Ik bel je wel
Prijsdalingen en eenvoudiger gebruik brengen videoconferentiesystemen stilaan in het bereik van elk bedrijf. Tegelijk maken files en het zakendoen ‘op internettijd’ de techniek aantrekkelijker. Een afknapper blijft de kost van de verbinding.
Videoconferencing Systems NV, de Europese vestiging van VSI Enterprises in Aartselaar, heeft zich los gekocht van het moederbedrijf en heet voortaan Glovicom – kortschrift voor Global Vision in Communication. De management buy-out hoeft niet te verwonderen. Het Amerikaanse VSI Enterprises, één van de pioniers in videoconferentiesystemen, zit aan de grond. Nieuwe spelers hebben het voortouw genomen in een niche die volop in beweging is. Deze nieuwe generatie, met Polycom Inc als boegbeeld, biedt kwalitatief aanvaardbare, maar vooral ook fors goedkopere conferentiesystemen voor kleine groepen. GartnerGroup voorspelde vorig jaar een prijsdaling met 40% in deze categorie. Gedelegeerd bestuurder Paul D’Haeyer van Glovicom legt de lat op een derde tot de helft. “De compacte toestellen kostten vroeger 750.000 tot één miljoen frank. Nu heeft u iets gelijkaardigs voor 500.000.” Het instapmodel van Polycoms Viewstation, een set-top box die bovenop een tv wordt gezet, kost 200.000 frank. En er is ook geen technicus nodig om hem te bedienen. Een tweede fundamentele trend is – het zal u niet verwonderen – videoconferentie over het Internet Protocol (IP), waarvoor de producenten zich nu warmlopen. “Daar wordt veel over gepraat, maar voor we dat hier vorig jaar zelf hadden opgebouwd, hadden we dat nog nooit in werking gezien,” zegt Paul D’Haeyer. De verschuiving van videoconferentie over ISDN-lijnen naar ‘video over IP’ betekent dat de sector nieuwe kennis moet binnenhalen en dat er allicht nieuwe concurrenten in de markt zullen verschijnen. Glovicom heeft alvast drie ‘ Cisco Certified’ medewerkers in dienst en verwacht van extra inkomsten te puren uit de auditing en consultancy rond de geschiktheid van bedrijfsnetwerken voor videoconferentie over IP. De overgang zal overigens geleidelijk verlopen: fabrikanten brengen toestellen op de markt die zowel via ISDN als via IP kunnen werken.
Intel-voorzitter Andy Grove noemde videoconferencing vorige maand in The Wall Street Journal “een plausibel verhaal dat nooit heeft gewerkt.” Zijn bedrijf heeft massaal in de ontwikkeling van videoconferencing geïnvesteerd en het resultaat is – zacht uitgedrukt – matig. De videoconferentiemarkt valt uiteen in desktopproducten, set-top boxen, rollabouts en conferentiezalen.
Intel is met zijn ProShare-producten een dominante speler in de desktopvideoconferentie en het is precies daar dat de markt zich niet ontwikkelde zoals verwacht. “In de voorbije zeven à acht jaar klonk het telkens: volgend jaar zal het gebeuren,” zegt Paul D’Haeyer. Desktopvideoconferentie zou profiteren van de alomtegenwoordigheid, de stijgende verwerkingskracht en de relatief lage prijs van de pc. “Men vergat dat videoconferentie over ISDN-lijnen liep en dat de communicatiekosten even hoog bleven, onafhankelijk van het systeem. In de standaardtarieven van Belgacom kost 128 kilobyte/seconde naar de Verenigde Staten 2380 frank per uur (zonder BTW). Wie een hogere kwaliteit wil, heeft 384 kbps nodig en betaalt drie keer zoveel. En die verbinding mag – in tegenstelling tot een gewoon telefoongesprek – niet gecomprimeerd zijn. Weinig alternatieve operatoren bieden daarom videoconferentie aan.” Daarbij kwam het bekende stabiliteitsprobleem van pc’s. Zegt bestuurder Raymond Robaye van Glovicom: “Het klassieke probleem is: u installeert nieuwe software, overschrijft daardoor programmamodules (dll’s) en de zaak werkt niet meer. Die pc was dus een ‘persoonlijk’ systeem, maar hij werd toch maar apart gezet.”
‘Video over IP’ moet desktopvideoconferentie redelijkerwijze populair maken, maar alles blijft afhangen van de performantie van het eigen lokale netwerk en van de verbinding naar andere lokale netwerken. “Ook daar is veel bandbreedte nodig voor een lage prijs. Dat zal over twee-drie jaar zijn opgelost,” verwacht Paul D’Haeyer.
Zydacron, een particuliere Amerikaan, is de rijzende ster in desktopvideo en leverde de kerntechnologie voor Intels groepssysteem TeamStation. Pionier Picturetel, in België verdeeld door Telindus, participeert in Zydacron. Intel nam een jaar geleden dan weer 10% in Picturetel, waarmee het nu samen pc-gebaseerde systemen ontwikkelt en vermarkt. Desktopsystemen kosten 20.000 tot 150.000 frank en kenden het afgelopen jaar weinig prijsevolutie, zegt Paul D’Haeyer.
Een stapje hoger in de markt zijn de set-top boxen à la Polycom die gewoon op een tv worden gezet. Ook Picturetel, Vtel en Sony zijn sterke spelers. “Set-top boxen dekken 70% van de behoeften voor een groepsvideoconferentie,” meent Raymond Robaye. Op de Polycom-modellen kan een documentcamera en een videorecorder worden aangesloten. Er is afstandsbediening en een tafelmicrofoon en via de aansluiting op het bedrijfsnetwerk kunnen ook Powerpoint-presentaties worden getoond. De doorbraak van het afgelopen jaar was de introductie van betaalbare (660.000 frank) ‘multipoint’-versies – met een verbinding tussen verschillende – maximum vier – locaties. De beschikbare bandbreedte moet dan wel over het aantal verbindingen worden verdeeld. Het opzetten van multipoint-videoconferenties was vroeger een technisch hoogstandje, maar dit soort apparatuur maakt dat veel eenvoudiger, meent GartnerGroup.
De top ten slotte zijn de echte videoconferentiezalen, die beginnen vanaf verplaatsbare ‘rollabouts’ van 1,2 miljoen frank en gaan tot maatwerk. “De prijsdaling in deze categorie bleef vorig jaar beperkt tot 10% à 15%,” meent Paul D’Haeyer. De prijs hangt af van de kwaliteit van de camera’s, de inrichting, de bijkomende apparatuur enzovoort. De veertig studio’s van het Zwitserse farmabedrijf Hoffman La Roche waren voor Glovicom een project van ruim 4 miljoen dollar.
Multinationale hoofdkwartieren zijn dan ook nog altijd de grootste markt voor videoconferentiesystemen. ” Janssen Pharmaceutica heeft nu tien videoconferentiezalen, alleen al in Beerse,” zegt Raymond Robaye. “Videoconferentie is voor dergelijke firma’s niet langer een nice to have, maar iets wat elke afdeling bij zich wil, omdat ze anders moeten aanschuiven.”
BRUNO LEIJNSE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier