IJspret in Polen
De diepvriesgroentefabrikant Pinguin nam vorige week een participatie in de Poolse groenteverwerker Elsner. Oost-Europa wordt de nieuwe speeltuin voor de top van de West-Vlaamse groenteverwerkers. “De hele milieuproblematiek die in Vlaanderen ophef maakt, is in Oost-Europa niet aan de orde.”
Met een participatie van 25,5% in Elsner, de op één na grootste groenteverwerker van Polen, bevestigt Pinguin andermaal zijn pioniersrol. De West-Vlaamse producent van diepvriesgroenten tekende in 1999 ook al voor de eerste (en vooralsnog enige) beursgang uit de sterk geconcentreerde sector. En Pinguin was ook toonaangevend in de defamiliarisering van zijn management, een voorbeeld dat schoorvoetend werd gevolgd door de andere belangrijke spelers uit de regio. En nu zet het bedrijf van de neven Dejonghe dus als eerste voet op Oost-Europese bodem.
Om die Oost-Europese expansie te onderbouwen, trekt Pinguin zijn kapitaal op met 1,56 miljoen euro. Daarvoor tekenen de twee Franse landbouwcoöperatieven SILL en Lurberri, die al participeren in de Franse activiteiten van Pinguin. SILL en Lurberri brengen respectievelijk 1 miljoen en 560.000 euro in, en verwerven zo samen 5,5% van Pinguin. Aan het belang in Elsner kleeft de optie om binnen het jaar de helft van de aandelen te verwerven. De huidige eigenaar en verkoper is de Oostenrijkse coöperatieve landbouwkredietbank Raiffeisenkas.
Voor de commercialisering op de Poolse markt sloot Pinguin een samenwerkingsakkoord met Globus. Dat is met 125 miljoen euro omzet de belangrijkste Hongaarse producent van groenten in zowel diepvries als in blik en glas, en marktleider in Oost-Europa. Globus noteert op de beurs van Frankfurt en Budapest. Jan Dejonghe, financieel directeur van Pinguin: “De synergie met Pinguin situeert zich vooral op het gebied van diepvriesmaïs. Samen produceren Pinguin en Globus 30.000 ton diepvriesmaïs, een strategisch volume op de totale Europese productie van 90.000 ton.” Elsner heeft vier productievestigingen met 400 werknemers. De productiecapaciteit van 35.000 ton genereert een omzet van 25 miljoen euro. Elsner, dat al leverancier was van Pinguin, verwerkt voornamelijk ajuinen, bloemkolen, broccoli en spruiten.
De overname van het Poolse bedrijf strookt met de ambitieuze koers die Pinguin wil varen, zegt Dejonghe. “We streven ernaar om in de komende drie tot vijf jaar onze omzet te verdubbelen, en tot de Europese topdrie te behoren.” Dat moet gebeuren via strategische allianties en overnames, zoals nu met Elsner. Als opwarmer werd eerst een alliantie aangeknoopt met Primel, de Franse marktleider in diepgevroren bereide gerechten. “Die commerciële samenwerking opent deuren die tot dusver voor ons gesloten bleven,” weet Dejonghe, “zoals de supermarktketens Intermarché en Picard.” Frankrijk is voor Pinguin op geen tijd uitgegroeid tot de tweede belangrijkste productie- en afzetmarkt.
Oost-Europa ontvangt met open armen
De West-Vlaamse driehoek Langemark-Staden-Ardooie, ook wel Europa’s groentetuin genoemd, maakte na jaren van groei plots een heuse crisis mee. In 1999 kromp de West-Vlaamse productie van diepgevroren groenten met maar liefst 15% ten opzichte van het jaar ervoor, om nooit meer te herstellen tot zijn gangbare niveau. Dat had voor een groot deel te maken met de toenemende schaarste van de grondstoffen. Bepaalde gewassen, zoals wortelen en schorseneren, zijn door bodemuitputting niet meer te winnen in Flanders fields. Bovendien is het grondwater in de regio zo intensief opgepompt – onder meer door de textielindustrie-, dat de overheid beperkende maatregelen heeft opgelegd. Even nefast zijn de terugkerende problemen met de bevoorrading door het slechte weer.
“Vandaar het belang om de bevoorrading te spreiden over verscheidene landen,” zegt Jan Dejonghe. Waren tot dusver vooral Frankrijk, Nederland en enkele zuiderse landen ideale wingebieden, nu kijkt de sector belangstellend richting Oost-Europa. “Polen, Hongarije en Roemenië zijn inderdaad interessante grondstofmarkten,” beaamt Dejonghe. “Enerzijds om die spreiding van de bevoorrading, anderzijds als nieuwe afzetmarkt. De poort naar Rusland is daar heel dichtbij.” Voor hem is het duidelijk: het West-Vlaamse wingebied heeft aan aantrekkingskracht ingeboet. “Wie dit nu nog niet begrepen heeft, en die mensen zijn er, slaat de bal compleet mis. Met als gevolg dat in vijf à tien jaar enkele producenten hier noodgedwongen hun deuren moeten sluiten.”
Dat dit nieuwe wingebied de mogelijkheid biedt om het landbouwersprotest hier een beetje in te perken, is allicht ook aardig meegenomen. Vorig jaar barste de bom bij de groenteboeren, die vonden dat ze te weinig vergoed werden voor hun producten. “We hebben toen een verhoging doorgevoerd van 2% à 3%,” protesteert Dejonghe.
Lucien Perneel, voorzitter van de Provinciale Vakgroep Grove Groenten, is minder onder de indruk. “Wij hadden een lineaire verhoging van 10% gevraagd. Toegegeven, wat veel, maar we zagen het als een inhaalbeweging.” Perneel ziet geen bedreiging in de Oost-Europese queeste van de diepvriesproducenten. “Als je ziet welke investeringen hier de jongste jaren zijn gebeurd, dan zie ik ze die oefening ginds niet snel overdoen.” In 1998 kende de investeringsdrang in de sector inderdaad een ongeziene piek van ruim 60 miljoen euro. Pinguin investeerde in drie jaar tijd 33 miljoen euro. “Ik geloof dat Pinguin momenteel financieel slecht geplaatst is om nieuwe overnames te bekostigen,” denkt Perneel hardop.
Secretaris Romain Cools van de Vereniging voor Groenteverwerkende Bedrijven ( VeGeBe) ziet wél wat in de Oost-Europese piste. “Europa is volop bezig met het voorbereiden van een vrijhandelszone met de Warschaupact-landen en stelt er volop middelen ter beschikking. Oost-Europa ontvangt ons met open armen en is bovendien leergierig.” Ook de Vlaamse bodemstructuur met zijn irrigatieproblemen, de bemestingsnorm, de afbakening van de kwetsbare gebieden, kortom de hele milieuproblematiek die in Vlaanderen ophef maakt, is in Oost-Europa vandaag niet aan de orde. “Binnen enkele jaren krijgt men daar misschien dezelfde vragen, maar wie zijn kostenplaatje vandaag moet maken heeft daar weinig aan.”
En de voedselveiligheid dan? “De schaal van de akkerbouw is er zoveel groter, dat het certificeren en traceren alleen maar eenvoudiger wordt. We moeten in Vlaanderen een veelvoud van landbouwbedrijven certificeren voor eenzelfde productie als in pakweg Polen.” Tel daar de consolidatie van de grote afnemers bij die ook volop hun aanwezigheid in Oost-Europa aan het uitbouwen zijn, en het plaatje is compleet.
Regionale samenwerking mislukt
Iedereen die de sector kent, weet dat een tiental bedrijven in een straal van zeventig kilometer rond Roeselare instaat voor een kwart van de totale productie van diepgevroren groenten in Europa. Iedereen weet ook dat dit amalgaam van bedrijven, met een schaalgrootte die schommelt tussen de 40.000 ton en 350.000 ton op jaarbasis, historische en familiale banden heeft. Een jaar geleden verklaarde Dejonghe in Trends dat ze beter zouden uitkijken naar mogelijke samenwerking, en hij herhaalt die stelling vandaag.
Meer nog, hij heeft met een ander bedrijf uit de regio de oefening gemaakt. “Maar toen het erop aankwam, durfden ze de stap niet te zetten.” Wat hem tot de bedenking brengt dat eventuele fusies in een eerste fase niet in de regio zelf zullen totstandkomen. “Al sta ik open voor elke bespreking met om het even wie. Zolang die samenwerking leidt tot synergie en aansluit op onze missie. Op langere termijn is er geen alternatief.”
Lieven Desmet [{ssquf}]
“Het West-Vlaamse wingebied heeft aan aantrekkingskracht ingeboet. Wie dit nu nog niet begrepen heeft, slaat de bal compleet mis.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier