Iedereen een rode loper
Een nieuwe wielerploeg en een overnamebod op het failliete textielbedrijf Louis De Poortere zetten de Oost-Vlaamse groep Domo de voorbije weken in de schijnwerpers. Maar ook binnenskamers voert Jan De Clerck een charmeoffensief: alle managers kunnen hun eigen tapijt uitrollen en sinds begin dit jaar is corporate governance wet. Een beursgang staat in de sterren geschreven.
Als Louis De Poortere alsnog in handen valt van Domo, zal het management in Oudenaarde waarschijnlijk blij verrast zijn. Voorzitter Jan De Clerck waagde met zijn team al twee keer een overnamebod. De merknaam Louis De Poortere heeft immers veel gewicht in de wereld van het tapyt. “U moet maar aan de curator vragen wat onze kansen zijn om LDP binnen te rijven; of aan de banken,” reageert gedelegeerd bestuurder Dirk Degrauwe met een veelbetekenende blik. De jager is er van overtuigd dat zijn prooi zal ontsnappen. Toch blijven de leden van het directiecomité er ontspannen bij; de beslissing ligt niet meer in hun handen.
De Vlaamse textielsector
kent moeilijke tijden. Door overcapaciteit zijn heel wat bedrijven verplicht om ofwel de deuren te sluiten, ofwel concurrenten over te nemen. Voorts drukken de hoge olieprijzen op de marges en kreeg de markt een ferme klap toen de vraag uit Rusland bevroor. En dan speelt nog de knaagkracht van de harde vloerbedekkingen, zeg maar de laminaatparketten. Die kennen al jaren een spectaculaire groei en wisten marktaandeel in te pikken van de tapijtproducenten.
Maar bij Domo (groepsomzet: 21,7 miljard frank) valt er van die spanning niet veel te merken. Het management is jong – de gemiddelde leeftijd bedraagt 35 jaar – en er heerst een vlakke hiërarchie. In het directiecomité van de groep zitten de general managers van de drie business units: Frank De Cooman van Fibres & Yarns, Alex Segers van Chemicals & Polymers en Kurt Decat van Floorcoverings. Voorts zetelen voorzitter Jan De Clerck en gedelegeerd bestuurder Dirk Degrauwe erin, evenals financieel directeur Jan Gesquière, marketingdirecteur Dennis De Jonckere en communicatiemanager Eric Coplo.
Het was niet eenvoudig om het directiecomité voor een afspraak te strikken. “Er wordt hier hard gewerkt,” verklaart Kurt Decat. Wielergod Patrick Lefevere komt toevallig langs en schuift bij. Hij heeft het over no-nonsense en is onder de indruk, al is Lefevere bij Mapei natuurlijk een zwierige snit met Italiaanse dramatiek gewoon. “In pakweg vier meetings hadden we de zaak over de Domo-wielerploeg rond,” grijnst hij.
Zijn eerste contactpunt was marketingdirecteur Dennis De Jonckere, die nog geen vol jaar bij Domo zit. Hij volgde in november vorig jaar Jim Carr op, die naar de Nederlands-Duitse concurrent Desseaux vertok. De Jonckere moet bij Domo marketing tot een belangrijk wapen uitbouwen. Totnogtoe dreef de sector op productinnovatie of zocht flexibele antwoorden op de schommelende vraag. Om aan de overcapaciteit het hoofd te bieden, veranderde Domo het geweer van schouder. De Jonckere – van opleiding boekhouder – kan twintig jaar marketingervaring voorleggen. Belangrijke carrièrestops waren de voedingsgroep Vandemoortele, Boss Paints en tot vorig jaar Sunair. Is de overstap van toerisme naar textiel, waar marketing nog een onontgonnen terrein is, niet vreemd? “In de tapijtdistributie bestaat branding wel, maar dan voornamelijk op de prijs. Wij moeten naar een marketinggerichte communicatie die de kwaliteiten van tapijt beklemtoont.”
De idee om een overnamebod op Louis De Poortere te doen, kwam niet van Jan De Clerck. In de huidige structuren van Domo werken de drie business units een eigen overnamebeleid uit. Dat moet uiteraard wel de goedkeuring meekrijgen van het hele directiecomité en – via de raad van bestuur – ook van de aandeelhouders. Maar in principe krijgen de managers de vrijheid om een dergelijk dossier voor te bereiden en uit te werken.
Dat was deze zomer ook zo toen Domo in Zuid-Afrika twee kleinere textielproducenten overnam: Van Dyck Carpets en Protex. Waarnemers gaan ervan uit dat Domo hiermee de leiderspositie aanvalt van Stefaan Colle, zwager van Jan De Clerck en directeur van de Zuid-Afrikaanse Beaulieu-tak. Dirk Degrauwe: “Jan treedt bij acquisities zelden op de voorgrond. Dat maakt ons acquisitiebeleid objectief onderbouwd. Familiebanden spelen in geen geval mee; ook niet in Zuid-Afrika.”
Ook Kurt Decat, general manager van Floorcoverings ervaart het zo. Het is een strategische optie van Domo om te groeien door acquisities en zo versneld een Europese leiderspositie te verwerven. Decat is nog maar twee jaar bij Domo. Hij volgde aan de KU Leuven een opleiding als handelsingenieur en een MBA. Voor hij naar Domo overstapte, was hij onder meer actief bij het koeriersbedrijf Fedex en de holding achter Mister Minit. “Totnogtoe was ik een manager, terwijl ik hier heb leren ondernemen. We bekijken elk mogelijk overnamedossier, en uiteraard is iemand als Dirk Degrauwe daar vanuit zijn strategische rol automatisch bij betrokken.”
Een sleuteljaar voor Domo was 1992. Toen besliste Jan De Clerck een “professioneel” management aan te trekken en trok hij zich langzaam terug op de positie van aandeelhouder. Dat leidde begin dit jaar tot de invoering van corporate governance. Daarmee liggen de spelregels tussen management en aandeelhouders vast. Is het logisch vervolg van deze oefening een beursgang? Al een tijdje ziet Domo dat als een mogelijkheid. Alleen is het nog te vroeg om daar een timing op te kleven.
Spilfiguur is de huidige gedelegeerd bestuurder Dirk Degrauwe. Hij is het die sedert 1992 met Jan De Clerck de strategische tandem vormt. Daarbij blijkt De Clerck de creatieve ideeën te spuien, terwijl Degrauwe die strategisch stroomlijnt. De rest van het directiecomité zorgt voor de operationele invulling. Operationeel zijn beiden steeds minder actief. Vooral uit tijdsgebrek, want Domo is met 2520 werknemers meer dan een uit de kluiten gewassen familiebedrijf. Frank De Cooman leidt sedert negen maanden de divisie Fibres & Yarns in Gent. Hij is tolk van opleiding en kreeg zijn vorming als manager aan de Vlerick Leuven Gent Management School. Voor hij naar Domo kwam, werkte hij bij het textielbedrijf Sioen, bij Berry Group (een andere tak uit het Beaulieu-imperium) en bij textielfabrikant De Witte Lietaer. “Het evenwicht tussen familiale bedrijfsstructuur en professioneel management is hier duidelijk het verst geëvolueerd. Onze autonomie is groot, wat een doelgerichte en snelle besluitvorming toelaat.”
Formeel vergadert
het groepsdirectiecomité zes keer per jaar en strategische plannen moeten worden goedgekeurd in de raad van bestuur waarin Jan De Clerck, zijn vrouw Martine Van Den Weghe, Dirk Degrauwe en drie externe bestuurders zetelen. Voorzitter is Paul De Keersmaeker. Informele contacten blijven echter belangrijk en er zijn de crossfunctionele meetings. Zo zitten de managers van de business units bijna maandelijks samen.
Maar wat verandert corporate governance nu echt? Vroeger was de logische weg van een beslissing een spelletje pingpong tussen Dirk en Jan. Pas daarna ging de beslissing van boven naar beneden. Vandaag is het de gewoonte om – getrouw aan de moderne managementliteratuur – meer beslissingen vanuit het managementteam te laten groeien en die dan te laten goedkeuren op een hoger echelon. “Zo staan er meteen meer schouders onder een koerswijziging,” weet Dirk Degrauwe.
Belangrijker nog weegt de verordening die Degrauwe instelde toen hij einde 1998 de structuur herleidde tot drie business units. Elke divisie is een eigen staat, die zijn eigen politiek mag voeren. Ze moeten streven naar volwaardige posities in de markt waarin ze bewegen. Deze aanpak bracht ‘schwung’ in het management. De groepssolidariteit bewaken is de taak van Degrauwe, De Clerck en de raad van bestuur. Zodra de belangen van twee divisies in elkaars vaarwater komen, blijft het groepsbelang primeren. De scherprechter is in dat geval Dirk Degrauwe.
roeland Byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier