Hoe neemt u gehandicapten in dienst?
Een baan vinden in het reguliere arbeids-circuit is voor mensen met een handicap extra moeilijk. “Als je een handicap hebt, moet je beter zijn dan je concurrenten om aangeworven te worden,” klinkt het. Meent u een gegronde reden te hebben om hen niet aan te werven? En wist u dat u overheidssteun kunt krijgen?
Het kan u ontgaan zijn, maar 2003 is het Europese Jaar van de Gehandicapten. Een van de centrale thema’s die in de vele werkgroepen aan bod kwamen, is werkgelegenheid. Integratie van minderheden, waartoe mensen met een handicap behoren, begint immers bij werkgelegenheid. En er is nog heel wat werk aan de winkel.
Het uitzendkantoor Manpower Inc. becijferde dat zowat 40 miljoen mensen in Europa het predikaat ‘gehandicapt’ kunnen dragen. Of om het iets tastbaarder te maken: in elke lidstaat is dat één persoon op de tien. Van al de mensen die arbeidsgeschikt zijn, is ruim 50 % van de populatie met een handicap werkloos, tegenover gemiddeld 28 % van de valide personen, zegt Manpower in zijn rapport ‘Working with Disabilities’. Het rapport wil een bruikbare gids zijn voor de werkgevers.
In Vlaanderen zijn er 640.000 mensen (16,2 %) op arbeidsleeftijd (15 tot 64 jaar) met een handicap of een langdurig gezondheidsprobleem. Het gaat vaak om ouderen en laaggeschoolden. Van die mensen heeft slechts 46 % een job, wat schril afsteekt tegen de werkgelegenheidsgraad van 63,5 % bij mensen zonder handicap. En ook met het toekomstperspectief is het triest gesteld: 60 % van de mensen zonder baan geeft zichzelf geen kans meer op de arbeidsmarkt.
Extra gemotiveerd
Johan Rosvelds is gedelegeerd bestuurder van Nutrifarma, dat nutri- en fytofarmaceutische producten levert aan apothekers en de groothandel. Hij werd geboren met een ‘congenitale perceptiedoofheid’, met een verlies van 110 decibel. In mensentaal: hij kan alleen heel luide klanken horen. Wat doe je als je beperkt wordt in je ‘economische functionaliteit’? Wat doe je als je niet kunt telefoneren, terwijl dat nu net 80 % van die job uitmaakt? Dergelijke vragen moest Rosvelds voor zichzelf zien op te lossen. Hij wou immers breken uit de ‘beschutte werkplaats’ dat het familiebedrijf van zijn ouders hem bood. Er volgde een vruchteloze reeks sollicitatierondes, waarna hij in 1996 besloot om het dan maar zelf te proberen.
Vandaag telt Nutifarma zeven medewerkers. Het boekjaar 2002 werd afgesloten met een omzet van 1 miljoen euro. Geeft hij als ‘gehandicapte’ voorrang aan mensen met een handicap tijdens sollicitaties? “Dat is een echt dilemma,” zucht Rosvelds. “Maar eigenlijk past hier alleen een economisch antwoord: ja, als de man of vrouw de juiste persoon op de juiste plaats is. Ben ik geholpen als ik tegenover mij ook een dove medewerker plaats? Dat lijkt mij geen goed complementair idee. Maar ik heb geen probleem om mensen met een handicap aan te werven, omdat ik uit ervaring weet dat ze soms net iets beter presteren. Zeker als ze aanvoelen dat ze een eerlijke kans krijgen. En dat laatste zeg ik er niet zomaar bij: soms kan een beschutte werkplaats een hel zijn. Soms kan een bepaalde job voor iemand met een handicap intellectueel oneerlijk zijn. Ik weet waarover ik praat.”
Mario Dejonckheere (43) trekt consequent de kaart van de tewerkstelling van mensen met een handicap. Zijn eigen levensverhaal is daar niet vreemd aan. Anders dan Johan Rosvelds werd hij invalide na een arbeidsongeval. “Ik werd afgekeurd voor de job die ik altijd al had gedaan en wist meteen dat ik voor een moeilijke opdracht stond,” zegt hij. “Ik ben op mijn vijftiende beginnen te werken. Een diploma had ik dus niet.”
Na tal van omzwervingen en mislukte sollicitaties begon Dejonckheere dan maar zelf een bedrijf. Op 1 april 1998 hield hij zijn Car Cleaning Service ( CCS) boven de doopvont. “Uit mijn contacten met KMO’s wist ik dat het wassen van het autopark een tijdrovende en vervelende karwei was. Met CCS neem ik dat werk van hen over.” Het bleek een uitstekende zet. En het bleek een schot in de roos te zijn. Vandaag heeft het bedrijf 31 medewerkers in dienst, verspreid over vestigingen in Kortrijk, Gent en Brugge.
“Ik heb voor mezelf de keuze gemaakt om alleen mensen met een handicap aan te werven,” zegt de Kortrijkse bedrijfsleider. En al wil hij niet als een soort wilde weldoener worden afgeschilderd, hij beseft dat zijn keuze niet alledaags is. “Dat sociale aspect moet een beetje in je zitten. Maar ik denk dat ik mag zeggen dat er iets aan het keren is. Het thema lééft bij de ondernemers.”
Veel te trage administratie
Serge Huyghe, provinciaal secretaris van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden (VKW) in West-Vlaanderen, is het daarmee eens. “Het cliché dat werkgevers niet openstaan voor het thema klopt niet. Maar uit onze ervaring weten we dat ondernemers vaak niet weten hoe ze eraan moeten beginnen.”
Daarom draait in de kustprovincie het proefproject Jobservice. Voor wie effectief iemand met een handicap in dienst wil nemen, zorgt Jobservice voor een lage instapdrempel. “Als er een gepaste vacature openstaat, zorgen wij voor een doorstroming naar de diverse sociale toeleveranciers. Binnen de vijftien dagen krijgt de ondernemer een lijst van mogelijke kandidaten. Bovendien neemt Jobservice de coördinatie waar en zorgt het voor alle mogelijke aanvragen voor subsidies, begeleiding enzovoort,” aldus Huyghe. Sinds de start van Jobservice in november 2001 zijn zo 24 mensen aan de slag gegaan. Dat is bevredigend, gezien de economische conjunctuur.
“We hebben in die periode twee belangrijke lessen geleerd,” zegt Huyghe. “Ten eerste is de bedrijfscultuur van immens belang: de werkvloer moet meewillen. En ten tweede: men moet de openstaande vacature durven aan te passen op maat van de kandidaat.”
De overheid probeert op drie niveaus iets te doen aan de werkgelegenheid van mensen met een handicap. Ten eerste is er de regulerende sturing, of het opleggen van een quotum binnen de eigen administraties. “Maar daar scoort Vlaanderen ronduit zwak,” zegt Erik Samoy, van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap ( VFSIPH). “Maar ik sta heel ambivalent tegenover quota, want dan krijg je een hele troep aan registratie en labels.”
Een tweede niveau is de vervangende sturing, waarmee de tewerkstelling via de beschutte werkplaatsen wordt bedoeld. Een derde en voor ondernemers belangrijk niveau is de compenserende sturing. Daaronder vallen maatregelen als de CAO-26, waarbij ondernemingen het rendementsverlies van een persoon met een handicap deels teruggestort krijgen. Ook de Vlaamse Inschakelingspremie ( VIP), of een tegemoetkoming voor de aanpassingen op de werkvloer, valt onder deze categorie.
“Dat is natuurlijk allemaal interessant, maar de administratieve molen maalt traag,” zegt Mario Dejonckheere, die erop wijst dat hij nog 160.000 euro achterstallige subsidies te goed heeft van het Vlaams Fonds.
Ook Johan Rosvelds wijst op de traagheid van het systeem. “Alleen al de tijd die ze nodig hebben om te evalueren of je kunt krijgen wat wettelijk voorzien is… Sorry, maar dan ben ik al twee boekjaren verder. Zodra het bedrijf op kruissnelheid is en je jezelf zodanig hebt ingepast in je eigen bedrijf, overheerst de onafhankelijkheid. Dan denk je niet langer aan de overheid als hulpmiddel of geldkraan. Ik besef dat ik nu als persoon met een handicap in een luxesituatie zit: volledig vrij, gedreven door mijn creativiteit. Alle kosten die inherent zijn aan mijn handicap draag ik zelf. Liever dat dan elke instantie af te rijden om te gaan eisen waar ik recht op heb.”
Lieven Desmet
“Ik neem soms mensen met een handicap aan, omdat ik weet dat ze net iets beter presteren als ze aanvoelen dat ze een eerlijke kans krijgen.” (Johan Rosvelds, Nutrifarma)
Het proefproject Jobservice loodst bedrijven naar bekwame gehandicapte medewerkers en geeft informatie over subsidies en begeleiding.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier