Het Vlaamse perceptieprobleem in het buitenland

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Voor buitenlandse correspondenten in Brussel komt Brussel-Halle-Vilvoorde als volstrekt absurd over. Ze weten gewoon niet hoe ze ‘de splitsing’ begrijpelijk kunnen uitleggen aan hun lezers. Ook u zit, als ondernemer, wellicht verveeld met het schertsende ondertoontje van uw buitenlandse zakenpartners over zoveel ‘onbenulligheid’. Want er zijn belangrijker dingen waar regeringen over struikelen, dan het zogenaamde probleem 177.

Maar dat perceptieprobleem, waar de Vlamingen mee zitten – en van de weeromstuit ook de Vlaamse bedrijven – werd veroorzaakt door Vlaamse politici die de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde reduceerden tot een akkefietje. Naarmate de communautaire situatie verziekt, omdat B-H-V onvermijdelijk terugkomt op de politieke agenda, riskeert dat perceptieprobleem meer negatieve gevolgen te hebben voor de Vlaamse economie. “De Vlamingen weten dat ze met hun semi-fascistisch imago een slechte internationale beurt maken,” schreef Le Soir op 21 augustus 2004. De Brusselse krant herhaalt zulk proza geregeld met grote gretigheid. Steeds opnieuw dezelfde mantra: “Vlaams egoïsme, Vlaams sektarisme, Vlaams imperialisme, Vlaamse xenofobie.” Vlaanderen als een soort intolerant Servië of een achterlijk Kosovo in het hart van Europa. Onderschat het niet.

De splitsing van B-H-V is geen akkefietje of probleem 177, wel het logische en rationele gevolg van de Belgische staatsordening, gesteund door een arrest van het Arbitragehof. B-H-V is niet minder dan de toepassing van een federale staatsordening, zoals vanzelfsprekend is in bijvoorbeeld Zwitserland. Ook daar is het territorialiteitsbeginsel de regel. Daar is niets absurds aan. Frankrijk ziet er ook al eeuwen angstvallig op toe. En Franstalig Québec streeft binnen de Canadese federatie naar de toepassing van het territorialiteitsbeginsel in plaats van het personaliteitsbeginsel (individuele rechten) op zijn grondgebied. Lees er het boek Le pari de la démesure van de Franstalige Québecois Michel Seymour maar op na: hij stelt het etnocentrisme van de Engelstalige Canadezen gelijk met xenofobie. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de Franstaligen in de Vlaamse rand.

De splitsing van B-H-V is geen onbenulligheid, maar glashelder en simpel uit te leggen aan buitenlandse zakenpartners en aan lezers van buitenlandse kwaliteitskranten. Men kan alleen concluderen dat de Vlaamse regering faalt in haar communicatiebeleid naar buitenlandse perscorrespondenten. Brussel heeft na Washington de grootste concentratie corres- pondenten. Die hebben uiteraard geen kaas gegeten van Belgische communautaire toestanden, maar maken zich wel graag vrolijk over ‘folkloristische absurditeiten’. Of erger, over: Vlaams sektarisme en Vlaamse xenofobie.

De splitsing van B-H-V is geen akkefietje omdat Franstaligen strategisch denken en verdomd goed beseffen dat die ‘onbenullige’ splitsing kan leiden tot een splitsing van de sociale zekerheid. B-H-V is hun waarborg voor automatische transfers in een systeem van consumptiefederalisme. In hun worst case scenario zijn de invoering van het personaliteitsbeginsel in de faciliteitengemeenten en uitdovende (wie gelooft dat nog?) inschrijvingsrechten in Vlaams-Brabant breekijzers voor Wallo-Brux. Voor het geval confederalisme, na 25 jaar federalisme, niet meer tegen te houden is. Laat staan separatisme.

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content