Immigratie is niet efficiënt tegen vergrijzing
De auteur is hoofdeconoom bij vermogensbeheerder Petercam.
Reacties: visienoels@trends.be
(1) CPB, Immigration and the Dutch Economy, June 2003.
In al onze buurlanden woedt momenteel de discussie over ‘langer werken’. Sommige bedrijven hebben de stap naar een langere werkweek al gezet, en meteen zijn ook de eerste barsten in het vakbondspantser merkbaar.
Velen vinden ‘langer werken’ en ‘vergrijzing’ twee thema’s die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Ten onrechte: de 40-urige werkweek heeft niets met vergrijzing, maar alles met concurrentiekracht te maken. Wat wél met vergrijzing samengaat, zijn langere loopbanen. En ook immigratie speelt een rol in die problematiek. Voor de tewerkstelling en de concurrentiekracht zien de meesten immigratie als een gevaar; voor het vergrijzingsdebat is immigratie een oplossing, vinden velen.
De vergrijzing en hoe ze in te kleuren. Begin dit jaar schreven de socialistische ministers Johan Vande Lanotte en Frank Vandenbroucke een opiniestuk. Volgens hen zou 2004 een “scharnierjaar” worden. Ze schetsten het beeld van een supertanker die op tijd de demografische klip moest ontwijken. En daarvan moest de voltallige bemanning worden overtuigd.
Een half jaar later merken we dat er blijkbaar verschillende kapiteins op het schip zitten, en dat die allemaal een eigen koers willen varen. Zo liet Steve Stevaert (ook SP. A) vorige week optekenen dat “migratie een groter probleem is dan vergrijzing”. Stevaert gaat ervan uit dat België weliswaar migranten nodig heeft om de demografische schok op te vangen, maar dat dit tegelijk nieuwe spanningen creëert.
Immigratie tot nu toe een economisch fiasco. Een Nederlandse overheidsstudie brengt nu gedeeltelijk helderheid in die paradox. Het Nederlandse Centraal Planbureau (CPB) stelt dat arbeidsimmigratie op grote schaal geen efficiënt middel is om de financiële gevolgen van de vergrijzing te verlichten. Wel kan een beperkte arbeidsmigratie gunstig zijn voor de arbeidsmarkt als de immigranten een hogere opleiding hebben genoten, goede jobvooruitzichten hebben en in moeilijk invulbare vacatures terechtkomen (1).
De CPB-studie is opmerkelijk omdat ze vanuit een economisch oogpunt pleit voor selectieve immigratie. En dat is iets wat in ons land, vanuit een politiek en ethisch oogpunt, op het eerste gezicht onaanvaardbaar is.
Traditionele immigratielanden zoals de VS, Canada en Australië voeren wél zo’n beleid. En daar heeft immigratie inderdaad een positief effect op de financiering van de vergrijzing en de arbeidsmarkt. Maar de Nederlanders wijzen erop dat dit alleen kan omdat er in die landen geen genereus sociaal stelsel bestaat. Met andere woorden: de prikkel om snel zelfbedruipend te zijn, is er erg groot.
Iedereen weet dat België een te lage activiteitsgraad heeft. Nauwelijks 59,7 % van de actieve bevolking is hier aan het werk, tegenover 62,3 % in euroland en 74,5 % in Nederland. Dat heeft te maken met drie grote structurele zwakten in de Belgische arbeidsmarkt: de vroege uitstap van de ouderen , de grote regionale verschillen en de extreem lage participatiegraad van niet-EU-burgers (zie tabel). In Nederland is de economische calculus van niet-EU-migranten negatief, met een participatiegraad van 48,6 %. In België doen ze het nóg slechter, met een participatiegraad van amper 30 %.
Als migratie vandaag het groeipotentieel van de Belgische en Nederlandse economie niet verhoogt en zelfs de overheidsfinanciën bezwaart, dan is het niet verstandig om er een toekomststrategie op te bouwen voor het vergrijzingsvraagstuk. Steve Stevaert zegt dat ons land wel eens zou kunnen worden geconfronteerd met het probleem dat misschien niemand nog naar hier zal willen komen. Merkwaardig, want vanuit economisch oogpunt is het probleem net dat degenen die het groeipotentieel van ons land hadden kunnen opkrikken, nooit zijn gekomen…
De clash der generaties. Migratie, demografie en tewerkstelling zijn alledrie met elkaar verbonden. Dus vereisen ze een langetermijnvisie. Ten eerste zullen de spanningen maar een climax bereiken als het gros van de huidige politici zelf niet langer verkiesbaar is. Ten tweede – en dat is belangrijker – moet het stilaan duidelijk worden dat de oplossingen onmogelijk neutraal voor elke generatie kunnen zijn. Politici verkiezen vandaag graag een oplossing die de lasten naar de volgende generaties verschuift, generaties die nog geen grote kiesgroep vormen of zelfs nog niet naar de stembus mógen trekken. Kijk maar naar de eerste discussies over het brugpensioen en de pensioenleeftijd: “voor de huidige generatie moet alles bij het oude blijven, pas de volgende generatie zal langzaam worden uitgesloten van brugpensioen”. De te hoge pensioenrechten voor de huidige generatie worden nooit in vraag gesteld.
Allemaal ingrediënten die in de toekomst tot een sterk sociaal conflict kunnen leiden tussen ouderen en jongeren, tussen werkenden en inactieven, tussen zij die voor hun pensioen hebben gespaard en de anderen, tussen de gepriviligieerden die een overheidspensioen krijgen en degenen met een pensioen uit de marktsector.
De oplossingen die de politici momenteel voorstellen, falen op twee vlakken. Ten eerste hebben onze beleidsmakers geen oog voor de intergenerationale neutraliteit. Ten tweede snappen ze niet dat het huidige immigratie- en integratiebeleid de demografische tijdbom niet onschadelijk, maar integendeel explosiever zal maken.
Geert Noels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier