“Hoeveel pijn moet het doen vooraleer men rond de tafel wil gaan zitten?”
Textielgroep Domo bereidt een opmerkelijke strategische heroriëntatie voor. De chemiedivisie, de winstmotor van de groep, wordt in de etalage gezet. Tegelijk wil CEO Filiep Libeert een sleutelrol spelen in een consolidatiebeweging die langzaam maar zeker op gang komt. “Alle scenario’s zijn mogelijk.”
De kaarten van de conservatieve textielsector worden de jongste maanden in een recordtempo herschud. De verkoop van Balta aan Doughty Hanson was een heuse “wake-up call voor de sector.” Vandaag werkt de gigant Beaulieu aan een aggiornamento dat, eenmaal die oefening is afgerond, een flink uit de kluiten gewassen groep van 1,7 miljard euro omzet moet opleveren. Jan De Clerck zette bij Domo een stap terug en haalde met Filiep Libeert (51) de meest Angelsaksische textilien van West-Vlaanderen binnen. Exact 61 dagen na zijn aantreden als CEO zit het huiswerk van Libeert erop. Zijn studie-exploot lijkt de West-Vlaamse textielsector opnieuw te doen daveren op zijn grondvesten.
Domo zet zijn chemiedivisie – goed voor 560 miljoen euro omzet, of bijna twee derde van de groepsomzet – in de etalage. Die transactie moet de textielgroep in staat stellen om zich verder te concentreren op zijn twee andere divisies: Floorcoverings en Fibres & Yarns. Met de verkoop van Chemicals and Polymers wil Domo zijn balans verstevigen om deel te nemen aan de herstructurering en consolidatie van de Europese vloerbekledingsector. Aan zakenbank Lazard werd de opdracht gegeven om alle strategische opties te onderzoeken. En voor wie er nog mocht aan twijfelen, Libeert is formeel: ” Alle opties liggen open. We willen actief aan de consolidatiebeweging deelnemen.”
TRENDS. U stoot, met de verkoop van Chemicals and Polymers, meteen een winstmotor af.
FILIEP LIBEERT (CEO DOMO). “Chemicals is inderdaad de rendabelste divisie. Maar ondanks die winstmotor hebben we de jongste jaren telkens zware verliezen moeten slikken. Dit jaar gaan we kunnen afsluiten met een sympathiek positief nettoresultaat, weliswaar beïnvloed door de chemiedivisie. Maar als je amper 10 % van je chemiedivisie geïntegreerd gebruikt voor je floorcoverings, moet je durven de vraag stellen waarmee je bezig bent. De verkoop levert ons een versterkte balans op, die ons gaat toelaten om de twee andere divisies, Fibers & Yarns en Floorcoverings, verder te doen groeien en te consolideren. Daarbij zal het ons toelaten, om – zoals men in de volksmond zegt – alles te kunnen doen wat niet door de wet verboden is en allerhande nieuwe initiatieven te nemen, zoals investeringen in industriële groeisectoren of financiële participaties.”
Denkt u bij die transactie aan een industriële of eerder een financiële koper?
LIBEERT. “Beide opties staan open. We hebben al een aantal contacten gehad, maar het informatiememorandum gaat eind volgende week de deur uit. Ik verwacht reacties van zowel industriële als financiële kandidaten.”
Wat betekent de chemiedivisie op fysiek en operationeel vlak?
LIBEERT. “In Gent zit er een klein deel, met een twintigtal mensen. De rest zit onafhankelijk in Leuna (Duitsland) en Roosenburg (Nederland). Dat zijn twee gezonde bedrijven, goed gestructureerd en algemeen erkend als hoogtechnologisch. Jan De Clerck heeft met Leuna een mooi bedrijf opgericht. Ook omdat er in die tijd, met de steun van de Treuhand, een aantal subsidieregelingen mogelijk waren. Maar het is ook een bedrijf dat enorm veel kapitaal nodig heeft om zijn groei verder te financieren. En dat is de problematiek van de integratie: je kunt niet in alles de beste en de grootste zijn. De kapitaalintensieve eisen van de chemiesector overschrijden op langere termijn de financiële draagkracht van onze groep.”
Was deze strategische heroriëntatie een beslissing die Jan De Clerck voordien zelf niet kon maken?
LIBEERT. “Ik denk dat Jan dat ook wel besefte, alleen ben ik misschien de man die de dingen zei die hij wou horen. Bovendien bekijk ik dit proces als de CEO van een groep, los van het emotionele. Maar ik wil mijn rol daarin ook niet overdrijven. We zitten hier met een zeer sterke raad van bestuur: naast Jan De Clerck zetelen ook Paul De Keersmaeker, Jean-Luc Dehaene en Jean-Pierre De Bandt, dat zijn geen prutsers. Ik heb, sinds ik in september 2004 in de raad van bestuur zit, mijn visie laten blijken. Ik vond dat er dringend een aantal zaken diende te veranderen, zowel strategisch als op operationele basis. Toen de vraag kwam om die visie ook in praktijk om te zetten, heb ik niet geaarzeld.”
In hoeverre is de strategische herpositionering bij Domo beïnvloed door de plotse heroriëntering bij Beaulieu?
LIBEERT. “Helemaal niet. Wat Beaulieu of een andere speler in de markt ook doet, dit hier is mijn opdracht. ( tikt met de wijsvinger op tafel) En als de concurrentie verstandige stappen zet in de richting van een sanering, why not? Het is en blijft een feit dat er capaciteit weg moet uit de markt en dat kan alleen maar door te consolideren, intern of extern. Zij doen aan interne consolidatie. Maar wees gerust, het is niet omdat alle takken van de Beaulieu-groep nu weer samen aan tafel gaan zitten, dat het er plots beter zal gaan. Zij gaan daarvoor meer moeten doen.”
Is in die zin de consolidatiebeweging bij Beaulieu niet wat aan de late kant?
LIBEERT. “Ze zijn hier wel de eerste die het doen en daar doe ik mijn hoed voor af. Anderen praten erover, zij beginnen eraan. De vraag is hoeveel pijn het moet doen vooraleer men rond de tafel gaat zitten.”
Zo’n consolidatiebeweging is in de VS al tien jaar geleden gebeurd…
LIBEERT. “Klopt. Financiële groepen redeneren natuurlijk anders dan familiale bedrijven zoals hier. Wij hebben, met uitzondering van Associated Weavers, geen beursgenoteerde bedrijven. Al die grote ego’s, fiere mensen ook, maken het niet gemakkelijk om rond de tafel te gaan zitten. Daarom is mijn rol minder emotioneel en misschien iets objectiever.”
Het moet op eieren lopen zijn, tijdens recepties en beurzen waar West-Vlaamse textiliens elkaar ontmoeten.
LIBEERT ( glimlacht). “Ja, maar dat maakt het zo plezierig. Het is prachtig om zien hoe iedereen beweegt: de ene is woest, de andere depressief, een andere maakt show en nog anderen zijn dan weer heerlijk authentiek. Maar dat is in elke sector zo. Alleen is het bij ons wat specialer, met de wetenschap dat Balta al verkocht is en dat er zoveel beweegt bij Beaulieu en Domo. Dat doet iedereen een beetje de kat uit de boom kijken.”
Wordt Domo niet een beetje in het defensief gedrongen: Beaulieu consolideert tot een stevige groep, Balta zit onder de kapitaalkrachtige vleugels van Doughty Hanson en Associated Weavers is beursgenoteerd?
LIBEERT. “Wij gaan een groep zijn met 400 miljoen euro omzet, perfect geïntegreerd en complementair. Ik voel me niet in de hoek gedrongen. We hebben een zeer sterke balans, die ons moet toelaten nog een paar andere zaken te realiseren.”
Zijn de geesten rijp voor de grote consolidatie die u schetst?
LIBEERT. “De markt zal hen daartoe dwingen. Kijk enkel naar de cijfers van Febeltex. De grondstofprijzen zijn met 20 % gestegen. Tegelijk daalt de vraag naar tuft voor het eerste kwartaal van 2005 met 13 %. Als dat het gemiddelde is, dan weet je dat een aantal bedrijven bloeden. En dat alles tegen een outlook die allesbehalve fantastisch is. Consolideren zal bijgevolg nog niet genoeg zijn. De markt wordt niet groter omdat we plots maar met vijf groepen zijn.”
Het ligt dus niet meteen in uw aard om Domo te verkopen?
LIBEERT. “Ik ben een koper, geen negatieveling. Maar tegelijk ben ik wel degene die bereid is om te snijden als het nodig is om de rest van de groep te vrijwaren. We gaan de zaken daarom op een meer financiële manier moeten bekijken, we kunnen niet anders dan aandeelhouderswaarde creëren. De strategie in de sector beperkte zich in het verleden tot een verdubbeling van wat de concurrentie deed: zette de concurrentie een fabriek, dan zetten de anderen er twee. Zolang de markt met 30 % groeide, was dat geen probleem. Maar vandaag krimpt de markt.”
Libeltex, het familiebedrijf waar u op 24-jarige leeftijd aan de slag ging, werd in 1979 verkocht aan British Vita. Nooit spijt van gehad?
LIBEERT. “Ik was toen nog zeer jong. Dat was ook een andere wereld dan vandaag. Mijn vader had een derde van de aandelen, was bedrijfsleider en de spanningen tussen de broers werd onhoudbaar. En dan was er nog de klassieke problematiek van de derde generatie die voor de deur stond. Ik was aan de Engelse universiteit vrij goed bevriend geraakt met de zoon van een van de referentieaandeelhouders van British Vita. En ik heb beiden samengebracht. Het is dus verkocht uit een soort noodzaak. Maar ik moest blijven van British Vita. Na verloop van tijd werd ik er gedelegeerd bestuurder en in 1996 lid van de raad van bestuur. Ik heb toen een aantal jaren niks anders gedaan dan bedrijven gekocht en opgericht. Kortom, mijn historiek is er niet een van bedrijven verkopen. Maar wel van aandeelhouderswaarde creëren en dat is wat ik ook hier tracht te verwezenlijken.”
Is Jan De Clerck bereid om zijn 100 %-belang in Domo af te bouwen voor een eventuele toetreding van een nieuwe financiële partner?
LIBEERT. “Dat weet ik niet. Het bedrijf is zijn eigendom. Hij doet met zijn bedrijf en zijn centen wat hij wil. Het is de rol van de raad van bestuur om samen met het management Jan De Clerck ervan te overtuigen dat wij met zijn centen gaan zorgen voor een goede return.”
In 2000 heeft Jan De Clerck een beursgang overwogen. Dat is toen niet gelukt?
LIBEERT. “Dat weet ik niet. Maar die optie is vandaag niet aan de orde.”
Speelde de fiscale problematiek van Domo destijds een rol in dat mislukken?
LIBEERT ( snel). “Mijnheer De Clerck heeft met de fiscus een dading aangegaan. Dus op dat vlak is hij volledig vrij. Trouwens, ik denk niet dat een Paul De Keersmaeker, een Jean-Pierre De Bandt, een Jean-Luc Dehaene of een Filiep Libeert hier zouden zitten, mocht een dergelijke smet nog mogelijk zijn. Dat is volledig van de baan, wat niet gezegd kan worden van anderen.”
U bent historisch verweven met de textielomgeving en zijn diverse families. U leidt niet alleen Domo als CEO, maar zetelt ook in andere raden van bestuur en adviseert sommige durfkapitaalgroepen als koper. Dreigt hier geen probleem?
LIBEERT. “Die durfkapitaalgroepen zijn financiële specialisten die mensen nodig hebben uit de sector die de markt goed kunnen inschatten. Zo heb ik samen met Paul Buysse ( nvdr – voorzitter raad van bestuur Bekaert) Doughty Hanson begeleid in het dossier-Balta. Vandaag speel ik een adviserende rol bij KKR ( nvdr – Kohlberg Kravis Roberts & Co., een Amerikaans buy-outfonds) in het dossier-Unilin. Die mensen contacteerden me en ik had nog wat tijd over. And I like a good challenge. ”
Die mandaten zijn wel een goede bron van informatie. U kijkt binnen in de keuken van concurrenten.
LIBEERT. “U mag niet insinueren dat ik zo’n informatie zou misbruiken. Het enige wat ik heb, is mijn reputatie. Ik hoop dat die goed is en die zou ik graag goed houden. Het spreekt vanzelf dat ik die twee mandaten bij Doughty Hanson en KKR heb gekregen vooraleer ik hier aan de slag ging.”
Bent u tijdens de affaire-Picanol gecontacteerd om CEO te worden van dat bedrijf?
LIBEERT. “Wat moet ik daarop antwoorden? ( pauzeert even) Ja, maar ik vond toen zelf dat ik – gezien de familiale perikelen die er toen waren – moest wachten. Ook omdat ik er vanuit ging dat er bij Picanol een goede ingenieur aan het hoofd van het bedrijf zou geplaatst worden, precies omdat de activiteiten zo gebonden zijn aan engineering. Er staat nu wel een psycholoog aan het roer en hij doet dat overigens uitstekend ( nvdr – Chris Dewulf). Dus misschien had het wel gekund. Maar ik heb me nooit zelf kandidaat gesteld.”
Jan Coene is lid van de raad van bestuur bij Domo. Dreigt daar geen ethisch conflict? Hij moest opstappen als CEO van Picanol, waar u gevraagd werd voor de nieuwe raad van bestuur. En intussen zetelt hij in uw raad van bestuur bij Domo?
LIBEERT. “Het enige wat ik daarover kan zeggen, is dat Jan Coene hier een prima job doet binnen de raad van bestuur. En ja, hij blijft. Zijn mandaat is nooit in vraag gesteld. Voor de rest is het niet aan mij om daarover te oordelen.”
Heeft Jan Coene ooit consultancy-opdrachten uitgevoerd voor Domo?
LIBEERT. “Neen. Hij is gewoon als bestuurder vergoed voor zijn werk en aanwezigheid.”
Er rezen bij British Vita vragen over de boekhouding, wat door sommigen in het dossier-Picanol aangegrepen werd om bedenkingen te uiten.
LIBEERT. “Ik kan alleen maar zeggen dat ik bij British Vita 25 jaar goed bezig ben geweest met de groei en bloei van dat bedrijf. Ik ben er in de beste verstandhouding weggegaan. Intussen is British Vita verkocht ( nvdr – aan het Amerikaanse buy-outfonds Texas Pacific Group). Ik was al een tijdje ontevreden over de gang van zaken bij Vita, dat naar mijn gevoel wat in slaap was gewiegd. Er werden geen knopen meer doorgehakt. Na de verkoop zijn trouwens al mijn oude collega-bestuurders bedankt voor hun diensten, dus ik had het allicht niet bij het verkeerde eind. Kijk, er is bij British Vita één boekhouder geweest die ons anderhalf jaar heeft misleid. Al is dat niet de reden waarom ik ben weggegaan. Hij heeft niets gestolen, er was geen fraude, maar hij heeft zijn cijfers rooskleuriger voorgesteld. Dat is niet gezien door de lokale directeur, noch door de interne, noch door de externe audit. Het bedrijf telde toen 15.000 medewerkers en had 120 vestigingen in 22 landen. Als bestuurder draag je daarvoor verantwoordelijkheid, maar daarom ben je nog niet schuldig. Maar wat zeggen de mensen? Aha, Libeert is zopas vertrokken bij Vita. En dan neem je een bestuurdersmandaat op bij Picanol en moeten ze blijkbaar iets vinden om je persoon schade toe te brengen. Ik ben daar verschrikkelijk kwaad om geweest en zeer diep gekwetst. Ik ben geen eigenaar van bedrijven, ik ben een manager: het enige dat ik bezit, is mijn reputatie. En dan komen ze met zoiets af, na 25 jaar dienst, na zulke resultaten en zo’n carrière binnen die internationale groep. Ik dacht dat ik beter verdiende. Recentelijk is er bij een ING-dochter een fout in de berekening van de opbrengsten uit beleggingsverzekeringen ontdekt en ze hebben ze rechtgezet. Zijn daarom Luc Vandewalle of Michel Tilmant als foefelaars bestempeld? Komaan zeg, dat gebeurt in elk bedrijf, overal. Wij zijn mensen, geen machines. Ik kan niet alles controleren. Ik kan wel structuren opzetten en eventuele fouten goedmaken.”
Tussen uw vertrek bij British Vita en uw aantreden bij Domo nam u een sabbatjaar?
LIBEERT. “Ja, het was een jaar van bezinning, al heb ik niet stil gezeten. Een ideale periode om mezelf vragen te stellen. Wil ik nog werken? Moet ik nog werken? En als ik wil werken, hoe dan? Ik heb een kwarteeuw lang gelopen, gekoerst, nooit één keer stil gestaan. Je kijkt dan even rond. Al stel ik vast dat ik nu weer zoals voorheen bezig ben. ( grinnikt) De aard van het beestje, zeker? Ik ben iemand die altijd bezig zal zijn. En ik kan ook nooit neen zeggen. Mijn vrouw vindt dat niet leuk, maar ik doe het graag. Ik wil iets betekenen voor de maatschappij. Ik heb het geluk me materieel en fysiek goed te voelen, heb een mooie carrière en verdien goed mijn brood. Ik vind dat ik daar iets moet voor teruggeven.”Piet Depuydt
Lieven Desmet
“Al die grote ego’s, fiere mensen ook, maken het niet gemakkelijk om rond de tafel te gaan zitten.”
“Het is niet omdat de Beaulieu-groep nu weer samen gaat zitten, dat het er nu plots beter zal gaan. Zij gaan méér moeten doen dan dat.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier