Hoe Chicago-economen uw gedrag verklaren en beïnvloeden

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Intens economisch onderzoek van een handvol Chicago-economen heeft een behoorlijk grote invloed op uw dagelijks leven. Johan Van Overtveldt schreef als eerste het verhaal hoe de Chicagoschool de economische wetenschap op haar kop zette.

Waarom doen mensen wat ze doen? Een psycholoog kan u zeker helpen om de vraag te beantwoorden, maar huur ook eens de diensten van een econoom in. Want economie blijft op de eerste plaats een menswetenschap die uw en mijn (economisch) gedrag tracht te doorgronden. “Woorden veranderen het gedrag van mensen niet. Prijzen en prikkels waar mensen mee geconfronteerd worden doen dat wel,” zegt Austan Goolsbee, professor Economie aan de universiteit van Chicago én adviseur van Barack Obama, die allicht een duel zal uitvechten met Hillary Clinton voor de nominatie van de democratische kandidaat voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2008.

Waarom woont een drugsdealer bij zijn moeder? Waarom speculeert een hefboomfonds tegen de yen? Waarom zijn er nog zoveel werklozen, terwijl de bedrijven hun vacatures niet ingevuld krijgen? Achterhaal de kosten en baten (en niet alleen de geldelijke) van het vertoonde gedrag, en een mens wordt een open boek. De neoklassieke prijstheorie is daarom voor de Chicago-econoom de enige echte manier om aan economie te doen, waarbij de theorie empirisch getoetst wordt aan de werkelijkheid.

De rigoureuze toepassing van deze methodiek leverde de Chicagoschool al negen Nobelprijswinnaars Economie op. En vooral: de school is erin geslaagd om meer dan zijn stempel te drukken op het monetaire en economische beleid. Johan Van Overtveldt, gewezen hoofdredacteur en hoofdeconoom van Trends, momenteel algemeen directeur van werkgeversorganisatie VKW, schreef als eerste in een diepgravend boek het verhaal dat vertelt hoe de universiteit van Chicago de denkers verzamelde die een revolutie teweegbrachten in de economische wetenschap. Onder die denkers: Milton Friedman, Gary Becker, Eugene Fama en Robert Lucas.

Milton Friedman

Geestelijke vader van het huidige beleid van de centrale banken (Nobelprijswinnaar 1976)

Milton Friedman deelde het geld een centrale rol toe in de werking van de economie én drukte iedereen die het horen wilde op het hart dat de centrale banken er alleen maar moeten voor zorgen dat de geldhoeveelheid tegen het juiste ritme groeit. Te veel geld in omloop mondt op langere termijn toch alleen maar uit in inflatie. “De grootste erfenis van Friedman is zijn argumentatie dat het monetaire beleid het best duidelijke regels volgt. Dat laat voor de centrale bank dus geen ruimte om een eigen beleid te voeren,” zegt Johan Van Overtveldt. “Maar Friedman was daar in zijn laatste jaren zachter in geworden. Hij vond het verdedigbaar dat de centrale bank ook rekening hield met de gang van zaken in de economie, maar dan op een consistente manier, zoals Alan Greenspan dat volgens Friedman gedaan heeft. In elk geval heeft de politieke klasse in de jaren zeventig geleerd dat ze in eigen voet schiet als ze het monetaire beleid misbruikt om op korte termijn de economie aan te zwengelen. De vraag is of het geheugen van die politieke klasse goed genoeg is om niet opnieuw dezelfde fouten te maken.”

Gary Becker

Pionier van een modern arbeidsmarktbeleid (Nobelprijswinnaar 1992)

“Gary Becker hoort bij de allergrootsten aan de universiteit van Chicago,” vindt Van Overtveldt. “Hij mocht in 1992 de Nobelprijs Economie in ontvangst nemen, voornamelijk voor zijn economische analyses over familierelaties, discriminatie, misdaad, verslaving en andere onderwerpen die men niet spontaan tot het domein van het economische onderzoek rekent. Maar de verwachting dat economie de andere humane wetenschappen zou platwalsen is nooit waargemaakt.”

Als Gary Becker met één onderzoeksdomein nauw geïdentificeerd moet worden, is het human capital. Van Overtveldt: “Becker tilde het hele researchprogramma rond menselijk kapitaal in het begin van de jaren zestig van de grond.”

Van Overtveldt tekende recent ook op hoe Becker vandaag de snelle wereldgroei verklaart en waarom hij pessimistisch is over Europa (zie kader: Menselijk kapitaal cruciaal voor economische groei).

Eugene Fama

Een van de grondleggers van de hedendaagse financiële markten

De universiteit van Chicago heeft ook de grenzen verlegd in finance, met Eugene Fama als een van de boegbeelden. De intellectuele roots van de huidige financiële markten, op smaak gebracht door opties, futures en andere afgeleide producten, en geanimeerd door hefboomfondsen, liggen in Chicago. De vraag is natuurlijk of de doorbraak van deze instrumenten het risico op een instorting van het financiële systeem niet verhoogd hebben. Van Overtveldt: “De economen in Chicago geloven dat de derivaten een veel betere risicobeheersing toelaten. En er is altijd een tegenpartij: tegenover elke winnaar staat een verliezer en omgekeerd. Bij marktschommelingen gaat dus geen geld verloren, er wordt enkel herverdeeld tussen de deelnemers. Een instorting van het systeem kan alleen maar als de centrale bank zit te slapen. Als zij haar verantwoordelijkheid neemt, kan geen enkel ongeval, hoe groot ook, aanleiding geven tot een economische depressie zoals in de jaren dertig.”

Robert Lucas

Leider van de neoklassieke revolutie in de macro-economie (Nobelprijswinnaar 1995)

“We zijn allemaal keynesianen nu,” zei de Amerikaanse president Richard Nixon in 1971. Maar in splendid isolation werkten de Chicago-economen aan een macro-economische revolutie. Robert Lucas bouwde voort op het werk van Friedman en stopte het gedrag van mensen in de macro-economische analyse. Hij kwam tot de conclusie dat inspanningen om de economie te stabiliseren (via een fiscaal of monetair beleid) geen enkele zin hebben, en zelfs contraproductief zijn. Om de welvaart te maximaliseren, moeten de overheid en de centrale bank enkel zorgen voor een stabiel monetair kader. Laat de rest maar aan de markt over.

En wat denken de Chicago-economen over de huidige wereldgroei, die uitbundig maar ook onevenwichtig is? Van Overtveldt: “De overheersende mening is dat er een correctie moet komen, maar er is geen wet van Meden en Perzen die zegt dat het met een grote kladeradatsch gepaard moet gaan. Laat de markten maar beslissen, op voorwaarde dat de centrale banken er het hoofd bij houden.”

Johan Van Overtveldt, The Chicago School. Agate Publishing, 432 blz., ISBN 1-932841-14-8.

– Waarom woont een drugsdealer bij zijn moeder?

– Waarom speculeert een hefboomfonds tegen de yen?

– Waarom zijn er nog zoveel werklozen, terwijl de bedrijven hun vacatures niet ingevuld krijgen?

– Analyseer kosten en baten van het vertoonde gedrag en

een mens wordt een open boek.

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content