouwbaar. We gebruiken nu meer grondstoffen uit Taiwan en Hongkong.”
Sioen draait zoals matrastijkproducent Clama op bestellingen, aanvoer van grondstoffen en kapitaal uit België. Kopzorgen voor de financiering van LC’s ( letter of credit) hebben zij niet. Evenmin Adidas, waar de Belgische general manager van de distributie-afdeling, Marc Bollansée, de business uit veiligheidsoverwegingen voor zijn personeel wel één week opschortte.
Tot chaos en anarchie het bedrijfsleven quasi totaal verlamde, bleef het geloof in een succesvolle overlevingsstrategie ongehavend: buitenlandse bedrijven met een financieel sterk thuisfront vertrouwen erop dat ze een brug kunnen werpen over de economische ravijn. In afwachting van betere tijden. “Adidas verrichtte zopas een kapitaalverhoging van 3,5 miljoen VS-dollar. Wat bewijst dat wij tijdens de crisis onze posities in deze markt willen consolideren, ondanks lagere verkopen. We financieren zelf onze import. Wie dat niet kan, gaat onderuit,” zegt Marc Bollansée.
Philip De Mulder van Westerlund-groep wimpelde onrustige telefoons uit België af: “Ik heb hier nog geen opstootjes gezien, alleen op CNN,” vertelde De Mulder toen. Inmiddels is hij, na een week “evacuatie” naar België, terug in Jakarta. De jonge Vlaming vestigde niet lang geleden het Aziatische hoofdkwartier van de Antwerpse specialist in het verschepen van papier- en houtproducten in het businessdistrict van Jakarta. De Indonesische papierexporteurs waren immers in volle expansie: lokale kosten en dollaropbrengsten gaven Sinar Mas en RAPP, die reeds het koppeloton van papierproducenten in de wereld vervoegden, extra stimulansen.
Het leek de slechte kant op te gaan (zie kader Eén week hoogspanning) toen 534 bankgebouwen en 4940 shopping malls, grootwarenhuizen, showrooms met dure auto’s, fabrieken van etnische Chinezen en zelfs enkele luxehotels leeggeplunderd werden of in vlammmen opgingen. Voedingsketen Delhaize De Leeuw investeerde juni vorig jaar in de lokale winkelketen SuperIndo en kan ervan meespreken. 20.000 expats en etnische Chinezen haastten zich naar Singapore.
De waanzinnige prijsverhogingen
van basisproducten, tot 70% zoals gestipuleerd in de drastische voorwaarden van het Internationaal Muntfonds (IMF) – hoewel de koopkracht van de bevolking de voorbije weken met eenzelfde percentage was geslonken en het aantal werklozen opliep tot meer dan tien miljoen – verscherpten de roep om ” Reformasi” of politieke en economische hervormingen. Het neerschieten van zes studenten ontketende een ongeziene protestgolf. Toch duurde het amok hooguit één week. Een Javaans compromis bood Soeharto een uitweg, het aftredend staatshoofd vroeg de natie vergiffenis en B.J. Habibie (zie Trends, 12 maart 1998) trad naar voor als de derde president van 200 miljoen Indonesiërs. De financiële markten reageerden deze keer afwachtend. Drie maanden geleden, bij zijn aanstelling tot vice-president, kelderden ze de roepia met 30%.
Investeringen en koopjesjagers
Westerlund is niet de enige nieuwkomer. Andere Belgische investeringen zitten in de pijplijn: eind maart van dit jaar tekende een Belgische onderneming een letter of intent voor een project waarvan enkel de eerste uitvoeringsfase al oploopt tot 400 miljoen VS-dollar. Een andere firma stond klaar om een tweede fabriek te kopen. Beide dringen aan dat hun naam, in de gegeven omstandigheden, niet in Trends komt. Ze hopen dat hun deal doorgaat. Andere recente Belgische investeringen zijn: holglasfabrikant PT Heinz Glas, PT Indo Match (confectie), BARC/Innogenetics en groentenexporteur Dominique Thurion.
Enkele maanden geleden selecteerde Dr. Jean-Paul Deslypere Jakarta om er het centraal onderzoekslaboratorium voor Azië te vestigen van BARC Asia Pacific. Bio Analytical Research Corp. is een zusterbedrijf van Innogenetics uit Zwijnaarde. “Nadat we heel Azië hadden afgetast, viel onze keuze op het privé-laboratorium waarmee we nu samenwerken. De kwaliteit en de onderzoeksresultaten voor bloedstalen zijn perfect. We hebben geen dag stilgelegen.” BARC verricht op het gebied van klinische studies voor infectieziekten in Azië pionierswerk. In Jakarta komen per dag zo’n 50 bloedstalen aan, vooral uit India en China.
Michael Brise tilt niet zwaar aan de economische recessie. Althans voor de export van zijn robustakoffie. Zijn probleem is het tekort aan containers, omdat de invoer naar Indonesië is ingestort. Voor de zeer kwalitatieve oogst uit Midden-Java ligt de koers in Londen gevoelig hoger dan de gemiddelde koffieprijs. Brise is manager van Sucre Export, een afdeling van het Antwerpse Sopex. Hij mikt op een productie van 7000 tot 10.000 ton per jaar, bestemd voor Europa en Japan. Sopex verwierf onlangs 50% in een koffieverwerkingsfabriek in Semarang. De eigenaar kampte, zoals de meeste Indonesische ondernemingen, met nijpende liquiditeitstekorten. “We brengen werkingskapitaal in en technologie,” zegt Brise.
Steven Braekeveldt van BBL in Singapore bevestigt dat “Vlaamse kmo’s zelfs nu nog de evolutie in Indonesië gadeslaan. Het zijn meestal echte koopjesjagers, in erg uiteenlopende sectoren.” Ze spelen in op de kapitaalhonger van Indonesische firma’s. Theodoor Bakker van het advocatenkantoor Loeff, Claeys, Verbeke heeft in opdracht van het IMF de oude Nederlandse faillissementswetgeving van Indonesië aangepast. “Het aardige is dat Indonesië nu een faillissementsverordening heeft die moderner is dan de huidige Nederlandse wet,” zegt Bakker. Wanneer ze over enkele maanden bekrachtigd wordt, zullen nog meer bedrijfsovernames mogelijk zijn.
In maart jongstleden begon Bekaert Indonesia staalkoord te maken in zijn nieuwe fabriek bij Jakarta. “De meeste Indonesische bandenfabrieken draaien op volle capaciteit voor export,” zegt general manager Geert Roelens. Zoals het Belgische management van transformatorenbouwer Pauwels Trafo Asia en van Clama Indonesia bleef Roelens enkele dagen in Singapore tot de orkaan was uitgeraasd. Bernard Poplimont, die in 1995 Puratos Indonesia opstartte, kijkt aan tegen een minverkoop van 30%. De omzet klom jaarlijks nochtans met zo’n 30%. “Omdat we in de markt zitten, kunnen we ons flexibel aanpassen. Qua smaak en ingrediënten.”
Als fabrikant in de markt zitten
is een voordeel dat Frank Michiels ook hoopt te benutten. Maar het Belgische Etex (eternietplaten) draait in Surabaya slechts op 30% van zijn capaciteit. Michiels start deze zomer in Jakarta een splinternieuwe kwartsmeelfabriek van Sibelco, een investering van 600 miljoen Belgische frank. “We exporteerden vanuit België. Door de crisis lijkt het vooropgestelde businessplan nu overschat, maar anderzijds werd invoer onbetaalbaar voor onze Indonesische klanten. En zo biedt een plaatselijke productie de mogelijkheid om marktaandeel terug te winnen en hopelijk uit te breiden,” zegt Michiels.
Volgens Pierre Vaernewijck, Vlaams economisch vertegenwoordiger, krijgen Belgische exporteurs die de opkomende middenklasse hadden ontdekt en ook zij die afhankelijk zijn van overheidsinvesteringen – zoals Tractebel (dat trouwens zijn kantoor in Jakarta ging sluiten) of Brugeoise Nivelles/Eurorail (dat tot voor kort nog hoopte op een bijkomende bestelling van vijftig elektrische treinstellen) – het lastig. “Exporteurs van consumptiegoederen kunnen zich handhaven, mits ze wat verbeelding aan de dag leggen. Door bescheidener winstmarges of over te schakelen op kleinere hoeveelheden en soberder verpakkingen.”
Koen Verheyen, general manager van de Zweedse cosmeticaproducent Oriflame, handhaaft zich omdat zijn cliënteel veranderde: “Onze verkoop was eind vorig jaar met 80% gedaald, maar sinds april gingen we opnieuw omhoog.” Oriflame groeide gemiddeld 60% per jaar en had tot voor de crisis 25.000 verkopers. “Dat aantal is gehalveerd en we hebben de kosten maximaal gereduceerd.” De rijken die dure Lancôme en Chanel in huis haalden, grijpen nu naar Verheyens cosmetica. Jolande Janssen had haar boetieks ook al aan de crisis aangepast door op verkoop van tweedehands Vuitton-handtassen en Versace-pakken over te gaan.
Begin deze week waren de vluchten vanuit Singapore naar Jakarta volgeboekt. Etnische Chinezen nemen de draad opnieuw op. Bijna alle Belgen zijn weer op post. Een (anonieme) ondernemer vertolkt de hoop van velen: “Als de egocentrische, babbelzieke Habibie bereid is naar het volk te luisteren in plaats van naar zichzelf, komt Indonesië er misschien sneller dan algemeen verwacht bovenop.”
ERIK BRUYLAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier