Hier zitten leeuwen

Peter De Keyzer Econoom, ondernemer en columnist

H ic sunt leones. Dat schreven de Romeinen soms op landkaarten op die plaatsen waarover geen informatie bekend was. Verre van een correcte lokalisering van leeuwenpopulaties, was het in de eerste plaats een waarschuwing aan nietsvermoedende reizigers dat ze daar onbekend terrein zouden betreden.

Het IMF publiceerde onlangs een economische landkaart met een overzicht van de economische trajecten die landen afleggen voor, tijdens en na recessies. Daarvoor baseerde ze zich op 122 naoorlogse recessies in geïndustrialiseerde landen. Op die manier krijgen we een idee hoe een toekomstig herstel eruit zou kunnen zien. Hoe lang duurt de gemiddelde recessie en hoe groot is het productieverlies? Zijn er verschillende soorten recessies en hebben die verschillende gevolgen? We kunnen het onderscheid maken tussen twee soorten omstandigheden die een recessie verzwaren: enerzijds een gelijktijdige recessie bij de handelspartners en anderzijds een financiële crisis.

Kijken we eerst naar het gemiddelde pad van een gesynchroniseerde recessie. Dat is een recessie waarbij tegelijk een groot aantal handelspartners kampt met een groeivertraging. Niet alleen is bij die variant het productieverlies groter, het herstel duurt langer en is zwakker dan bij andere recessies. Een gewone recessie duurt gemiddeld 3,3 kwartalen, terwijl het bbp krimpt met 2,4 procent. Een gesynchroniseerde recessie daarentegen duurt gemiddeld 4,5 kwartalen en het productieverlies loopt op tot 3,5 procent van het bbp. Ook het herstel verloopt moeizamer: bij een gewone recessie duurt het herstel van de economie tot het niveau van voor de recessie 2,8 kwartalen, bij een gesynchroniseerde recessie loopt dat al op tot gemiddeld 4,2 kwartalen.

De oorzaak is telkens dezelfde. Op het moment dat ook bij de meeste handelspartners de groei onder druk staat, is er nog maar weinig dat de krimp van de eigen economie kan afremmen. Het ontbreekt bovendien aan een buitenlandse startmotor om de binnenlandse cilinders weer krachtig te doen aanslaan.

Ook bij een recessie veroorzaakt door een financiële crisis is het groeipad hobbeliger en steiler dan bij de andere varianten. Vooral het verschil tussen de periode voor en na de recessie is heel groot. Financiële crisissen worden vaak voorafgegaan door een sterke groei van kredietverlening en een oververhitting van de huizenmarkt. Daardoor is, veel meer dan bij andere recessies, het aandeel van particuliere consumptie in de economische groei bijzonder groot. Een overdreven optimistische inschatting van de toekomstige inkomens- en vermogensgroei gaat gepaard met een lage spaarquote en sterke consumptiegroei. Wanneer de zeepbel uiteindelijk barst, valt uitgerekend de particuliere consumptie zwaar terug. Dat de consument snel verandert van krachtige motor voor de groei in een forse rem op de groei, maakt de recessie heel zwaar. Omdat het een tijd duurt voor het vertrouwen en het vermogen van de consument opnieuw op peil zijn, verloopt het economische herstel traag en moeizaam.

Als zowel een gesynchroniseerde recessie als een financiële recessie ernstigere gevolgen heeft dan een gewone recessie, hoe zit het dan met de combinatie van de twee? Sinds 1960 waren er nauwelijks zes periodes waarbij die combinatie zich voordeed. Het gebeurde in Finland (1990), Frankrijk (1992), Duitsland (1980), Griekenland (1992), Italië (1992) en Zweden (1990). Het pad van die recessies behoort bovendien tot de zwaarste en de langste uit de volledige steekproef: ze duurden gemiddeld bijna twee jaar en het bbp kromp tijdens die episodes gemiddeld met 4,8 procent.

Wat we dezer dagen zien – een recessie, een financiële crisis én een bancaire crisis die tezamen toeslaan in een groot aantal geïndustrialiseerde landen – is nog nooit gebeurd in de naoorlogse periode. De wereldhandel kent de zwaarste terugval sinds de Tweede Wereldoorlog en de financiële en bancaire crisis zorgt voor besmetting over de grenzen heen. Ook de negatieve terugkoppelingen tussen enerzijds een verzwakkende conjunctuur en anderzijds dalende activaprijzen bemoeilijken de zaken. Betrouwbare voorspellingen maken, is dan ook geen sinecure. De trajecten, paden en ontsnappingsroutes die we kennen uit vorige episodes van terugvallende groei, bieden ons vandaag maar weinig houvast. Deze recessie is de terra incognita voor centrale bankiers, economen en voorspellers allerhande. Hic sunt leones. Maar net zoals ontdekkingsreizigers niet van de aardbol vielen aan de rand van de aarde of door denkbeeldige leeuwen werden verscheurd, zal ook de wereldeconomie deze recessie te boven komen. Om deze economische ontdekkingsreis op gevaarlijk terrein tot een goed einde te brengen, is er meer dan ooit behoefte aan bijzonder ervaren en inventieve stuurlui. Die moeten het vooral eens raken over de koers om zowel het schip als de bemanning zonder al te veel kleerscheuren de Nieuwe Wereld binnen te loodsen. (T)

DE AUTEUR IS HOOFDSTRATEEG VAN ABN AMRO BELGIë.

Peter De Keyzer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content