Het vrije Noorden

Terwijl de energiemarkt in ons land nog altijd wordt gedomineerd door Electrabel, loopt in Noorwegen en Zweden een verregaand liberaliseringsproject. De energiebeurs Nord Pool verhandelt kilowatts, volgens het spel van vraag en aanbod.

Oslo (Noorwegen).

In de inkomsthal van Nord Pool, de eerste en voorlopig enige elektriciteitsbeurs ter wereld, hangen verschillende beeldschermen, enkele meter hoog. Via de screens worden de bezoekers er, na het obligate welkomstwoordje, bedolven onder een stroom van informatie: de elektriciteitsprijs van de dag, de gemiddelde kilowattprijs over de voorbije twee jaar, de hoogste en de laagste prijs in dezelfde periode en een reeks wetenswaardigheden over Nord Pool zelf. Achter een glazen wand in een aanpalend kantoor – de dealing room – overloopt een tiental heren – koptelefoon op het hoofd – de tabellen, cijfers en grafieken nauwgezet op het scherm. Hier worden kilowatts verhandeld, op dezelfde manier als men wel eens aardappelen of bananen van de hand doet op een marktplein: via het spel van vraag en aanbod. “In twee jaar tijd is Nord Pool uitgegroeid tot een begrip in Scandinavië,” zegt de blonde woordvoerster Hilde Rosenblad. “Vandaag is er een wisselwerking tussen Zweden en Noorwegen. Straks komen ook Finland en Denemarken en zelfs de eerste deelnemers uit Rusland meezwemmen in onze pool.”

Carte blanche

Nord Pool werd opgericht in 1993, puur voor binnenlands (Noors) gebruik. Het waren een Noorse ( Statnett SF) en een Zweedse ( Svenska Kraftnät) elektriciteitsverdeler – beide maatschappijen zijn nummer één in eigen land – die met het idee kwamen opzetten van een beurs voor energie. Deelnemers zouden er naar believen stroom leveren of aftappen. De formule sloeg aan. De initiatiefnemers, die elk voor 50% deelnamen aan de nieuwe maatschappij, mikten voor alles op een brede interesse. Binnen de kortste keren raakte die wens ook ingewilligd: naast distributiemaatschappijen kwamen ook stroomproducenten, bedrijven én de voor Scandinavië traditionele brokers of traders, op het gebeuren af. Vandaag, begin 1998, telt de beurs een kleine 200 vaste leden (127 eind 1996), elk met een eigen belang. “Het gemeenschappelijk belang zit hem ongetwijfeld in de prijszetting,” zegt Hilde Rosenblad. “Wie via onze beurs stroom verhandelt, weet dat hij altijd een eerlijke en ook een juiste prijs betaalt. Het spel van vraag en aanbod, dat door veel instanties wordt bepaald, zorgt voor een natuurlijk evenwicht in de prijsbepaling.”

In Groot-Brittannië

werd ooit een gelijkaardig beursmechanisme op het getouw gezet, maar met minder succes: vermits er slechts twee stroomproducenten aan de aanbodzijde figureerden, manipuleerden ze onder elkaar de prijzen omhoog. De Scandinaven hebben daaruit geleerd, alleen al omdat economisch onderzoek uitwees dat een beurs pas functioneert met een minimum van vijf aanbieders. En in de praktijk ligt dat aantal zelfs beduidend hoger. In Noorwegen gaat het om tientallen stroomproducenten. Daarnaast kan ook ondernemer X, Y of Z die zelf stroom opwekt, tijdens de daluren elektriciteit pompen in het net. Idem dito voor de in Scandinavië zeer populaire traders, die – virtueel – elektriciteit in portefeuille hebben. Voor de verhandeling ervan, geven ze carte blanche aan een onafhankelijk instituut (Nord Pool). Vanuit de periferie in Oslo of in Stockholm zorgt Nord Pool voor de herverdeling. Dat gebeurt op anonieme basis – via telefoon of langs elektronische weg. Nord Pool garandeert zowel de financiële afhandeling van de deals als de effectieve levering (via de distributiemaatschappijen) – volgens officiële statistieken zou bijna 20% van alle Noorse en Zweedse elektriciteit nu al via deze weg worden opgebruikt. Op het scherm geeft Hilde Rosenblad ons inzicht in het mechanisme: “Deze firma wilde vandaag graag 10 megawatt kopen tegen 125,75 Noorse kroon per eenheid,” wijst ze op het scherm. “Een andere partij biedt kilowatt aan tegen 126,75 Noorse kroon, en niemand biedt lager. Beide partijen bevinden zich dus vrij dicht in elkaars buurt, maar tot een deal is het vandaag nog niet gekomen. Vermoedelijk gebeurt dat morgen wél.”

Variabele energiebehoeften

Anders dan de Belgische voorzien de Noorse en Zweedse wetgeving uitdrukkelijk in vrije concurrentie van zowel productie als van marketing van elektriciteit. Nord Pool zet dat principe extreem om in de praktijk, want iedere deelnemer kan gelijktijdig buyer (koper) zijn en seller (verkoper) van kilowatts. Liberalisering betekent bovendien ook dat alle deelnemers open kaart spelen omtrent de prijszetting. Daardoor wordt het argument rond prijsconfidentialiteit dat al te vaak door producenten wordt gehanteerd, uitgehold. Het bestaansrecht van de beurs kan dan ook vele kanten op: een neutrale en eerlijke prijszetting, een confidentiële behandeling, of gewoon zekerheid van levering op korte (de spot-market) of op lange termijn (de futures market). Ondernemingen, die toekomstige pieken in hun productie voorzien en dus ook meer energieverbruik, kunnen zich via de futures market manifesteren. Voor ondernemingen met variërende energiebehoeften is Nord Pool zelfs ideaal. Via de beurs kunnen ze hun overschotten kwijt of hun extra behoeften dekken. Hilde Rosenblad: “De power market kent per definitie veel fluctuaties. In Noorwegen hangt de prijs per kilowatt trouwens nauw samen met het weertype, alle elektriciteit wordt er via waterkrachtcentrales opgewekt. In 1996 kenden we een extreem droge winter en dat weerspiegelde zich in hoge prijzen voor elektriciteit. Ondernemingen kunnen via Nord Pool vandaag al een overeenkomst sluiten voor toekomstige leveringen tegen een fixed price. Als de prijs op de dag van de effectieve levering hoger afklokt, betaalt de verkoper het verschil. Is de kilowattuurprijs echter gedaald, dan moet de koper het verschil terugstorten.”

Lagere prijzen?

De gewezen Noorse minister van Energie Jens Stoltenberg geldt zowat als de geestelijke vader van Nord Pool. Meermaals pleitte hij in zijn beschouwingen voor de positieve kanten van het concept. Het biedt voordelen in het kader van transnationale interdependentie. Vermits verschillende landen een beroep doen op het beursmechanisme, kunnen eventuele elektrische black-outs probleemloos worden opgevangen. Zo kende België een zwart scenario in de zomer van 1982, Nederland nog op 23 juni 1997 – met alle gevolgen vandien. “Bovendien,” aldus Stoltenberg, “legt de beurs de ongebreidelde behoefte van elektriciteitsproducenten om almaar nieuwe power plants uit de grond te stampen, eens en voorgoed aan banden.”

Eén element kon Nord Pool zijn partners nog niet garanderen: lagere prijzen voor energie. Gewoon omdat het lovenswaardige spel van vraag en aanbod niet alleenzaligmakend is. “De atmosferische omstandigheden hebben vooralsnog een grotere impact op de stroomtarieven,” brengt Hilde Rosenblad nog in herinnering. “Maar naarmate de handel meer omvang krijgt, zal ons marktmechanisme een steeds grotere invloed krijgen op de prijzen. We weten dus wat we kunnen verlangen.”

KAREL CAMBIEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content