‘Ik wil het opnemen voor de gestigmatiseerde minderheid’
Meestal zijn Belgen niet chauvinistisch. Maar over hun gezondheidszorg zijn ze unisono positief: toegankelijk, betaalbaar en van wereldklasse. Mooie woorden, die meer dan ooit ter discussie staan. “We beleven het einde van een tijdperk”, beseft Luc Van Gorp, topman van de Christelijke Mutualiteiten.
In ons land is de ziekteverzekering een monster van bijna 25 miljard euro. Dat geld wordt grotendeels door de sociale partners gefinancierd. Over hoe het wordt uitgegeven plegen de regering, de zorgverstrekkers en de ziekenfondsen overleg in de cenakels van het Riziv. Meer dan ooit neemt de druk op dat model toe. Bij de jongste begrotingscontrole moest vooral de ziekteverzekering extra inspanningen leveren. Verbaal reageerde zowat iedereen. Op straat bleven de gevolgen beperkt tot wat beschaafde betogingen.
“We beleven het einde van een tijdperk”, besluit Luc Van Gorp desondanks. Uit zijn mond klinkt dat als een vonnis. Van Gorp hoort als voorzitter van de landsbond van Christelijke Mutualiteiten tot het kransje zwaargewichten in de ziekteverzekering. Hij vertegenwoordigt bijna een op de twee Belgen aan de onderhandelingstafels van het Riziv. Maar pessimistisch wil de christelijke topman niet zijn.
In november ondertekende u een pact met minister Maggie De Block (Open Vld). Bent u daar blij mee?
LUC VAN GORP. “Ik ben tevreden dat er een pact is. Het initiatief kwam van het kabinet-De Block en komt er op een moment dat de rol van de ziekenfondsen wordt gecontesteerd. Ons systeem staat bovendien voor grote uitdagingen door de regionalisering van een aantal domeinen in de zorg. Dat een minister de moed had om kleur te bekennen, is belangrijk.
“Inhoudelijk ben ik ook tevreden. We krijgen een nieuwe rol, maar onze taak in het medebeheer van de ziekteverzekering wordt versterkt. Onze nieuwe taken zitten in het opnemen van een begeleidende en coachende rol. We krijgen ook een stem in het bepalen van gezondheidsdoelstellingen. Bovendien is er aandacht voor de manier waarop we omgaan met kennis en met cijfers die we ter beschikking hebben in het Intermutualistisch Agentschap. Dat alles in het kader van de verplichte en de verplicht aanvullende verzekering. De hospitalisatieverzekering valt buiten het pact. We vinden het ook positief dat de verplicht aanvullende verzekering moet kunnen dienen als voorportaal voor de verplichte verzekering.”
Volgens het pact mag de aanvullende verzekering enkel nog evidence based zijn. Saunabezoek hoort daarin niet langer thuis?
VAN GORP. (Lacht) “Nee, geen saunabezoeken meer. Zulke zaken zijn weleens gebruikt om leden aan te trekken. Dat moet stoppen. Nogmaals, inhoudelijk zijn we positief over het pact. We hebben er graag en constructief aan meegewerkt. We hadden dan ook meer te verliezen dan te winnen.
“De kern is dat we voor grote uitdagingen staan. Er gebeurt veel in de wereld. We aanschouwen moordpartijen en aanslagen. Toen ik filosofie studeerde, is mij geleerd dat veiligheid een primaire taak van de overheid is. Vandaag lijkt zelfs dat niet meer zo vanzelfsprekend. Los daarvan is de wereld volop aan het veranderen. Niet iedereen kan voor zichzelf zorgen. Vandaag zijn er een heel pak mensen die niet meer mee kunnen. Ik ga soms mee aan onze loketten zitten. Daar word je niet geconfronteerd met de modale onbezorgde burger. Aan onze loketten staan mensen die proberen te overleven ondanks hun beperkingen en met hun ziekte, kleine uitkering of familiale problematiek. Je kunt kiezen om enkel voort te doen met de groep van de samenleving die aan de goeie kant van de scheidingslijn zit en besluiten om aan de andere 15 procent niet veel tijd te verspillen. Maar ik geloof daar niet in. Kijk, ik werk voor CM. Wij proberen altijd voor de volle 100 procent te gaan. Ik wil het opnemen voor de gestigmatiseerde minderheid.”
Het pact vraagt ook meer transparantie van de ziekenfondsen en verlangt dat ze transformeren tot gezondheidsfondsen. Een goede zaak?
VAN GORP. “Natuurlijk is transparantie een goede zaak. Wij zijn blij met het geld dat we van de samenleving ontvangen. Het spreekt voor zich dat de samenleving mag controleren of we dat ook goed besteden.
“Bij CM zijn we al langer overtuigd dat we naar een gezondheidsfonds moeten evolueren. Wat is het verschil met een ziekenfonds? Het ene concentreert zich op het leven en het andere op ziekte. De grootste groep van onze leden is niet ziek. Ik ben opgeleid als verpleegkundige, en destijds werd gezondheid gedefinieerd als het fysiek, psychisch en sociaal welbevinden. Als je dat voor 100 procent hebt, dan ben je gezond. Dus eigenlijk is niemand volledig gezond (lacht). Maar ik heb ook filosofie gestudeerd. Uiteindelijk volstaan die drie elementen niet om gezondheid te definiëren. Anders zouden we niet zoveel zelfmoorden hebben. Er is ook een existentiële component van zingeving nodig. Dat hoeft overigens niet aan religie gekoppeld te zijn.
“Gezondheidsfondsen moeten de gezondheid in al die aspecten bevorderen. Die existentiële component wordt volgens mij trouwens belangrijker. Elk jaar stijgt onze levensverwachting. Nu is dat voor mannen ongeveer 84 jaar. Maar volgens sommige artsen is de biologische leeftijd van de mens beperkt tot 90 jaar. Die levensverwachting zal dus niet tot in de eeuwigheid opschuiven. Als ik in een woon-zorgcentrum kom, dan zie ik hoe mensen vandaag anders naar de wereld kijken dan vijftig jaar geleden. Ik ben nog nooit iemand tegengekomen wiens doel het is om zo oud mogelijk te worden. De meeste rusthuisbewoners zeggen zelfs het tegenovergestelde.
“Belgen slikken te veel antidepressiva. Mijn zestienjarige zoon vraagt zich dan ook af waarom de wereld de focus legt op iedereen zo lang mogelijk te laten leven, zonder uit te leggen hoe ze intussen gelukkig moeten zijn. Ik zie de nieuwe rol van de ziekenfondsen dan ook breder dan het begeleiden van louter fysieke therapie. Nochtans gaat nu 90 procent van het geld uit de ziekteverzekering naar de fysieke gezondheid en over de rest zwijgen we zedig. We hebben een nieuwe visie op de gezondheidszorg nodig waar het beschikbare budget eerlijker wordt besteed. In dat verband ben ik ook blij dat we met andere ziekenfondsen samen gezondheidsdoelstellingen in kaart gaan brengen en vanaf 2018 ook zullen uitvoeren. Ook preventie krijgt daarin een belangrijke plaats.”
Dat is toch een regionale materie, terwijl uw budgetten federaal zijn?
VAN GORP. “Dat staat elkaar niet in de weg. Ons takenpakket wordt ruimer. Alle ziekenfondsen samen krijgen iets meer dan 1 miljard om de invaliditeitsuitkeringen uit te betalen en de ziekteverzekering te beheren. Van dat miljard is ongeveer 750 miljoen voor het beheer van de ziekteverzekering. Als je dat vergelijkt met de bedragen die we uitbetalen voor het Riziv, dan liggen onze werkingskosten rond 3 procent. Ik denk dat weinig organisaties beter doen. Sterker nog: wie het beter kan, mag het gerust van ons overnemen. Op voorwaarde dat ze ook al onze andere taken overnemen.”
Vraagt u nu extra budget?
VAN GORP. “In 2016 bespaarde de regering al 50 miljoen op ons administratiebudget, in 2017 en 2018 komt daar telkens nog eens 25 miljoen bij. En daarvoor hadden we al 20 miljoen euro ingeleverd. Dat is in totaal een aderlating van 120 miljoen. We zitten in een digitaliseringsmodus, en we zijn er absoluut voor dat die digitalisering er komt, maar de middelen die daardoor vrijkomen moeten nu wel kunnen gaan naar de 66 actiepunten die in het pact met De Block staan. Je kunt niet verwachten dat we ons als een gezondheidsfonds gedragen en daar vervolgens geen middelen tegenover zetten.
“Als er verder op de administratiekosten wordt beknibbeld, moet er worden gepraat over welke stukken van het pact we wel of niet uitvoeren. Vergelijk het met een huis bouwen: als je budget krimpt, stap je ook naar de architect om het plan te hertekenen.”
Intussen leeft u met de artsensyndicaten op voet van oorlog. Zij vinden vooral uw kruistocht tegen de eresupplementen een probleem.
VAN GORP. “Het gaat niet om de eresupplementen. We gaan naar het einde van een systeem, met een snelheid die onze leden in de problemen zal brengen. Ontkennen verandert niets aan de realiteit. De afgesproken groeinorm van 1,5 procent wordt niet gerespecteerd, terwijl de noden groter worden. Als beheerder van de ziekteverzekering worden we bovendien geresponsabiliseerd als er een tekort is. Eigenlijk is het alsof je 100 euro krijgt om iets van 102 euro te betalen. Een jaar later worden die 2 euro meeruitgaven nog eens afgetrokken van je budget. In zo’n context is het toch logisch dat er spanningen ontstaan?
“De spelregels van onze financiering aanpassen zolang de hervormingsplannen van de ziekenhuisfinanciering of de nomenclatuur nog niet klaar zijn, veroorzaakt spanningen op de diverse banken van de ziekteverzekering. Je moet dus niet verbaasd zijn dat de sociale partners, de zorgverstrekkers en de verzekeringsinstellingen in de clinch gaan met elkaar en het overlegmodel dreigt te ontsporen. Ik betwijfel of eenzijdige maatregelen van de regering in zo’n situatie de oplossing zijn. Wij moeten dringend samen een gemeenschappelijke visie op gezondheid ontwikkelen.”
Waar moet die consensus worden gevonden?
VAN GORP. “Je hebt geen nieuwe structuren nodig, maar zet beter de juiste mensen bij elkaar die de verantwoordelijkheid willen nemen om dat gesprek aan te gaan. Veel vergaderingen in de schoot van het Riziv zijn te weinig transversaal. Een visie op gezondheidszorg ontwikkel je door alle mensen in bad te nemen; inclusief patiëntenverenigingen, ziekenfondsen, sociale partners en de overheid. Ik merk dat minister De Block in die richting tracht te werken, maar tegelijk dat de regering niet applaudisseert, maar juist de besparingsdruk verhoogt.”
U vindt dat we beter besparen op straaljagers dan in de ziekteverzekering?
VAN GORP. “Vanuit ethisch oogpunt wel. Natuurlijk is algemene veiligheid belangrijk, maar die kunnen we blijkbaar toch niet waarborgen. Wij beseffen als ziekenfonds dat we in een nieuw tijdskader zitten. De patiënt dient zich anders aan. Hoe moeten we de middelen het beste besteden? We zijn vooralsnog geconditioneerd om zo oud mogelijk te worden. Dat is niet wat iedereen vraagt. We zullen ons systeem eensgezind moeten hertekenen.”
Moet iemand van 90 jaar zijn zorgen nog terugbetaald krijgen?
VAN GORP. “Natuurlijk. Ik zeg alleen dat we niet enkel op het fysieke moeten inzetten, maar ook op andere sociale en existentiële vlakken. Daarop is onze ziekteverzekering onvoldoende georganiseerd. Natuurlijk willen ouderen nog graag kwaliteitsvol leven, maar ze worstelen vaak met eenzaamheid, met relaties met kinderen. In tegenstelling tot wat we denken, zijn ouderen niet gelukkiger.”
U bent voorstander van de euthanasiewetgeving?
VAN GORP. “Ik vind het goed dat die er is, ja. De wetten van 2002 omvatten trouwens meer dan euthanasieregels. Het gaat ook om palliatieve zorg en patiëntenrechten. De patiënt heeft een kader gekregen waardoor hij mee kan kiezen wat hij niet wil. Dat heeft onze manier van naar het leven te kijken veranderd. De patiënt krijgt nu een regisseursrol. En daarom is de wet over de rechten van de patiënt zo belangrijk. En toch kennen we die veel minder.”
Intussen loopt het systeem verder vast. Neemt de regering haar verantwoordelijkheid door te besparen?
VAN GORP. “Als de besparingen tot gevolg hebben dat er niets verandert en als we volgend jaar opnieuw moeten besparen, dan is het huidige beleid pervers. Dat is onze boodschap vandaag. Unisono bij alle ziekenfondsen. Als de besparing tot gevolg heeft dat er een gesprek op gang komt over onze ziekteverzekering, dan is dat een goede zaak. Alle ziekenfondsen hebben tezamen een toekomstvisie geschreven. Die Visienota 2030 moet op tafel komen. De zorgverstrekkers hebben ze ontvangen, het kabinet-De Block en de regering ook. Het draait om de vraag of we bereid zijn op termijn anders naar de zorg te kijken. Het kabinet heeft duidelijk de intentie het gesprek aan te gaan, maar werd geconfronteerd met extra besparingsdruk. Die besparingen zijn nu gebeurd. Ik ga ervan uit dat die een hefboom kunnen zijn in de toekomst. De kwestie is: zijn we bereid te veranderen of zijn we dat niet?
“We zitten op een scharniermoment. Blijft alles zoals het was, omdat we blind zijn voor de veranderende samenleving, dan loopt het vast. Het tijdskader verandert: mens en patiënt dienen zich anders aan. We leven in een multidiverse en technologische samenleving. Als we die uitgangspunten niet detecteren, maar ons enkel op de 85 procent concentreren, gaan we het failliet van ons systeem tegemoet. Sociaal en financieel-economisch.”
De moderne geneeskunde wordt almaar technologischer en duurder. Onbetaalbaarheid dreigt. Is het een oplossing in een basis voor iedereen te voorzien en de rest voor te behouden voor de aanvullende privéverzekering?
VAN GORP. “Neen. Ik ben niet bereid om voor minder dan 100 procent te gaan. Solidariteit is gebaseerd op het principe van samen iets bij elkaar te leggen om het dan te herverdelen. Zonder daar zelf profijt van te hebben. Ik ben bijvoorbeeld nog nooit ziek of werkloos geweest. Ik heb dus nog nooit van al mijn RSZ-bijdragen kunnen genieten. Privéverzekeringen zijn geen oplossing voor een gebrek aan solidariteit. Er vallen dan nog steeds mensen uit de boot. Soms lijkt het wel alsof we op ramkoers met de solidariteit zitten. Ik weiger echter in een systeem te stappen waar we een lijn trekken, voor wie het kan en niet kan betalen.”
Bespaart de regering-Michel te veel in de sociale zekerheid?
VAN GORP. “Absoluut. Sterker nog: de besparingen in de sociale zekerheid worden gerealiseerd. De besparingen die elders niet worden gerealiseerd, worden bij de volgende begrotingsopmaak opnieuw op de sociale zekerheid afgewenteld. Zo wordt het spel nu gespeeld. Sommigen vinden dat allicht een goede zaak, maar volgens mij is het gewoon pervers. Ik kan enkel proberen op een redelijke manier een stem te blijven geven aan de mensen die uit de boot vallen. De slinger is nooit eerder zo ver doorgeslagen in de richting van het soigneren van mensen die de middelen en mogelijkheden wel hebben, terwijl de afvallers harder dan ooit worden aangepakt.”
Is een honderd procent inclusieve maatschappij geen illusie?
VAN GORP. “Ik ben voluit christen en sta met beide voeten in de realiteit. In de kerststal wordt een kind van een gesluierde vrouw en een man met een baard geboren in een schamel hok met een os en een ezel. Dat is een verhaal van 2000 jaar geleden, maar het is niet ondenkbaar dat het nu ergens op de wereld opnieuw gebeurt. Mij gaat het om het symbool van de kerststal met een kwetsbaar kind. Kom je vandaag kwetsbare kinderen tegen als je door Brussel loopt? En waarom hebben we de neiging om die weg te steken? Als mensen in pyjama, vuil of ongewassen aan een CM-loket komen, moeten we die niet laten vallen. Ook dat is onze rol. Heb ik ooit als nachtverpleger iemand laten links liggen, omdat hij had gedronken of een misdaad gepleegd? Je laat die mensen niet stikken, ook al hebben ze een probleem. Ik vind dat we daarin persoonlijk moeten zijn, onze leden verrassen door meer te doen dan ze verwachten, eerder dan ze aan hun lot over te laten omdat ze een probleem hebben.”
Roeland Byl
“De spelregels van onze financiering aanpassen zolang de hervormingsplannen van de ziekenhuisfinanciering of de nomenclatuur nog niet klaar zijn, veroorzaakt spanningen”
“De slinger is nooit eerder zo ver doorgeslagen in de richting van het soigneren van mensen die de middelen hebben, terwijl de afvallers harder dan ooit worden aangepakt”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier