Het Zwitserland aan de Noordzee
Er wordt hard nagedacht over structurele hervormingen voor ons land. Economisch zijn we te snel tevreden met een gemiddelde score tegenover euroland. We mogen niet vergeten dat we daardoor bij de slechtste zijn in de harde kernlanden rond Duitsland. Er is de angst om Griekenland te worden terwijl we de ambitie moeten hebben om het Zwitserland aan de Noordzee te worden.
De globalisering veroorzaakt een Champions League-effect: groot zijn is belangrijk. De grote competities zuigen het talent en het geld weg uit de kleintjes. Kleine landen bleken kwetsbaar voor de financiële crisis. Grote multinationale bedrijven slokken de lokale parels op. Dat is de pessimistische visie. Er is ook een positievere kijk. Mensen zijn weer op zoek naar authenticiteit. De globale eenheidsworst spreekt minder aan. Kleine bedrijven zijn wendbaarder en spelen in op snelle wijzigingen. Kleine landen zijn groot in cultuur, sport en hebben een sterke identiteit.
Ons land is op zoek naar een nieuwe organisatiestructuur en wil tegelijk ook zijn economie sterker maken. Maar met wie moeten we ons vergelijken? We menen dat we uniek zijn en complex: drie talen, verschillende economische snelheden een sterke industriële traditie en een internationale rol.
Maar kijk, er is een ander klein land, met vier talen, een sterke industriële sector, een chemische cluster, een spe-cialisatie in voeding en vooral chocolade, een slimme logistieke draaischijf en centrum van internationale instellingen. Sommigen zeggen dat er maar één letter verschil is met ons land, het gaat immers om een Alpenland
Zwitserland levert het bewijs dat kleine landen een efficiënte overheid kunnen hebben, goed onderwijs, solidariteit en dat met beperkte belastingen. De combinatie van een efficiënte federale structuur en duidelijk afgelijnde gedecentraliseerde bevoegdheden werkt. Dit heeft ook te maken met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel en zuinigheid op lokaal vlak en grote betrokkenheid van de bevolking. Er heerst bij de bevolking geen gevoel van onverschilligheid of een collectieve wil om van de staat te profiteren.
De Zwitsers hebben hun zaakjes goed op orde. De taalconflicten zijn opgelost: er is een strikt territorialiteitsprincipe, dit wil zeggen dat de bewoner van een bepaald kanton zich altijd moet schikken naar de voertaal van dat kanton en dus geen recht heeft op taalfaciliteiten (1).
De bevolking is betrokken door regelmatige referenda over cruciale beslissingen en je kunt zelfs eenvoudig per sms stemmen. De personencultus in de politiek is grotendeels geëlimineerd. Heel wat Zwitsers kennen de naam van hun premier niet. Het is een primus inter pares eerder dan een haantje de voorste. Er is ook een rotatiesysteem, voorheen jaarlijks, tegenwoordig om de twee jaar, voor de voorzitter van de regering. Een idee voor België: afwisselend Elio en Bart premier gedurende vier jaar? En, er zijn ook maar zeven ministers.
Zwitserland is op een heel aantal punten beter vergelijkbaar dan Nederland voor ons land. Holland heeft veel minder industrie, is homogeen en voorts zo plat als een pannekoek. De loonkosten in Zwitserland zijn ook altijd een aandachtspunt geweest. Maar door de efficiëntie van de overheid zijn de indirecte loonkosten beter onder controle. Als de publieke sector even zuinig en efficiënt zou werken als de privésector, dan zou er geen loonkostenprobleem zijn in ons land.
Het Zwitserse model heeft heel wat te bieden voor België. Misschien een idee voor de vakanties van Elio en Bart?
DE AUTEUR IS CEO EN CHIEF ECONOMIST VAN ECONOPOLIS.
REACTIES ZIJN WELKOM OP trends@econopolis.be
(1) KLEINE UITZONDERING: BIEL/BIENNE
Geert Noels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier