Honda DN01 Aandachtstrekker

Honda heeft met de DN01 een opvallende nieuwe motor in het gamma, zowel op technisch als op designvlak.

Eén ding is zeker: als je met de nieuwe Honda DN01 rijdt, heb je bekijks, veel bekijks. Meer dan met een gemiddelde motor. De DN01 is dan ook geen gemiddelde motor en ook (nog?) geen regelmatige verschijning op het Belgische wegennet.

De machine is eigenlijk moeilijk te definiëren. Het is geen traditionele motor en heeft wat de zitpositie betreft veel weg van een scooter. Motorisch is de DN01 te vergelijken met een scooter: de krachtbron heeft een continue variabele transmissie, door Honda de human friendly transmission ( HFT) genoemd. Maar de opbouw van de motor is dan weer niet vergelijkbaar met een scooter: er is bijvoorbeeld geen ‘doorstap’ tussen zadel en stuur. In dat opzicht heeft deze machine weer een klassiek concept.

Het is vooral het design dat de aandacht trekt: een lage en lange motor met veel plaatwerk. De koplamp zit in een puntige stroomlijnvorm ver boven het voorwiel. Tank en stroomlijn vormen één geheel. De eerste indruk is dat de makers inspiratie hebben geput uit de stripverhalen van Flash Gordon. Voor die opmerkelijke bouw is de transmissie verantwoordelijk: Honda heeft het motorblok van de Deauville 700 genomen en daar in de lengterichting de automatische transmissie aangebouwd die vervolgens de cardanas en het achterwiel laat draaien.

Met de DN01 wilde Honda een totaal nieuwe motorfietscategorie creëren en naar eigen zeggen de elementen van een snelle krachtige sportmotor combineren met het gebruiksgemak van een grote scooter. De vraag is echter: rijdt deze machine goed? En is de motor praktisch?

De lage zit is even wennen. Je voeten plaats je op treeplankjes. Het stuur is groot en redelijk plat, wat maakt dat je bij stapvoets gereden manoeuvres er breed mee moet werken. Starten kan alleen in neutraal. Met je rechterduim zet je de DN01 in ‘drive’. Het vermogen wordt niet direct naar het achterwiel gebracht als je gas geeft. Er is een kleine maar wel te merken vertraging voor de motor in beweging komt. Zodra je rijdt, kan je kiezen tussen ‘S’ en ‘D’. In ‘S’ maakt de motor wat meer toeren en trekt die wat feller op. Sturen doe je op z’n scooters: by the seat of the pants. Rijden met een automaat is vooral in file- en stadsverkeer interessant. Je zou dan denken dat deze motor ook geschikt is voor woon-werkverkeer. Maar dat is niet het geval. De DN01 biedt geen enkele bescherming tegen wind en regen, er is nauwelijks bagageruimte (een scooter heeft die onder het zadel) en plaats voor een topcase is er evenmin. Wat dat betreft, ben je bij Honda beter af met een Deauville (met versnellingen) of een Silverwing (scooter, automaat). Die zijn bovendien nog goedkoper ook: 9190 euro voor de Deauville en 8990 euro voor de 650 Silverwing tegenover 11.990 euro voor de DN01.

Ad van Poppel