In de eigen voet geschoten

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

De plannen van enkele Europese commissarissen om de fotovoltaïsche industrie te stimuleren, dreigen lek te slaan op de gigantische overproductie. Ironisch genoeg is die mee het gevolg van het Europese beleid om de vraag naar zonnecellen te stimuleren. En na de productie, verschuift nu ook de vraag naar Azië.

Een High Level Working Group van de Europese Commissie publiceerde in juni haar rapport over de noodzaak om fabrieken in sleutelsectoren in Europa te houden. Onder de talrijke aanbevelingen pleitte de werkgroep ervoor om meer investeringskapitaal ter beschikking te stellen van de fotovoltaïsche industrie. Volgens de experts ligt het succes van de Chinese zonnecellenfabrikanten niet bij hun lage lonen – die maken maar 10 procent van de kosten uit – maar bij hun goedkope overheidsfinanciering. “De toegang tot investeringskapitaal moet gemakkelijker worden om in Europa een evenwichtiger speelveld te creëren”, meende de werkgroep.

Er is een goede kans dat die oproep te laat komt. In de huidige marktomstandigheden zijn zonnecellenproducenten even aantrekkelijk voor investeerders als banken. Van de 50 gigawatt jaarlijkse productiecapaciteit – bijna evenveel als alle ooit geïnstalleerde zonnepanelen bij elkaar – staat nu de helft tot 70 procent werkloos, schat de Zwitserse Bank Sarasin in een sectoranalyse. Het gevolg is een spiraal van dalende prijzen.

In de VS gingen Evergreen Solar, Spectrawatt en in september Solyndra failliet. Solyndra had twee jaar geleden nog een staatswaarborg voor 535 miljoen dollar aan leningen gekregen, tegenover bijna een miljard dollar van investeerders. De Amerikaanse belastingbetaler is dat geld zo goed als helemaal kwijt. Staatssecretaris voor Energie Steven Chu toonde daar geen berouw over tijdens een hoorzitting voor een Congrescommissie. “We strijden op het scherp van de snee om deze markt te pakken”, zei hij.

Chu verdedigt zich door te verwijzen naar de overheidssteun in China. Mercom Capital Group schat dat de Chinese zonne-industrie alleen al in 2010 en in de eerste negen maanden van 2011 voor 40,7 miljard dollar aan leningen van overheidsbanken heeft gekregen.

Helft is Chinees

Vijf jaar geleden was Duitsland nog – na Japan – de grootste producent van zonnecellen. Dat is verleden tijd. De Duitse productie steeg in 2010 nog met 38 procent, maar China groeide 175 procent en Taiwan 130 procent. In absolute cijfers klom de Chinese productie in 2010 met 8,3 gigawatt tot ruim 13 gigawatt. Dat is praktisch de helft van de wereldproductie van 27,2 gigawatt in zonnecellen (zie grafiek Regionale verschuiving van zonnecellenproductie). Zonnecellen kwamen in 2010 voor 82 procent uit Azië.

De ironie wil dat die Chinese productie vooral naar Europa wordt verscheept, waar de vraag kunstmatig is gestimuleerd – zelfs in streken waar het aantal uren zon borg staat voor een laag rendement, zoals in België. Daarmee is de industrie zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde kunstmatig opgepompt.

De eerste klap kwam in 2009, toen de Spaanse markt instortte. Daardoor daalden de prijzen met 35 procent voor de Japanse en Europese en met 45 procent voor de Chinese zonnepanelen, volgens Bank Sarasin. Consumenten en industrie roken koopjes en daardoor piekte de vraag in 2010. De geïnstalleerde capaciteit steeg met 16,6 gigawatt (+190%) in Europa. Dat was dat jaar wereldwijd goed voor 82 procent van de nieuwe installaties, volgens marktonderzoeker IMS Research.

Kantelmoment

De politiek reageerde door de subsidie- en prijsmechanismen minder gunstig te maken. Succes sloeg om in overproductie, dumping en verliezen. IMS Research verwacht dat de groei in Europa dit jaar tot 3 procent terugvalt. Op uitzonderingen zoals First Solar na publiceerden alle fabrikanten van zonnecellen – ook de Chinese – verliezen in hun jongste kwartaal. Logischerwijze komt er nu een consolidatie met overnames en faillissementen.

De essentie is dat de geïnstalleerde capaciteit minder snel stijgt dan de prijzen krimpen. Zonnepanelen werden in de eerste negen maanden van 2011 zo’n 22 procent goedkoper in Europa en nog meer in China. Alex Polfliet, de woordvoerder van sectororganisatie PV Vlaanderen, ziet nu panelen op de markt voor 0,67 euro per wattpiek. Dat is 17 procent onder de productiekostprijs van kristallijn-siliciumzonnepanelen, die de Duitse machineproducent Centrotherm in augustus op 0,81 euro per wattpiek schatte. “De prijsdaling zit echt bij de panelen. De omvormers (de tweede belangrijke prijscomponent van een installatie, nvdr) worden bijna niet goedkoper”, zegt Ben Kunnen, verkoopadviseur van SolarTotal, een Nederlandse reseller die vorig jaar 59 miljoen omzette in België

Daarmee zitten we op een kantelmoment. “In de komende twee jaar betekenen panelen nog maar 35 tot 40 procent van de totale kostprijs van een systeem, tegen nog 50 tot 60 procent nu”, menen de analisten van Bank Sarasin. Nieuwe prijsdalingen zullen daarom een kleiner effect hebben op de vraag, wat alweer geen hulp is bij overproductie.

In Duitsland daalt de vergoeding voor de gegarandeerde afname van de groene stroom voor particuliere installaties vanaf 1 januari met 15 procent. Duitsland is dan nog een van de betere leerlingen van de klas, vindt Marie Latour, national policy advisor van de European Photovoltaic Industry Association (EPIA). Daar is er tenminste een systematiek in de aanpassingen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Groot-Brittannië. “Wat onze industrie nodig heeft, is voorspelbaarheid”, zegt zij. “Investeerders kunnen niet plannen in een omgeving die abrupt verandert.”

Voorspelbaarheid is er ook in België niet. Maarten Maes, vennoot van Energietech, een Herentse installateur van zonnepanelen, verwacht een “fameuze klap” nu de federale regering het belastingvoordeel van 40 procent in België schrapt. “Een zonnepaneel kon je in zowat vier jaar terugverdienen. De belastingvermindering had daar een groot aandeel in”, zegt hij. In de twee jaar dat de twee vennoten van Energietech bezig zijn, deden ze drie aanwervingen. Hun orderboekje zit vol, maar na het schrappen van de belastingaftrek wordt het afwachten, zegt Maes. Alex Polfliet schat dat de terugverdientijd nu drie jaar langer wordt.

De EPIA verwacht dat zonne-energie met een goed regelgevend kader in het grootste deel van Europa vanaf 2017 competitief kan zijn. In Italië zouden commerciële installaties al vanaf 2014 concurrentieel zijn met fossiele brandstoffen, denkt EPIA. “Tot zo lang zijn speciale tarieven voor de gegarandeerde afname noodzakelijk.”

Handelsoorlog

Ondertussen dreigt de overproductie op een handelsoorlog uit te lopen. SolarWorld Industries America, de grootste Amerikaanse producent van klassieke zonnecellen, loste het eerste schot met een petitie bij het Amerikaanse ministerie van Handel tegen de Chinese ‘dumping’ op de Amerikaanse markt. Mogelijk komen er antidumpingtarieven van 50 tot 250 procent. China Photovoltaic Industry Alliance repliceerde met een klacht wegens dumping van polysilicium door het Amerikaanse Hemlock en het Noorse REC. Polysilicium is de grondstof waaruit de wafers voor de meest populaire zonnecellen worden gemaakt.

Daarmee zit het spel op de wagen. Een handelsoorlog kan een dure zaak worden voor de VS, die dankzij polysilicium hun handelsbalans met China positief kunnen houden in deze niche, meent de gespecialiseerde website Greentech Media. China heeft ook een bondgenoot in de VS met The Coalition for Affordable Solar. Die wijst er vooral op dat de goedkope Chinese panelen zonne-energie competitief maken in de VS en tienduizenden jobs bij installateurs creëren.

SolarWorld, dat in feite een Duitse groep is, probeert ook in Europa een antidumpingprocedure van de grond te krijgen. Dat dikt de complexiteit nog aan. Duitsland is een belangrijke leverancier van productieapparatuur voor de fotovoltaïsche industrie en kwetsbaar voor Chinese tegenmaatregelen. Met Wacker Chemie heeft het ook het nummer twee in polysilicium, net na Hemlock.

Te laat

De Europese en Amerikaanse fotovoltaïsche industrie verschuift nu volop activiteiten naar Azië en zoekt minder concurrentiële niches, precies zoals met andere kapitaalintensieve industrieën in Europa is gebeurd.

Europees commissaris voor Industrie en Ondernemerschap Antonio Tajani wil niet antwoorden op de vraag of meer goedkoop geld het antwoord is op de verschuiving van de fotovoltaïsche industrie naar Azië, zoals de High Level Working Group voorstelt. “De Commissie erkent dat de omkaderingsvoorwaarden voor de fabricage van producten op basis van sleuteltechnologie moeten worden verbeterd”, laat Tajani via zijn assistent-woordvoerster weten. “Volgend jaar komen we met een omvattende en uitgewerkte strategie voor de industriële uitrol van deze technologie op het niveau van de EU.”

De ironie is dat tegen de tijd dat de Europese Commissie haar strategie op punt zal hebben, niet alleen de productie, maar ook de markt naar Azië zal zijn verschoven. Volgens IMS Research maakt Europa volgend jaar nog maar 50 procent van de wereldvraag uit. De VS, China en Japan nemen de fakkel over. China wil tegen 2020 liefst 12 gigawatt piekcapaciteit per jaar operationeel hebben.

BRUNO LEIJNSE

Voor de Europese Commissie haar industriële strategie rond heeft, is ook de markt al naar Azië verschoven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content