Hoe meer betogingen, hoe beter

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Soms doet het Grondwettelijk Hof het werk voor de regering in dit land. Het Hof vernietigde deze zomer de gunstregimes voor de politiediensten om vervroegd met pensioen te gaan. De pensioengrens stijgt naar 62 jaar, wat voor sommige agenten tot acht jaar langer werken betekent. Het ongenoegen en het protest zijn begrijpelijk, maar ook na de interventie van het Hof geniet de politie nog altijd van een relatief gunstig pensioenstatuut. Terwijl een doorsneewerknemer 45 jaar moet verzamelen voor een volledig pensioen, heeft een politieagent, dankzij een veel gunstiger pensioenberekening, genoeg aan 37,5 werkjaren, gelijkgestelde periodes inbegrepen. In het ambtenarenkorps geniet trouwens nog een pak beroepen van gunstregimes, bijvoorbeeld leerkrachten, personeelsleden van de VRT en de NMBS, magistraten, priesters en professoren. De regering-Di Rupo schafte wel de grootste excessen af, zoals provinciegouverneurs die in één ambtstermijn twee derde van een volledig pensioen verwierven. Nu moet elke ambtenaar minimaal 36 jaar werken om een volledig pensioen op te bouwen.

De politie is een belangrijke testcase. Een overgangsperiode naar het nieuwe pensioenregime kan niemand betwisten, en natuurlijk moet je iemand van 61 niet meer ‘s nachts op patrouille sturen. Maar je kan die agent ook andere taken toewijzen, zoals administratie of coaching. De nieuwe regering mag niet te veel toegeven aan de politiebonden; ze moet doorgaan op de ingeslagen weg. Een stevige en structurele pensioenhervorming is het belangrijkste puzzelstuk om op langere termijn de overheidsfinanciën gezond te maken.

Zowel de effectieve pensioenleeftijd als de werkgelegenheidsgraad bij 55-plussers is nog altijd beschamend laag in dit land. In alle pensioenstelsels moet gewied worden. Dergelijke hervormingen zijn goed voor de economie én de begroting, maar ze zijn moeilijker dan de begroting saneren via een verhoging van de accijnzen links of rechts. Hervormen is harde keuzes maken en dat zal een storm aan protest oogsten. Het succes van de nieuwe regering zal afgemeten kunnen worden aan het aantal betogingen en stakingen: hoe meer, hoe beter.

Lagere pensioenuitgaven (door het optrekken van de pen-sioenleeftijd, niet door het verlagen van de pensioenen) zijn trouwens hét aanbevolen instrument om een begroting in orde te brengen, zowel op korte als op lange termijn. De Nationale Bank van België heeft onlangs nog op basis van onderzoek van de OESO een rangschikking opgemaakt van de maatregelen die de voorkeur genieten bij de sanering van de overheidsfinanciën. Ze hield daarbij rekening met de effecten op de groei en de inkomensongelijkheid. Die ranglijst schoot de PS en Ecolo in het verkeerde keelgat, wat op zich al een eerste indicatie was dat de aanbevelingen in de goede richting zaten.

Op de eerste plaats staan dus lagere pensioenuitgaven. Op twee staat de afbouw van de subsidies, op drie een verhoging van de registratie- en successierechten, op vier een verlaging van de werkloosheidsuitgaven en op vijf hogere milieubelastingen. Het minst aanbevolen is een daling van de overheidsinvesteringen (dat zou slecht zijn voor de groei) en van de uitgaven voor onderwijs (vooral slecht voor de inkomensongelijkheid). Dit land heeft naast een taxshift ook een uitgavenshift nodig, met minder pensioenuitkeringen en meer openbare investeringen, zoals in slimme energienetwerken en in onderzoek en ontwikkeling.

België kan deze oefening ook niet langer uitstellen. Door de noodzakelijke overgangsregelingen renderen pensioenhervormingen pas na verloop van jaren, terwijl de vergrijzing nu al begint toe te slaan. De nieuwe regering zal, als ze goed werk levert, twee moeilijke jaren beleven. Maar als ze het protest overleeft, is ze vertrokken voor tien jaar.

DAAN KILLEMAES

Dit land heeft naast een taxshift ook een uitgavenshift nodig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content