In de strijd tegen de klimaatopwarming gaat de aandacht vooral naar groene stroom. Het potentieel van warmterecuperatie is aan herontdekking toe.
Quizvraag: wat is de grootste energieverbruiker in Europa? Transport, zijn veel mensen geneigd te antwoorden. Fout, berekende het Duitse Verband der Elektrizitätswirtschaft. Verkeer en mobiliteit staan op de tweede plaats, met 28 procent. Op de derde plaats staat de productie van elektriciteit, goed voor 21 procent van ons energieverbruik. Maar de koploper, met een slordige 38 procent, is de productie van warmte. Die wordt gebruikt voor de verwarming van huizen en gebouwen, de aanmaak van warm water enzovoort.
Zelfs dat hoge percentage is wellicht een onderschatting, want de categorie ‘overige’ (13 procent) omvat ook industriële processen en mechanische energie, waar evengoed warmteproductie mee gepaard gaat. In Vlaanderen gaat zelfs 54 procent van het bruto-energieverbruik naar warmte en koeling, berekende de Vlaamse onderzoeksinstelling VITO.
Toch komt warmte maar mondjesmaat op de politieke agenda. De media-aandacht over de 13 procent hernieuwbare energie die ons land volgens het Europees Klimaatplan tegen 2020 moet halen, vult gemakkelijk een stevige universiteitsbibliotheek, die over warmte komt toe met een achterkamertje.
Nochtans bevat het Klimaatplan drie grote doelstellingen: 20 procent hernieuwbare energie, 20 procent minder uitstoot van broeikassen en 20 procent minder energieverbruik door efficiëntieverbeteringen. Daarbij kan warmte een sleutelelement zijn. “Warmte is een reus die we nu naast ons neerleggen”, weet Koen Van Overberghe, technisch directeur van de afvalintercommunale Mirom en voorzitter van Warmtenetwerk Vlaanderen. “Terwijl ze in Zweden raar opkijken van vragen over warmtenetten. Daar is dat iets als snelwegen: die liggen er, iedereen gebruikt ze, en niemand vraagt zich af waarom je die moet aanleggen en hoe ze werken.”
Vijftien bladzijden belemmeringen
Samen met secretaris Jo Neyens en bestuurder Tom Prinzie schreef Van Overberghe vijftien bladzijden vol met belemmeringen voor de uitbouw van warmtenetten in Vlaanderen. In Duitsland zijn ongeveer elf miljoen mensen aangesloten op 20.000 kilometer warmtenet, in Kopenhagen vier op de vijf inwoners, in Zweden meer dan 60 procent van de bevolking, terwijl ook in zuiderse landen de technologie haar plaats heeft.
Wallonië heeft her en der projecten, onder andere in Visé, Ghlin en Libin. In Vlaanderen zijn de actieve warmtenetten op één hand te tellen: het Universitair Ziekenhuis in Gent wordt deels verwarmd door een ondergrondse stoomleiding van Ivago; in de Arteveldestad is er ook het net van EDF-Luminus; er is een net rond de verbrandingsovens van IVBO in Brugge; en een bij Mirom in Roeselare.
Aan de technologie zal het niet liggen. Van Overberghe: “Van de warmte die wordt geïnjecteerd, komt 85 procent aan bij de klant. Het verlies aan warmte bedraagt maximaal 1 graad per kilometer pijpleiding. Terwijl het gemiddelde rendement van een elektrische centrale 40 procent is. Koeltorens zijn eigenlijk vernietigers van warmte.”
Gelukkig groeit de aandacht. De Leuvense stadsontwikkelaar Ertzberg mikt op de restwarmte van een biowarmtekrachtkoppeling (stroom en warmte) voor de verwarming van de wijk Tweewaters. De West-Vlaamse groep Van Marcke levert een centrale stookplaats aan de UP-site, de grootste woontoren van België langs het Brusselse Zeekanaal.
Netwerkbeheerder Eandis onderzoekt de mogelijkheden om geothermische warmte — warmte uit diepe grondlagen — of restwarmte van industriële processen te benutten in de Antwerpse Kempen, waarvoor de gemeenten Geel, Dessel, Mol en Lille al hun interesse hebben betuigd. “Wij willen een actieve rol spelen”, geeft woordvoerder Simon Van Wijmeersch mee. “Maar warmte is nog geen gereguleerde activiteit: er is nog geen wetgeving die bepaalt wie wat doet, zoals voor gas en elektriciteit al bestaat.”
Al zit de politiek zeker niet stil. De Vlaamse regering kondigde in juli 2011 het Vlaamse Actieplan Groene Warmte aan. Een voorstel om restwarmte en groene warmte met subsidies te ondersteunen ligt voor advies bij de Raad van State. Daarbij wordt een pot van 6,7 miljoen euro verdeeld onder de ingediende projecten, waarbij voorrang wordt gegeven aan degene die het minste steun nodig hebben. En de drie meerderheidspartijen in de Vlaamse regering (sp.a, CD&V en N-VA) dienden net voor de zomer een resolutie in om de knelpunten voor warmtenetten in kaart te brengen.
Waarde voor warmte
Het potentieel is enorm. Bij de tien grootste huisvestingsmaatschappijen alleen al worden nog 18.000 appartementen verwarmd met een centrale stookplaats, net als ziekenhuizen, rustoorden en kmo-zones. Een haalbaarheidsstudie van het Antwerps Havenbedrijf en VITO viste uit dat de petrochemische sector in de havenstad alleen al continu 1000 megawatt restwarmte van meer dan 80 graden Celsius genereert, die nu verloren gaat. Prinzie: “Daar kun je 200.000 tot 250.000 woningen mee verwarmen.”
De Scheldestad bekijkt of ze voor nieuwe stadsontwikkelingsprojecten, zoals Blue Gate en het Eilandje, kan werken met centrale stookplaatsen, die op termijn kunnen worden aangesloten op de restwarmte van de industrie. Neyens: “Anders beland je in een kip-of-eikwestie: geen investeerders zonder afnemers, en zonder afname geen investeringen.”
Zo kunnen de warmtecircuits ook helpen om de lokale industrie mee te verankeren, meent Van Overberghe. “De warmte die zij in het systeem pompen, krijgt dan een waarde. Bij Mirom zijn we een kwarteeuw geleden met ons warmtenet begonnen, met tarieven die gekoppeld zijn aan de olie- en gasprijzen. Voor de bedrijven die hun restwarmte verkopen, kan dat hun energiefactuur helpen te verlichten.”
Dat kan niet in een handomdraai worden gerealiseerd. Want de aanleg van een dubbele pijpleiding is niet goedkoop, en met de lage prijzen voor fossiele brandstof moeilijk te rendabiliseren zonder overheidssteun. Van Overberghe: “Wij pleiten voor een subsidie die gelijkwaardig is aan die van groene stroom, niet meer, maar ook niet minder. In Nederland is er nog één pot waar alle duurzame-energieprojecten een aanvraag mogen indienen. Wat stellen we vast? Van alle middelen gaat meer dan 90 procent naar warmteprojecten. Net omdat die niet veel steun nodig hebben en enorm veel CO2-uitstoot besparen. Zonder duurzame warmte zal Vlaanderen zijn Europese 20/20/20-doelstellingen niet halen.”
LUC HUYSMANS
“Zonder warmteprojecten zal Vlaanderen zijn Europese 20/20/20-doelstellingen niet halen”